Tagarchief: uiteten

Dóm schaap!

Met zon vertrek ik uit Rotterdam, naarmate de trein steeds dichter bij Ermelo komt pakken donkere wolken zich samen. Weeronline zat er deze keer helemaal naast. Ik heb niet alleen geen paraplu bij me, ook m’n kleren zijn nog in lentestemming. Mistroostig kijk ik naar m’n blote voeten in sandalen en ril in m’n dunne shirt. Bij aankomst op het station barst de bui echt los, ik vlieg op de eerste de beste auto af en zie gelukkig daarachter het enthousiaste gezicht van Arda opduiken. ‘Wat een weer!’ roepen we bijna in koor. ‘De schaapjes zijn inmiddels bijna verdronken’, voeg ik er grinnikend aan toe.

Het plan was om naar de Schaapskooi te gaan, bij mijn vorige bezoek in het kader van ‘Beeld van een blogger’ was dat er niet meer van gekomen. We hadden toen afgesproken in de lente een nieuwe poging te wagen, allebei dol op pluizig en fotograferen. Ook deze keer verloopt de communicatie moeiteloos, we herkennen een aantal dingen in elkaar en dat is fijn. Na een lunch in haar idyllisch gelegen huis piepen de eerste stralen voorzichtig door de wolken heen, we besluiten toch naar de hei te gaan. Wel met de auto in plaats van met de fiets, dat komt wellicht een andere zomerse keer. Helaas zijn we te laat voor kuddeplaatjes en worden weggeblaft door de schaapshonden die hun taak er voor vandaag op hebben zitten.

Na een kort intermezzo bij Boshuis Drie, waar we beide bepaald niet gecharmeerd zijn van de gastvrouw die de regels wel heel star toepast en het ene deel van het terras met volop zon voor gesloten verklaart, komen we terecht bij de Dorpskamer, een leuk, druk etablissement. Bij een paar glazen wijn en iets teveel wesp  praten we verder over ons leven, over hoogte- en dieptepunten. Als even later de zalmmoot en slibtongetjes arriveren gegarneerd met sla, friet en heerlijke gebakken aardappeltjes die naar Griekenland smaken, proosten we op elkaar. Het is een gezellige middag op een doordeweekse dag. Alleen jammer dat het zo’n tweeëneenhalf uur reistijd is van mijn deur tot haar deur.
Marjelle

All the King’s Men Wild Beasts (live-uitvoering)

Was ist Los?

De warmte valt boven op me, het is ergens wel lekker om de hete zon te voelen branden op m’n huid. Ik zit heel stil en laat me onderdompelen. Straks komt E. ook hiernaartoe en gaan we daarna naar het idyllische plekje in Het Park, waar ik het woord ‘broodje’ sinds vorige keer nauwelijks meer over m’n lippen krijg. De dame naast me heeft dezelfde soort muizige stem als de vriendin van H. valt me op, haar continue woordenstroom kabbelt half langs me heen. Ik probeer me er helemaal voor af te sluiten en duw ook de gedachte aan hem weg.


Afgelopen zondag toen ik rustig wegdobberde op de fluisterboot in Den Bosch voelde ik opeens iets scherps in m’n mond, ik schrok en besefte dat het een stukje van een kroonhals moest zijn, een heel slecht teken aangezien m’n bruggen en kronen vrijwel geen nieuwe aanslag meer overleven en dat geldt ook voor mij. Vandaag boorde de pijn zich licht naar de oppervlakte, ondertussen probeer ik m’n ongerustheid te bedwingen en duw ook de gedachte hieraan weg.
‘Whóesj!’



M’n vriendin is een stuk kribbiger dan anders, ze heeft last van de warmte blijkt en dat zal ik weten ook. Op dat soort momenten heb ik vaak de neiging om de ander op te peppen, af te leiden, mee te leven, kortom veel te veel begrip te hebben, observeer ik weer. Als later ook nog blijkt dat in Parkzicht een bruiloft aan de gang is en we er niet terecht kunnen, wordt het geklaag erger. Ik begin het nu echt beu te worden en vraag me af of we uberhaupt nog gaan uiteten of wellicht beter naar huis kunnen gaan. Ik besluit er iets van te zeggen, al is het alleen maar voor mezelf.





nadat ik onderweg meermalen heb aangehoord hoe ver het allemaal wel niet lopen is, dat er tóch niets in de buurt is waar je wat kunt eten en dat het veel te warm is, belanden we uiteindelijk bij restaurant panorama op de schiedamsedijk waar h. en ik vroeger jaren gewoond hebben. terwijl ze neerzijgt op een stoel slaat meteen haar humeur om en verschijnt er daadwerkelijk voor het eerst weer een glimlach op haar gezicht. wat ben ik dan eigenlijk makkelijk met dit soort dingen, gaat het door m’n hoofd en dat zeg ik ook tegen haar. ze beaamt het volmondig.


