Tagarchief: neil young

Heart of gold

On an ocean Lisa Gerrard

RZ stelt zich voor

Birds Neil Young

Chillen in het klooster

Buurman laat z’n ongenoegen over de uitnodiging van de woningbouw duidelijk blijken, drumsolo’s gieren door het plafond. Ik pak de laatste spullen in, geef nog wat dorstige plantjes water en haal opgelucht adem als het tijd is om naar het station te gaan. Een paar dagen logeren in een voormalig klooster in een landelijke omgeving is precies waar ik nu behoefte aan heb. Het kost ook weinig want met m’n foto voor HotelSpecials heb ik een cadeaubon van 80,- euro gewonnen. Na een overstap op Utrecht en Eindhoven beland ik ten slotte in de trein naar Deurne, een plaats in Brabant waar ik niet eerder ben geweest. Als ik uitstap voel ik de lentezon op m’n gezicht, het ruikt hier ook anders, landelijk en puur. De man aan wie ik de weg vraag naar Willibrordhaeghe vertelt me dat hij er als voetbaltrainer met de internen heeft gewerkt toen het nog een klooster was.

‘Daar heb ik m’n eerste meisje leren kennen’, voegt hij er lachend aan toe. ‘Is ze uiteindelijk ook je vrouw geworden?’ De vraag is eruit voordat ik er erg in heb. ‘Nee, dat niet, maar m’n vrouw heeft wel dezelfde achternaam al zijn ze geen familie.’ We nemen afscheid. Kort daarna zie ik een auto luid toeterend voorbijrijden en opeens stoppen. Ik loop door totdat dezelfde man heftig gebarend uit de auto springt en roept: ‘daar is het hotel!’ Wat zijn ze aardig hier, die positieve indruk wordt nog bevestigd als ik even later de brede oprijlaan oploop en bij de balie verwelkomd word door de vriendelijke receptioniste. Mooi gebouw en dito granieten trap, er hangt een serene sfeer. Ik bestel een tonic op het terras, leun lui achterover en denk even helemaal nergens aan.
Marjelle

Oh Susannah
Neil Young

Bij de beesten af! (1)







Als je aan het eind een lamme hand hebt gekregen van het fotoscrollen, aai dan even iets pluizigs. 

 

Ayub Ogada Kothbiro


Stapelgek

Vorige week

We kijken elkaar aan, de stapel en ik, ‘het is nu of nooit’, denk ik en pak de eerste de beste rekening die bovenop ligt. Met m’n verstand op nul en blik op de papierberg voor me begin ik driftig te sorteren en weg te gooien. Uren later ontwaak ik uit m’n trance en zie dat ik inmiddels omringd ben door een veelvoud aan kleine stapeltjes, zelfs m’n toetsenbord is half bedolven onder de bankafschriften. M’n muis blijkt niet bestand tegen al dit opruimgeweld, stuurloos glijdt de cursor over het scherm, allerlei vensters klappen tegelijk open, een soort van domino-effect. Ik moet dringend op muizenjacht want bij deze klus heb ik een werkend exemplaar nodig, geen beestje dat niet naar mijn klikaanwijzingen luistert. Een vergeten Dell-muis ergens in een la brengt tijdelijk uitkomst, ik weet nu ook waarom hij daar ligt, ik krijg meteen last van m’n arm.




na een opkikker tomaat ga ik weer aan de slag. nietsvermoedend vis ik het volgende item uit de sterk geslonken hoofdstapel en herken meteen het handschrift van h.* het zijn twee emotionele brieven uit de periode dat het erg slecht met hem ging. er valt ook een foto uit, ik kijk lang naar het vertrouwde gezicht en dwing mezelf om stukjes uit de brieven te lezen. soms nestelt het verleden zich in een klein hoekje van je bureau. tussen alle paperassen kom ik ook nog een gloednieuw bankpasje tegen van m’n laatste ex, die ik de afgelopen jaren niet van de gezamenlijke zakelijke rekening kon verwijderen omdat ik daarvoor eerst z’n handtekening nodig had. lastig vragen aan iemand die van de aardbodem verdwenen lijkt en niet in staat bleek om ons samenwerkingsverband op een goede manier af te sluiten.




ze zouden op school naast huis-, tuin- en keukenvakken als taal, economie of geschiedenis ook bijvoorbeeld een cursus ‘hoe overleef ik m’n ex‘ moeten geven. je kunt mensen zoveel onnodige ellende besparen als je een relatie goed weet af te ronden. gelukkig hoef ik nu niemand meer om een handtekening te vragen, hoef ik als niet-programmeur ook geen 1000-en-1 pogingen meer te wagen om onbegrijpelijke php-scripts te doorgronden. de v.o.f. is ontbonden, de puzzelwerkzaamheden zijn allang verleden tijd, alleen de zakelijke rekening en sites moeten nog worden opgeheven. het is de hoogste tijd om met dingen en mensen ‘af te rekenen’, niet op een vervelende manier, maar eerlijk, met open vizier.

