Tagarchief: ingrid michaelson

Bloggers in beeld (17) – De botanische kat


hint: de blogger is een ♂

Minifotoserie

Bloggers in beeld (1) – Lookalike Blew
Bloggers in beeld (2) – Bit by bit TelMiep
Bloggers in beeld (3) – Flowerpower Annet Lemaire
Bloggers in beeld (4) – Ik kom een druppel later Beus & Frans Muthert
Bloggers in beeld (5) – I want to ride my bicycle Jeetjemina

Bloggers in beeld (6) – Under my wings De Stripman
Bloggers in beeld (7) – Bambi Rein-john Scholtens
Bloggers in beeld (8) – Golfjes Bart
Bloggers in beeld (9) – Kwáák! Vroems
Bloggers in beeld (10) – Lief² Marjelle
Bloggers in beeld (11) – Nimf Gus Bolden
Bloggers in beeld (12) – Dobber eWil
Bloggers in beeld (13) – Black is beautiful! The Tree
Bloggers in beeld (14) – ‘Chop chop’ Kokopelli
Blogge
rs in beeld (15) – Living on the edge
Trekmoment
Bloggers in beeld (16) – Aan de Kralingse plas Maria-Dolores


Locked up Ingrid Michaelson



Muziekkeuze, titel en tags staan los van de foto en succes!

‘Ik heb de zon zien zakken in de zee’

Voordat ik iets ga drinken in de zomerzon besluit ik naar de kinderboerderij te fietsen. Ik heb behoefte aan een rustgevende omgeving waar leven inzit. Ik voel me er op m’n gemak, een beetje rondslenteren, m’n ezel op de foto zetten en af en toe een vertederde blik werpen op pluizige langoren en jong geitenspul. De pijn die de laatste dagen weer begonnen is nadat het een paar jaar veel beter ging, heeft hard afleiding nodig en ik ook.


Na m’n rozige maandag in Scheveningen volgde er weer een week waarin niet de zon maar lethargie hoogtij vierde. Mijn wereld zit muurvast en ik klem. Dat doet me even aan ‘Alledaags draaiboek’ denken, een gedicht van Marianne Reeders ooit.
Het afgelopen weekend had een vriendin ook andere plannen en vandaag besluit ik er weer zelf op uit te trekken.





terwijl ik tussen pauwen en kippen door manoeuvreer flitst het idee door me heen om een half dagje mee te helpen op de boerderie, vrijwel meteen besef ik dat dit nu veel leuker lijkt dan in de pure winterkou. bovendien hou ik wel van aanpakken, maar niet van strontscheppen. nederlandse les aan buitenlanders is wellicht een beter idee of heel misschien m’n oude beroep van corrector/redacteur weer op proberen te pakken.


als m’n ogen uitgeknuffeld zijn strijk ik neer op een terrasje vlakbij. m’n strandplannen heb ik een dagje uitgesteld, omdat ik morgen met e. in hotel new york ga lunchen. als het woensdag mooi weer is, dan ga ik voor de tweede keer in jaren weer naar zee, lekker loom in het zand liggen en alles even van me afzetten voorzover dat kan.
zand – zee – zon – zijn.
marjelle


are we there yet? een erg mooi nummer van ingrid michaelson


De Kus

De auto rijdt zonnig Scheveningen binnen, het wordt steeds toeristischer naarmate het strand dichterbijkomt. ‘Ik ruik de zee bijna’, zeg ik tegen hem als we de hoek om vliegen en ik haar in de verte al zie glinsteren. Fleurige strandtentjes, zeelucht, bruinverbrande mensen, ik voel me even op vakantie, de strakblauwe hemel en stralende zon spelen het spel mee. Als ik het Solbeach-terras op stap, loop ik meteen een mooie jongen met dienblad tegen het strakke lijf. Zo’n blond type met van die onschuldige blauwe ogen waar ik vroeger wel op viel, op lief val ik nog steeds trouwens. Ze draaien hier ook lekkere muziek, ik laat me meevoeren door de klanken.

De zee straalt me tegemoet, ik loop door naar het strand en kijk naar de schuimbekkende golven die ik voor het eerst in jaren weer zie. Zee, wat ben je mooi! Het strand, de zon, de bijzondere sealine, ik zuig het allemaal in me op. ‘Ik kom er zo met m’n pootjes in’, beloof ik. M’n gedachten en ik, we zijn er even tussenuit, besef ik, zelfs de meeuwen kijken me hier anders aan dan in Rotterdam. Gelukkig is het maandag, het is rustig op het strand, ik hou niet van al die warme lijven boven op elkaar, ook in de lift moeten mensen niet te dichtbij komen.

