Vanmiddag had ik een afspraak met dezelfde verhuurmakelaar van Havensteder die er verantwoordelijk voor was dat de verhuizing naar de Noordsingel op het laatste moment niet doorging. Deze keer gaat het om een driekamerparterrewoning die op een heel wat minder sprookjesachtige locatie ligt dan het pand met uitzicht op een bruisende fontein en ganzen. De makelaar was toen vergeten te melden dat er een jaar lang een bouwproject naast mijn deur zou komen terwijl hij wist dat ik juist vanwege geluidsoverlast wilde verhuizen. Met als gevolg extra stress, vijftig uur weggegooide tijd, allerlei gevolgschade en veel negatieve effecten op m’n gezondheid. Toen die affaire een paar maanden geleden speelde verdween hij van de ene dag op de andere van het toneel. Als ik hem nu een paar kritische vragen stel over die nachtmerrie wuift hij de verantwoordelijkheid weg. Ik confronteer hem met z’n uitspraak dat hij ‘van geen bouwproject wist’ en dat dit tegengesproken werd door zijn teammanager.
‘Dat project zat natuurlijk wel ergens in m’n achterhoofd’, zegt hij en vervolgt dat hij er na de fusie van twee woningbouwverenigingen nieuw in is komen rollen en geen tijd heeft gemaakt om dat soort dingen goed uit te zoeken. Iets wat hij een seconde later verandert in ‘daar was geen tijd voor’. Verantwoor-delijkheid nemen voor je fouten is niet iedereen gegeven, zo blijkt maar weer. Ik kijk om me heen naar de rode, roze en groene muren in de living, het rafelende gouden behang in de kleine kamer met een deur naar een lief tuintje waar meteen de buurtpoes kennis komt maken. Er moet hier heel veel gebeuren, een paar likjes verf dekken de lading niet, er moet gestript, behangen, gesausd en gespoten worden. Ik krijg het benauwd, dit lijf en deze rug zitten er zo doorheen, ik vraag me af of ik momenteel überhaupt in staat ben om weer te verhuizen laat staan te klussen nauwelijks twee maanden na de bijnaverhuizing. Niet alleen oververmoeid door buren en pijnperikelen de laatste tijd, inmiddels heb ik ook een nieuwe wortelontsteking en moet misschien weer onder het mes.
Buren waarbij ik aanbelde, de vrouw verstond me niet en riep haar zoons erbij, zeiden dat het wel redelijk rustig was hier. Een voorbijganger vertelde me daarstraks dat dit deel van de Agniesebuurt niet zo goed bekend staat, maar Crooswijk waar ik nu woon is ook niet best. Bovendien heeft de woningbouw mij inmiddels voor het blok gezet. Dit is hun laatste bod, als ik daar nee tegen zeg doen ze niks meer voor me. Zeer onterecht, de vorige twee aanbiedingen waren echt niet gelijkwaardig aan het appartement op de Noordsingel, maar in je eentje opboksen tegen zo’n woonmastodont is bijna onbegonnen werk en dat weten ze. Ik ijsbeer door de kamers, kijk af en toe door het raam naar de buitenplanten, voors en tegens, terwijl de makelaar verder door het huis flierefluit en me op ditjes en datjes wijst. Op de valreep bagatelliseert hij nog even de veertig M/V die op deze galerij woont en meermalen per dag via trap of lift pal naast m’n eventuele toekomstige voordeur naar binnen en buiten banjert. Dit weekend moet ik beslissen, neem ik de gok of blijf ik zitten waar ik zit.
Marjelle