Uitgerekend vanmiddag rolde er een mail in m’n inbox met daarin het verzoek om puzzels te leveren voor ‘de Maand van het Spannende Boek’. Als ik er hulp bij zou hebben, zou ik het heel misschien overwegen aangezien ik wel zwem in m’n tijd maar allang niet meer in m’n geld.

Marjelle

My heart Neil Young
Gestreeld en gekrast Alex Roeka

*Ex-beste-vriend

Tot slot

1 In de trein

Stone the Crows klinkt in m’n koptelefoon, flesje water en mobieltje liggen voor me, ik zit in de warme, stilstaande trein naar Driebergen-Zeist. Om 13:33 uur precies rolt hij Rotterdam uit en erna moet ik in Utrecht overstappen waar ik drie minuten de tijd voor heb. Echte blues, Maggie Bell heeft een bijzondere, doorleefde stem. Het zweet parelt op m’n voorhoofd, ik kom regelrecht onder de hete douchestraal vandaan en ben meteen op de fiets gesprongen, deze benauwde coupé is de spreekwoordelijke druppel. Inmiddels is Neil met z’n Southern Man voor Maggie in de plaats gekomen, heel andere muziek, ook mooi.

‘Eén keer in de drie maanden
moet ik naar deze dame in Zeist’, peins ik, ‘leuk is anders’. De energie om iets soortgelijks in Rotterdam te regelen ontbreekt me tot nu toe. Zelfs de btw-aangifte 2008 over de allang opgeheven vof heb ik nog steeds niet gedaan. Dat heeft alles te maken met de periode waarin ik nog met één been hang, ik krijg het woord zelf m’n strot niet uit. ‘I’m gonna give you till the morning comes’ klinkt nu in m’n oor, lief nummer, and I’m such a sucker for sweet.

Uit m’n ooghoek zie ik een jongen met zwarte paardenstaart over perron Rotterdam-Alexander lopen. Mannen met lang haar, ze zijn er nog steeds gelukkig, ik denk even aan m’n laatste ex met weelderig haar tot ver over z’n schouders.

Misschien ga ik straks als de dreigende luchten openbarsten een poosje rondslenteren in de enige slottuin die Zeist rijk is.

2 Op het terras

Na allerlei omzwervingen beland ik dan toch aan de Zinzendorflaan. Vraag nooit aan een automobilist hoe ver iets lopen is, het beloofde kwartiertje wordt in dit geval algauw een half uur flink doorstappen langs verlaten bospaden. Het is hier lekker rustig, er zitten alleen een paar oudere dames en een knappe jongen is foto’s aan het maken. De omgeving is landelijk, ik heb nog nooit zoveel bomen en planten gezien als de afgelopen dagen, m’n groene hart klopt tevreden. Het kasteel zelf is helaas gesloten, maar in de tuinen kun je heerlijk ronddwalen.


‘Wandelen doe ik later’, besluit ik, ‘eerst wat drinken’. Het is inmiddels half vijf en ik heb ook zin in een vers broodje zonder tierlantijnen. Dat laatste blijkt geen probleem voor het brasseriemeisje, alleen jammer dat mijn ‘en een beetje boter graag’ een hele berg is geworden. Het druppelt langs het stokbrood tussen m’n vingers door, straks zit ook m’n camera onder, gelukkig is het bijgeleverde servet XL. Helaas kan ik geen kijkje nemen in de pracht- en praalkamers van weleer, maar misschien kwaakt er zo meteen wel een prinselijke kikker me vrolijk toe vanuit een van de slotvijvers.


‘Vandaag staat in het teken van bomen en honden’, bedenk ik. Nadat de pitbull tegenover me in de trein net iets te enthousiast aan zijn riem rukte toen hij me zag, de losspelende hond voor het kasteel ook met gespitste oren bleef staan toen het hem opviel dat ik een stap achteruit deed, de Berner Sennen op me afrende in de slottuin en z’n baasje liet lullen of was het nou brullen, kan ik even geen hond meer zien. Ook m’n portie boom heb ik voor vandaag wel gehad, maar dát is morgen alweer over.

3 Achter de camera



een omgetoverde kikker


na een uur lopen eindelijk een bord-mét


honden, koeien, vlinders en ’n paardenmeisje tot slot