Op het terras drink ik gulzig van m’n tonic en neem af en toe hapjes brood. Ik ben ongedurig en wil met m’n voeten in het zand en in het water, heel veel foto’s maken, dromen, de zon op m’n huid voelen en eindeloos naar de zee kijken. Ik kom zeker terug, dat weet ik, de eerstvolgende zomerdag spring ik weer in de trein. Die keer neem ik dan een wel opgeladen mp3-speler mee. Lekker luieren in het zand met de muziek van Renaissance, Stone the Crows, Neil Young en Ingrid Michaelson in m’n oor.

Na een paar uur strand besluit ik naar het Kurhaus te lopen. met opgerolde spijkerbroek, zonnebril in m’n haar en camera bungelend om m’n nek worstel ik me door het rulle zand. Onderweg maak ik foto’s van mens, dier, schelp en een verdwaald hartje. Het was heerlijk lui liggen daarnet in het zand, de zon kietelde m’n huid en de wind blies luchtig onder m’n shirtje waar een rood bh-bandje nog bovenuitstak, een schril contrast met m’n bruin-witte armen. Moe en warm lag ik op m’n handdoek met op de achtergrond het geluid van krijsende zeemeeuwen, spelende kinderen en het ruisen van de zee. Ik voelde m’n lijf steeds lomer worden en viel bijna in slaap.

Als ik ook de Kurhaus-fontein op de foto heb gezet wandel ik vervolgens de chique lobby binnen en vraag aan de vriendelijke receptionist waar het terras is. Onderweg fotografeer ik nog snel een zeemeermin die zich lieftallig heeft neergevlijd in een raamkozijn. Even later zit ik rozeverbrand, vermoeid en voldaan aan wijn en water met meer dan 160 foto’s op m’n camera en de zee aan mijn voeten.
Marjelle

Everybody Ingrid Michaelson

Op z’n Delfts!

Om half drie besluit ik naar Delft te gaan met in m’n hoofd de kinderboerderij en de botanische tuin van de TU. Het is voor het eerst in de tien maanden dat ik hier woon, terwijl het toch zo vlakbij is. In de trein bedenk ik dat ik beter een fiets kan huren, ik ben nu eenmaal veel meer een fietser dan een loper. Heerlijk is het om even later op een onbekende NS-fiets over vreemde paden te vliegen, wat een verschil met mijn oude, afgetrapte fiets die nog steeds wel m’n trouwe maatje is.

Steeds dieper dring ik door in het groene hart tot er opeens uit het niets links van mij Th eeschenkerij Het Rieten Dak opdoemt, een idyllisch plekje in de Delftse Hout. Ik parkeer m’n fiets in de schaduw van een boom en worstel met het nieuwe slot. ‘Damn’, het lukt me niet, er zit niks anders op dan het terras op te lopen en het iemand te vragen. Hulpeloos kijk ik rond, dat gaat vanzelf in zo’n situatie, gelukkig springt er een man op. Hij rommelt wat met het slot en voordat ik het weet staat m’n fiets nu op veilig.



Mooi is het uitzicht
op de met rietkragen omzoomde plas, de tijd staat hier werkelijk stil. Ik voel de zon door m’n rode tuniek heen branden, terwijl de wespen vrij spel hebben boven de tafels ondanks de bakjes gevuld met citroen en kruidnagel. Het is al vier uur zie ik op de display van m’n mobieltje, ik ben veel te laat vertrokken. Dieren kijken kan maar tot half vijf en planten zo natuurgetrouw mogelijk op de foto zetten tot vijf uur. Ik besef dat het ditmaal bij anderhalve kinderboerderijgeit zal blijven en dat ik de tuin tegoed hou voor een volgende keer.

Via de korte weg rij ik terug naar het centrum en beland op een groot plein vol fleurige terrassen en een imposant bronzen beeld. Ik ben niet bepaald de enige met camera, het wemelt van de toeristen, hier en daar vang ik flarden Frans op, daarnet zag ik vlak bij Het glimmende Blauwe Hart een Spaanse touringcar staan, ik waan me een beetje in het buitenland. Bij Bagels & Beans drink ik een glas jus d’orange, sla de zoveelste wesp van me af en besluit terug te gaan naar Rotterdam. Even een momentje van paniek, waar had ik ook alweer m’n leenfiets neergezet?
Delft, bijzondere oude stad, met je studenten, mooie grachten, leuke steegjes, je doet me aan Haarlem denken. Toch mis ik iets, maar wat het precies is, misschien lag het wel aan mij of aan de waan van de dag, je kwam niet echt tot leven.
Marjelle