het menu heeft hier en daar een exotisch tintje, maar er is ook gewoon kabeljauw als je bepaalde kruiden niet kunt verdragen zoals ik. lekkere muziek klinkt vanuit de bar die wordt gerund door een paar vriendelijke portugezen. de stemming is een stuk beter nu en ik kijk ontspannen om me heen. hier kom ik nog weleens terug, denk ik, misschien met o.
Het eten ziet er heerlijk en kleurig uit, maar omdat het plotseling begint te regenen slepen we het tafeltje snel onder de grote parasol. De kok komt ook nog een handje helpen en geeft net dat ene laatste niet noodzakelijke zetje waardoor alle gerechten van tafel vliegen en een bord omgekeerd in de stoel belandt. Het versgeserveerde eten ligt nu overal.



Hij biedt onmiddellijk aan om het allemaal opnieuw te maken en ijlt terug naar de keuken. Het was ergens wel een komisch gezicht, maar we vinden het vooral sneu voor hem. Bovendien heb ik niet zo’n honger meer nadat ik me al tegoed had gedaan aan een half mandje stokbrood en een deel van de vis. Een glas wijn later komt de tweede versie die er even lekker uitziet. Echt wel een aanrader dit restaurantje aan het water als je van ongedwongen, niet duur, vriendelijk en gezellig houdt.
‘Eet smakelijk!’ zeg ik tegen E., nu voor de tweede keer.
Marjelle


Porcelain fists Ingrid Michaelson



Ik ben zijn naam vergeten

In plaats van in de oude restauratie, die deed denken aan lang vervlogen tijden en recent gesloten blijkt, zit ik nu bij te komen op een stationsbankje met een beker hete thee en een croissant. Zo vlot als alles gisteren verliep, zo hobbelig begon het vandaag met een wekkerradio die z’n stem kwijt was, een broodrooster die ik niet aan de gang kreeg en een vogel die langs scheerde terwijl ik dacht dat hij zoet in z’n kooi zat en net een hap wilde nemen van m’n halfontdooide bammetje met hagelslag. M’n fladderfobie is nog steeds springlevend weet ik nu.

 

De aandoenlijk schattige kitten, ik ben zijn naam vergeten, kwam enthousiast op me af springen en zette bij wijze van ochtendgroet meteen z’n venijnig scherpe babynageltjes in m’n blote benen. Nadat ik m’n spijkerbroek had teruggevonden, het is nog lastig zoeken in een vreemd huis na een nacht met veel drank, was dat dan ook het eerste wat ik snel aantrok. De fotosessie met dit nieuwsgierige minimodel werd algauw meer een kat-en-muis-spel in de tuin. Foto’s van bewegende objectjes maken is een kunst op zich. Op het moment dat ik deze mooie oude stad vast wilde leggen, bleken ook m’n batterijen uitgeput. Tijdens de lange wandeling terug naar CS waarbij ik onderweg verdwaalde, zag ik allerlei plaatjeswaardige taferelen, misschien een andere keer een poging wagen, maar laat ik het over vrijdag hebben.



 

Gisteravond werd ik door R. opgehaald op het station, waarschijnlijk was ik helemaal niet zenuwachtig omdat ik daar te moe voor was. Ik herkende hem meteen toen hij op z’n fiets aankwam, hij wist verder niets van mij, behalve dat ik een zonnebril op had, kleiner was, hij weer jonger en ik bij de AKO stond. Zoals we aan de telefoon door elkaar heen praatten namen we ook live die draad meteen weer op. Met de fiets aan de hand, een veel te zware tas, in de wind, de herfstbladeren al op de grond liepen we naar het bewolkte centrum met z’n mooie oude straatjes en pleintjes. 


Het restaurantje
waar
we belandden, was gezellig en de mensen aardig. Een aantal glazen wijn, diverse gerechten en uren later bleken we inmiddels de laatste gasten te zijn. Bijna verontschuldigend vroeg het meisje of ze af mocht rekenen en voegde eraantoe dat ze niet vaak had meegemaakt dat mensen zo lang zo druk aan het praten waren. Ik moest even denken aan Hans, die overigens regelmatig in het gesprek terugkwam, die opmerking kregen wij ook weleens te horen.
Het werd een leuke late lome avond.
Nu weet ik opeens aan wie je me doet denken .
Marjelle

 

Muziek: Jeff Buckley


Ik zei het al ‘is een kunst op zich’. 😉