Vannacht moest ik weer om mezelf lachen, ik heb in m’n leven al meer vreemde dingen uitgehaald, sommige vertel ik misschien nog wel een keer, andere niet. Ik stond op het punt naar bed te gaan, deed eerst nog een rondje langs de gordijnen, zette m’n mobieltje uit en gewone telefoon op speechless, wierp nog een laatste blik op m’n pc voordat ik ook die afsloot en klikte vervolgens alle lichten uit. Ik keek op de klok, het was hoogste bedtijd, Beer lag allang op één oor.
Hoe het kwam weet ik niet, maar opeens voelde ik de drang om de ijskast open te doen en stond ik oog-in-oog met een macaronischotel. Resoluut deed ik de deur weer dicht en liep naar m’n slaapkamer. Onderweg hield ik stil — de pasta lonkte — al waren het maar een paar happen, ik moest en zou ze proeven. Toen ik mezelf daar zo zag staan, half vier ’s nachts met één been al bijna in bed smachtend naar macaroni, moest ik lachen. Ik herinnerde me weer die keer in dat verlaten huis ergens op het uitgestorven Franse platteland terwijl het bliksemde en donderde, de telefoon afgesloten was en de enge kettinghond buiten zich schor gromde, maar dat is een heel ander verhaal en niet echt om te lachen.
Opeens zag ik mezelf teruglopen, het bakje uit de ijskast pakken, de magnetrondeur opendoen, het bakje erin leggen, na het vijfminutenpiepje er weer uithalen en de dampende macaroni op een wit ontbijtbordje scheppen. Ik nam een hap, en nog één en dacht: mmm… Op dat moment stak een slaperige Beer z’n gapende snuitje om de hoek. Hij kwam kijken wat ik allemaal aan het uitspoken was midden in de nacht. Toen hij mij met een mondvol macaroni zag, werden z’n kraaloogjes drie keer zo groot. Hij keek me aan en riep: ‘Voel jij je wel helemaal lekker!?’ Ik glimlachte en zei: ‘Ik had er gewoon zo’n zin in!’
Marjelle
Foto Beer: Witold Riedel
Meer Beer o.a. in:
‘Wát ga je doen?’
Beer wil meer!
Turkse buurtflarden