28-06-2012
In de trein
Wat is het benauwd, ik veeg de zweetdruppels van m’n voorhoofd, niet bepaald de ideale dag om uren met de trein te reizen. Naast wat extra T-shirtjes prop ik ook m’n sandalen nog snel in de weekendtas. M’n hoofd bonkt in reactie op het plakkerigwarme Nederlandse weer. Voor het eerst in een jaar zie ik m’n vriendin uit Curaçao die momenteel op een camping in Overijssel zit. Haar familie is er deze keer ook bij, ik ben benieuwd naar man en drie kinderen die ik nooit ontmoet heb. Drie uur later rolt de trein loom Lochem binnen. M’n B&B ligt op een half uur lopen, gelukkig brengt een taxibus me gratis halverwege. Wanneer ik in de verte een idyllische vijver zie compleet met donzige zwanenfamilie weet ik dat ik m’n bestemming bereikt heb. Prachtige oude villa in een mooie omgeving, de foto’s op de site waren beslist niet gephotoshopt.
Op de camping
M’n vriendin schenkt groene thee in, we zitten in de zon voor het huisje met uitzicht op zwembad en spelende kinderen. Leuk om haar weer te zien, maar ook een beetje onwennig voor het eerst met de hele familie te midden van alle campingdrukte. Als ik uren later, inmiddels is het donker, word teruggebracht naar m’n B&B ben ik moe van de hitte en alle verhalen. Voor de derde keer die dag neem ik een lauwwarme douche, kruip onder de schone lakens en denk aan het engeltje dat ik van haar dochter gekregen heb. Na een paar uur slaap word ik wakker door een hels gebonk, de oude leidingen rammelen en steunen. Het is 06.00 uur, de buren staan op. Ik probeer weer in slaap te vallen, maar blijf woelen tot om 09.00 uur de wekker op m’n mobieltje afgaat. Mijn god wat zijn de muren hier flinterdun, wilde ik juist een paar dagen bijkomen van de burenoverlast in Rotterdam beland ik in een nog gehoriger pand.
In de B&B
Na een uitgebreid ontbijt, mensen converseren hier op fluistertoon, besluit ik m’n vriendin & kids op hun gemak wakker te laten worden en bekijk op m’n laptop de laatste tweets en mail. Inmiddels heb ik bedacht dat het voor m’n nachtrust toch beter is om naar een ander hotel te gaan. Om kwart voor één sms’t vriendin of ik mee wil naar Natuurdiorama Holterberg en of ze me binnen een half uur kan komen ophalen. Haar berichtje blijkt een uur eerder verstuurd en als ik haar bel zit ze al hoog en droog in Holten terwijl ik in m’n uppie in Lochem ben. Het is een voorbode voor de rest van de dag, alles wat mis kan gaan gaat ook mis. Op dat moment heb ik maar twee dingen in m’n hoofd: genoeg slapen en m’n vriendin een paar ritjes Lochem besparen. Ik regel een hotel dichterbij, check uit en loop in de stromende regen naar het station. Onderweg passeer ik twee bordjes die elk een andere kant opwijzen, ik kies de verkeerde en kom ten slotte pas een uur later aan terwijl de trein net voor m’n neus wegrijdt.
In Goor
Op het stationsplein vertelt een jongen me dat de dichtstbijzijnde busstop zo’n 2 1/2 km lopen is van het hotel, geen doen met al die bagage. Het lijnbusje gaat de andere kant op en ook een taxi is in geen velden of wegen te bekennen. Daar sta ik dan in Goor, the middle of nowhere, vriendin in museum, ik gestrand. Uiteindelijk biedt een meisje aan om mij er met de auto naartoe te brengen, lieve mensen bestaan nog gelukkig. Het parkeerterrein van het hotel staat tjokvol auto’s als we aan komen rijden, ook een lange rij mensen staat voor de ingang. Er is een besloten feest en ik word door een medewerkster haastig weggeloodst naar m’n kamer. Iets eten – ik barst van de honger – of drinken op het zonnige terras kan vandaag niet krijg ik te horen, ook het restaurant is vanavond niet open voor hotelgasten. De moed zakt in m’n schoenen, heb ik de hele dag van A naar B gesjouwd om uiteindelijk híer terecht te komen. Het is vijf uur inmiddels, nog steeds geen bericht van mijn vriendin.
Bij de Watermolen
Na een drukke campingavond met de nodige wijn en wederom een korte nacht, m’n nieuwe buren vonden het nodig om al om 08.00 uur ’s morgens een verhitte discussie voor m’n deur te voeren, bijt ik vermoeid in een zacht bolletje met kleffe kaas. Wel lekker dat ik nu op het terras kan zitten, alle feestgangers zijn verdwenen, ik heb het rijk bijna alleen en kijk naar de overkant waar het gras echt groener is. Met de warme zon op m’n gezicht droom ik even weg. Dan zie ik opeens het vertrouwde gezicht van vriendin om de hoek komen. ‘Zullen we naar de Watermolen gaan, daar kun je ook foto’s maken’, zegt ze. Als ik even later de koeien in de wei zie liggen, een paard in z’n element, de contouren van een waterrad en een pittoresk terrasje leeft m’n hart op. Fijn dat we nog even rustig kunnen praten voordat ik aan de drie uur durende terugreis naar Rotterdam begin.
Marjelle
River of Time Van Morrison