‘‘Walk and talk like a barber’’

Er zijn van die momenten die Rotterdamser zijn dan Rotterdams, niet te filmen zou Martin, m’n eerste liefde uit Zuid gezegd hebben. Vanmiddag had ik een paar van dat soort Aha-ik bén in Rotterdam-erlebnissen. Enige plaatsvervangende schaamte kwam er ook aan te pas, hoewel de dames aardig waren, alleen van de taal die ze af en toe uitsloegen stond ik een beetje te kijken, iets dat ik uiteraard niet liet merken. Nu ben ik wel wat gewend op dat gebied, ‘kut, shit en klote’ vind ik heel normale woorden. Het ging ook niet om schelden, maar om de context waarin sommige onderwerpen en woorden beladener zijn, bovendien ga ik nu niet bepaald plat voor het echte Rotterdamse dialect.

Vanmiddag was ik voor het eerst bij de buurtkapper, Google had me de weg ernaartoe gewezen en ik herinnerde mij later dat ik er al eerder langs gefietst was toen ik ging stemmen voor de Europese verkiezingen. Ik kon meteen terecht voor knippen en een verfbeurt, iets waar m’n haar al een tijdje smachtend op zat te wachten. De kapper en ik zijn geen vrienden, meestal kom je er niet alleen anders vandaan dan je erin kwam maar ook dan je hoopte. Twee wat volkse types verwelkomden mij in een verder lege zaak. Terwijl de een m’n haar begon te kwasten, kwam de ander erbijzitten en voordat ik het wist was ik in een discussie over buitenlanders versus Nederlanders verzeild geraakt. Ik ga dat op zich niet uit de weg, hoewel ik het altijd genuanceerd (iets wat soms juist irritatie opwekt) en vriendelijk probeer te houden, en in dit geval moest m’n haar ook nog onder handen genomen worden.



Wat scheelt in dit soort omgeving is dat ik niet meteen overkom als de een of andere tutta met een paar titels voor haar naam, gespeend van elk realiteitsgevoel, wel is er iets aan mij dat ze niet konden plaatsen, ik zag ze denken. Nadat we het er zijn alleen nog maar Turkse bakkers, er is géén Nederlandse bakker meer te vinden!, hadden gehad, kwam er een andere klant binnen. Ik dronk zoet m’n thee en luisterde ondertussen naar de verhalen van deze drie vrouwen. Op een bepaald moment ging het over de vreselijke jeuk die de stekelblonde dame had na het verven. Joh, ik had zo’n jeuk op m’n knar’, verzuchtte ze, waarop onmiddellijk het commentaar rondom mij losbarstte, ja, toen liep ik ook zo op m’n kop te klauwen’, en anders ik wel! Ik glimlachte wat in het rond, op dit soort opmerkingen heb ik niet echt een adequaat weerwoord.

Op een gegeven moment ging het onderwerp van krabben over in de hoeveelheid haar van mannen, dat juist degenen die kaal waren altijd veel meer haar op andere plaatsen hadden. Vervolgens passeerden diverse familieleden de revue met veel te veel of juist te weinig haar. Nu de vrouwen eenmaal op dreef waren werd ook het eigen haar onder de loep genomen, dat als je weinig van boven had, je juist veel van… maar dan op z’n plat Rotterdams gezegd. Ik was eigenlijk te verbaasd om dat goed tot me door te laten dringen. Laten we wel wezen, ik hoef van mijn kapper echt niet te weten of ze een streepje voor heeft, net zomin als van het kaasmeisje van AH. Maar eerlijk is eerlijk, ze knipte en kneedde m’n haar met liefde, zij het wat hardhandig, voor het eerst hoefde ik niet te wennen toen ik m’n nieuwe coupe en kleur in de spiegel zag.
Marjelle

My town Racoon

14 Reacties op “‘‘Walk and talk like a barber’’

  1. Walk and talk like a barber! zou een Ierse vriend van ons zeggen.
    Als ze niet praten dan is het geen echte kapper.