Sky Ingrid Michaelson

Verraden

In een brandende 33 graden fiets ik woensdag naar Loods Celebes, ver voorbij de Erasmusbrug. Het zweet gutst van m’n voorhoofd terwijl ik ingespannen kijk of ik een groene container zie. Wijn of water, alleen al om de naam wilde ik ernaartoe, blijkt nog gesloten ondanks de informatie op de site. De vriendelijke jongen biedt me iets te drinken aan. Met een glas tonic sta ik even later in de zinderende hitte op het terras en laat het uitzicht op me inwerken. Er hangt een vreemde sfeer, een gevoel van leegte, grote en kleinere schepen die roerloos aan de kant liggen in afwachting van actie, hier en daar een verdwaalde werknemer die geniet van z’n sigaret, hoge gebouwen met spiegelende ramen die niets verraden van wat zich erachter afspeelt.

Op de terugweg maak ik foto’s van alles wat er op het water deint en golft, een politieauto rijdt loom de hoek om, ook agenten hebben het warm. Dit is een voor mij nog relatief onbekend stuk Rotterdam, ik rijd langs de Euromast, ‘hoog, Sammy, kijk omhoog’, met aan de voet ervan groepjes toeristen. Ik kom langs een drijvend wokrestaurant, zie café De Ballentent voorbijflitsen en beland uiteindelijk weer op de mij zo vertrouwde Boompjes. Ondertussen droom ik van een verkoelende douche en van de zee waar ik morgen misschien m’n pootjes in ga baden, afgewisseld met gedachten aan H. Gisteren voelde ik weer die pijn opvlammen, verdriet om wat opeens weg is na vijfentwintig jaar en tranen om de manier waarop.



‘Ik voel me verraden’, besefte ik, terwijl m’n handen automatisch doorgingen met borden afspoelen, ‘door de laatste persoon waarvan ik het ooit had verwacht’. Het heeft m’n vertrouwen in liefde en oprechtheid een klap gegeven. Toch ben ik niet eens kwaad, maar misschien zit die primaire woede veel dieper weggestopt, bovendien ben ik heel loyaal en kost het me zelfs nu nog moeite om een woord als ‘verraden’ in combinatie met hem te gebruiken. Maar mijn waarheid moet er ook uit, mijn onderste steen boven, ik heb hem lang genoeg beschermd.
Van de voornamelijk vrouwen die ik de afgelopen paar jaar heb ontmoet heb ik bij bijna niemand echte herkenning of momenten van verbondenheid gevoeld, wel verbazing af en toe over hoe bang mensen kunnen zijn voor openheid en eerlijkheid, nu was ik vooral vriendschap met mannen gewend. Steeds meer vraag ik me af of ik die ooit nog tegenkom, mensen die me raken en geraakt worden door mij. Zonder liefde staat mijn wereld stil.
Marjelle

The Chain Ingrid Michaelson

I had a dream

Gisteren werd ik wakker met een droom nog half in m’n hoofd, soms zijn dromen zo dichtbij dat je de mensen erin bijna letterlijk aan kunt raken, deze keer was dat ook zo.
De hoofdpersoon was een blogger die er heel anders uitzag dan ik me op basis van een oppervlakkige beschrijving had voorgesteld. Daarnaast kwam er nog iemand in voor die ook belangrijk was, maar waarvan alleen duidelijk werd dat het om een man ging. Een vriendin speelde een bijrol en was jonger en mooier dan in werkelijkheid. Toch herkende ik de man die er heel anders uitzag dan ik dacht meteen, we keken elkaar aan, omhelsden elkaar en ik wist zeker dat hij het was. Het voelde zo vertrouwd en veilig alsof ik hem al m’n hele leven kende. Toen ik later loom m’n ogen opendeed, voelde ik nog een zweem van de verbondenheid die ik kwijt ben geraakt afgelopen jaar en even in deze droom terugvond.

Vandaag ontwaakte ik met het vervolg in m’n hoofd. Het verhaal had een vreemde wending gekregen, er kwam nu een andere man in voor die mij op een bepaald moment begon te zoenen. Alleen op een manier die ik niet echt lekker vond, met z’n tong bijna in m’n keel, maar ik deed m’n best om er nog wat van te maken. Opeens verscheen achter glas het gezicht van de man die er heel anders uitzag dan ik dacht. Hij zei dat we het niet goed deden. Dat irriteerde me waarop ik tegen de andere man zei ‘ik zal hem weleens laten zien dat dat onzin is’. Vervolgens liep ik naar boven, op zoek naar de man achter glas en was er helemaal klaar voor om hem een zoen te geven die hij nooit meer zou vergeten… toen werd ik wakker.

Marjelle


Die Alone Ingrid Michaelson

Friet van Ladage!

Vorige zaterdag
Leila belt of ik vanavond wil dansen op station Haarlem. Ik was net aan het bedenken naar welke nieuwe groene oase ik vandaag zou fietsen. Zin in dansen heb ik altijd – ik besef dat de laatste keer erg lang geleden is, toen woonde ik zelfs nog in Weesp – maar het gedoe eromheen met fiets en trein zie ik minder zitten. Bovendien is m’n fietslamp kapot en een armreflector kon ik daarstraks niet krijgen.


Op de terugweg zag ik een agent bij een stoplicht staan en besloot hem naar verlichting en regels te vragen. Voordat ik er erg in had, hoorde ik mezelf zeggen ‘m’n lamp is kapot en-’, hij keek enigszins bedenkelijk naar mij en m’n fiets waar het losse draadje aan bungelde. Ik praatte er snel overheen en vroeg hem hoe dat zat met boetes als ik alleen zo’n lichtgevend klikgeval op m’n mouw had. Een ledlampje op m’n koplamp was dé oplossing volgens hem en ik knikte instemmend.


Voor het eerst in tijden bijt ik ’s middags weer in echt knapperigvers stokbrood dat met een stralende glimlach geserveerd wordt. De berg sla schuif ik gauw opzij. Ik hou er niet van als broodje en kaas zo’n weeïg geheel worden. Ik zit hoog op het terras van de Centrale Bibliotheek met onder andere uitzicht op de frietkraam van Ladage. Lekker vond ik toen die goudgele frieten in puntzak die ik samen met Hans opat.


Markttaferelen spelen zich af onder mij in het bruisende hart van de stad, een witte bloes in een kledingkraam wappert in de zon en lijkt heel erg op de mijne die Robijntjezacht in de kast ligt. ‘Ja, maar jij hebt ontzettend weinig met Nederlands in je hoofd’, vang ik een flard op van het gesprek tussen het knorrige stel naast me. Beneden zie ik een vrouw worstelen met een te grote plant die maar niet in haar fietstas wil. Opeens komt de nachtmerrie van eergisteren weer terug, ik droomde dat jongens voor m’n ogen een gans doodsloegen, het bloed spatte in het rond terwijl ik steeds wanhopiger gilde en niemand om me heen iets deed.

Dansen op het station kan helaas niet meer, want dat zit in de zomer nu in Zandvoort en vanaf oktober op een andere locatie, google ik even snel als ik weer thuis ben.

Dat is nog een stuk verder met de trein zelfs, al heeft die stad wel de zee aan haar voeten. Misschien ga ik binnenkort toch een keer naar het strand, eerst pootjebaden en aan zandkastelen denken, daarna dansen tot de zon ondergaat. Wie weet.

Deze zaterdag
Elly belt of ik zo meteen ook naar een terrasje wil in het centrum. Ik dacht net aan haar en waar ik vandaag naartoe zou gaan. Zin in terrasjes heb ik altijd, vooral als het zo’n schitterend weer is. Ik douche in een recordtempo en trek een sprintje op de fiets. Van Bavaria City Racing is nog niets te merken, alleen de dranghekken en gesloten hamburgerkraampjes langs de kant zijn de nu nog stille getuigen van het racespektakel van morgen.

Marjelle


Morning Lullabies Ingrid Michaelson


Bloggers in beeld (9) – Kwáák!

Ezels zijn ook lief!

Toen ik een klein meisje was geloofde ik al niet dat prinsen op witte paarden voorbij zouden galopperen en me voor altijd gelukkig maken. Ik had het ook te druk met het afknippen van Barbiepoppenhaar en madeliefjes rijgen. Wel heb ik liever dat verhalen goed aflopen en mensen eindeloos gelukkig samenzijn, maar in m’n eigen relaties is ‘altijd’ niet het uitgangspunt. De enige waarbij ik na een aantal jaar dacht dat de vriendschap nooit meer over zou gaan was Hans. ‘Till death do us part‘. Het liep anders na vijfentwintig jaar lief en leed en al hou ik niet van woorden als soulmate en tweelingziel, ik geloof wel in zielsverbondenheid, iets dat ik tot nu toe alleen met hem in die mate heb gekend.