  2. Hai K, ik vind m’n titel eigenlijk te hard (al zei ze het wel letterlijk), mss neem ik de quote van die Ierse vriend als titel, oké?
    Ja, dat zal best, maar dit soort ontboezemingen ben ik dus weer helemaal niet gewend. 😉
    Edit: inmiddels titel veranderd.

  3. "als je haar maar goed zit".
    Liedje van Vulcano, maar ook: http://www.youtube.com/watch?v=bZegWiosgYk&feature=related

  4. Wel heel toepasselijk filmpje, Aad, mss zet ik die er ook nog in, en dan mijn tekst weg en dan is ’t het blog van K en jou. ;-))

  5. Ha ha.
    Toen ik in militaire dienst zat vroeg een Rotterdams ‘holmaatje’ van mij aan de kalende adjudant of hij misschien last had van de ziekte van Hedel.
    ‘Neu. Hoezo? Wasda?’
    ‘Meer haar op je zak dan op je schedel…’
    Die had gelijk een dag ‘licht gestraft’ aan zijn broek.
    Ceesgegroetjes

  6. Cees nou toch!!!! Foei!!!

  7. En toen wou ik schrijven: ‘…als je haar maar goed zit…’, maar natuurlijk was iemand me al voor geweest! 😉
    Ja, dat gebabbel bij de kapper, ik heb er (ook) niet zoveel mee.
    En dat gevoel, dat het erg moet wennen als je in de spiegel kijkt na afloop, dat blijft het afgelopen jaar gelukkig aardig achterwege.
    Dus ik tel uit, mijn winst…. 🙂

  8. *Dat is dan weer het voordeel van adjudant zijn, Cees. 😉
    *You took the words right out of my mouth, Paco. 😉
    *Dat heb ik ook af en toe, Bart, of ik heb het net bloedig opgeschreven en kom erachter dat het er al stond. 😉
    Ik kan het al veel beter dan vroeger, dat soort gesprekken, eigenlijk kan ik het vrij goed nu, bedenk ik. Alleen kost het me wel enige moeite, ik lees vaak liever of zeg niks, maar ik heb altijd nog wel het gevoel dat ik die ander moet bezighouden… 😉
    Wennen hoef je dan gelukkig minder. 🙂

  9. @ Een nieuwe coupe!
    Ben benieuwd.
    Naar haar. Haar!

  10. Pas maar op, kaalhoofdigen kunnen zich voordoen als weerwolven. Maar goed, er zijn er gelukkig maar weinig die streaken. Rotterdammers kunnen wat grof overkomen, maar meestal is het puur functioneel of ironisch bedoeld.

  11. Hai Sjaal, zie net je reactie binnenkomen terwijl ik aan een nieuw blog bezig ben.
    Ik ook! 😉 Well all will be revealed one day, sometime.

  12. Jouw reactie heeft de mijne gekruist zie ik, John. 🙂 Ben het met je eens, zeker in dit geval, dat ze het puur matter of fact bedoelden, niet expres grof ofzo, voor hen de normaalste zaak van de wereld om er zo over te praten.

  13. Heerlijk is dat Turkse brood. Waarom bakken wij ons brood niet zo.
    Die weke slappe sneetjes van ons:*)
    Mijn eerste liefde heette ook Martin
    en woonde aan de Schoonerbergerweg
    naast de Rochussenstraat waar wij woonden
    Martin Hol en hij had een hondje……
    Mooi vertelt, ech waar joh, echies;)

  14. Ben toch wel benieuwd naar de Turkse bakker hier op de hoek, Annet. ik dacht dat ze alleen van die grote platte broden hadden, die krijg ik niet snel op in m’n eentje.
    Ook al Martin, i.i.g. een andere dan de ‘mijne’. 🙂
    Bedankt, ‘ech wel’. 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.