De prins op het witte paard bestaat niet, mij gaat het erom dat ik iets essentieels in de ander herken. Het is dan ook geen toeval dat de vier partners waar ik een langere relatie mee heb gehad een dominante vader gemeen hadden. Die van Hans leek op bepaalde punten zelfs als twee druppels water op de mijne die altijd moeite had met mannen die liever, zachter en vrouwelijker waren. ‘Idioten’ vond hij het op z’n minst genuanceerde momenten. Sommige dochters kiezen het evenbeeld van hun vader, andere kiezen iets heel anders zoals ik, één ding kwam wel overeen, z’n gulheid hadden ze ook. Wie weet zit een volgende partner er voor het eerst tussenin, misschien af en toe iets duidelijker dan me lief is, maar wel met een heel klein hartje.
Marjelle

You and I Ingrid Michaelson

Was ist Los?

De warmte valt boven op me, het is ergens wel lekker om de hete zon te voelen branden op m’n huid. Ik zit heel stil en laat me onderdompelen. Straks komt E. ook hiernaartoe en gaan we daarna naar het idyllische plekje in Het Park, waar ik het woord ‘broodje’ sinds vorige keer nauwelijks meer over m’n lippen krijg. De dame naast me heeft dezelfde soort muizige stem als de vriendin van H. valt me op, haar continue woordenstroom kabbelt half langs me heen. Ik probeer me er helemaal voor af te sluiten en duw ook de gedachte aan hem weg.


Afgelopen zondag toen ik rustig wegdobberde op de fluisterboot in Den Bosch voelde ik opeens iets scherps in m’n mond, ik schrok en besefte dat het een stukje van een kroonhals moest zijn, een heel slecht teken aangezien m’n bruggen en kronen vrijwel geen nieuwe aanslag meer overleven en dat geldt ook voor mij. Vandaag boorde de pijn zich licht naar de oppervlakte, ondertussen probeer ik m’n ongerustheid te bedwingen en duw ook de gedachte hieraan weg.
‘Whóesj!’



M’n vriendin is een stuk kribbiger dan anders, ze heeft last van de warmte blijkt en dat zal ik weten ook. Op dat soort momenten heb ik vaak de neiging om de ander op te peppen, af te leiden, mee te leven, kortom veel te veel begrip te hebben, observeer ik weer. Als later ook nog blijkt dat in Parkzicht een bruiloft aan de gang is en we er niet terecht kunnen, wordt het geklaag erger. Ik begin het nu echt beu te worden en vraag me af of we uberhaupt nog gaan uiteten of wellicht beter naar huis kunnen gaan. Ik besluit er iets van te zeggen, al is het alleen maar voor mezelf.





nadat ik onderweg meermalen heb aangehoord hoe ver het allemaal wel niet lopen is, dat er tóch niets in de buurt is waar je wat kunt eten en dat het veel te warm is, belanden we uiteindelijk bij restaurant panorama op de schiedamsedijk waar h. en ik vroeger jaren gewoond hebben. terwijl ze neerzijgt op een stoel slaat meteen haar humeur om en verschijnt er daadwerkelijk voor het eerst weer een glimlach op haar gezicht. wat ben ik dan eigenlijk makkelijk met dit soort dingen, gaat het door m’n hoofd en dat zeg ik ook tegen haar. ze beaamt het volmondig.


het menu heeft hier en daar een exotisch tintje, maar er is ook gewoon kabeljauw als je bepaalde kruiden niet kunt verdragen zoals ik. lekkere muziek klinkt vanuit de bar die wordt gerund door een paar vriendelijke portugezen. de stemming is een stuk beter nu en ik kijk ontspannen om me heen. hier kom ik nog weleens terug, denk ik, misschien met o.
Het eten ziet er heerlijk en kleurig uit, maar omdat het plotseling begint te regenen slepen we het tafeltje snel onder de grote parasol. De kok komt ook nog een handje helpen en geeft net dat ene laatste niet noodzakelijke zetje waardoor alle gerechten van tafel vliegen en een bord omgekeerd in de stoel belandt. Het versgeserveerde eten ligt nu overal.



Hij biedt onmiddellijk aan om het allemaal opnieuw te maken en ijlt terug naar de keuken. Het was ergens wel een komisch gezicht, maar we vinden het vooral sneu voor hem. Bovendien heb ik niet zo’n honger meer nadat ik me al tegoed had gedaan aan een half mandje stokbrood en een deel van de vis. Een glas wijn later komt de tweede versie die er even lekker uitziet. Echt wel een aanrader dit restaurantje aan het water als je van ongedwongen, niet duur, vriendelijk en gezellig houdt.
‘Eet smakelijk!’ zeg ik tegen E., nu voor de tweede keer.
Marjelle


Porcelain fists Ingrid Michaelson