Tagarchief: verhuizen

Sprookjes bestaan… toch?

Op weg van oud naar nieuw heb ik nog een aantal heikele kwesties aangekaart. Zeker nu ik inmiddels doodmoe ben door de aanhoudende burenoverlast gaan dat soort dingen al gauw een eigen leven leiden. Vóór 2014 moet ik die brieven de deur uit hebben, had ik me voorgenomen. No matter what. Inmiddels zijn de mail en aangetekende brief naar de makelaar verstuurd en heb ik ook de voltallige directie van Grouwels Vastgoed BV, de verhuurder, een duidelijke mail gestuurd geïllustreerd met foto’s waarop onder andere te zien is hoezeer het hier kamperen is, welke schade is aangericht door de stukadoors en de uitdijende vochtplek op het plafond die inmiddels oranje kleurt.

Foto gemaakt in Boijmans Van Beuningen

Dat is allemaal nog peanuts
vergeleken met de uren durende schreeuwsessies van de buurjongen en het misselijke gevoel wat ik nu na vier maanden krijg elke keer als hij met veel lawaai binnenkomt. In deze flat waar schilderijen en posters nooit een plekje aan de muur hebben gevonden heb ik me vanaf dag 1 geen moment thuisgevoeld. Aan de makelaar heb ik geschreven dat ik de € 605,00 bemiddelingskosten terugvorder op basis van art. 7:427 jo. 7:417 lid 4 BW. Daarnaast hadden ze nooit bemiddelingskosten bij huurder én verhuurder in rekening mogen brengen.

Per mail heb ik de verhuurder nogmaals met klem verzocht mij alternatieve rustige woonruimte aan te bieden, aangezien ik door hun grove nalatigheid in deze nachtmerrie ben beland en ze volgens de wet verplicht zijn mij rustig woongenot te verschaffen. Niet alleen ben ik inmiddels doodmoe, van enig woongenot is geen sprake en de aanhoudende stress heeft veel negatieve effecten. Maar mijn zoektocht naar een ander huis gaat door, al wordt die ernstig belemmerd doordat negen van de tien makelaars afhaken als ze horen dat ik een startende zzp’er ben. Op dit moment zijn de enige opties in Rotterdam een bovenhuis wat een paar honderd euro boven mijn budget is en een driekamerflat in het Wilde Westen. Wellicht komt er na dit blog verandering in.
Sprookjes bestaan… toch?
Marjelle

Op de valreep twee reacties
De verhuurder is niet van plan om onder meer de schade aan de pas geverfde muren te vergoeden die is veroorzaakt door het aannemersbedrijf dat voor hen werkt en verdraaide een aantal zaken. De makelaar daarentegen schrijft dat hij de bemiddelingskosten zal terugstorten. Dat is in ieder geval positief nieuws.

Gevraagd: 2/3 kamerwoning in Rotterdam, liefst bovenwoning of maisonette. Aangeboden: rustige, sociale ♀ huurder

De taal van wolken

To write or not to write… Soms wil je wel, wil je het er uit schreeuwen, maar word je tegengehouden door moeheid in het kwadraat of laat je je tegenhouden door wat mensen zouden kúnnen denken als ze weer lezen over de heilloze situatie qua buren enzovoort. Natuurlijk moet je je daar niks van aantrekken. Mensen projecteren regelmatig hun eigen ideeën op een stukje tekst en trekken al te voorbarige conclusies in plaats van te vragen hoe het nu werkelijk zit. Inmiddels ben ik al vier zinnen verder en heb het woord huis nog niet één keer genoemd. Grin. Smileys zette ik vroeger te pas en te onpas, als ik nu soms reacties van toen teruglees denk ik, kan het niet een beetje minder.

Klik op de foto voor een groter formaat

Als ik mijn gevoel zou moeten beschrijven komen woorden als afzien, geschreeuw, door merg en been, klemzitten, buiten mijn schuld, kamperen in huis, oververmoeid, maagpijnburen, onmacht en opboksen tegen in me op. De dagen cirkelen voorbij. Ik probeer de moed niet op te geven, werk door, werf door, struin woningsites af, bel met makelaars, pep mezelf op, maar af en toe grijpt de angst me finaal bij de strot. Kom ik hier ooit nog weg, krijg ik genoeg klanten om van rond te komen? Ik wil zo graag dat gouden randje om die donkere wolk. Dat rustige huis waar ik op adem kan komen. Waar m’n creativiteit weer tot bloei komt in plaats van in de knop gesmoord. Komt het ooit nog goed? Ik heb geen idee.
Marjelle

Slaapkeuken

Maandag komt hij schreeuwend thuis. Ik krijg meteen een knoop in m’n maag. Twee standen heeft-ie: aan/uit. Gewoon praten is er niet bij, de volumeknop gaat wijdopen. Terwijl ik probeer te werken moet ik zijn urenlange monologen aanhoren. Deze keer roept en schreeuwt hij niet alleen, maar loopt ook rond te rennen en te bonken, met veel gekreun en gesteun. Ik kán niet meer nadenken, loop bij de computer vandaan en voel de adrenaline op een kookpunt komen. Ik moet hier wég. Ik krijg de neiging om een stoel door de kamer te smijten, te stampen… iets, wat dan ook om die vreselijke stem het zwijgen op te leggen. De wet schrijft rustig woongenot voor, nou, dat lappen ze volkomen aan hun laars. Geen privacy. Geen rust. De ouders vinden het doodnormaal, zij is zelfs woedend dat ik af en toe durf terug te stampen en is me al een keer bijna aangevlogen. Ik voel me dan ook niet meer op m’n gemak als ik tegenwoordig de trap af loop.

Woensdag is de ergste dag, dan probeer ik zoveel mogelijk dit huis te ontvluchten. Soms kan dat niet, zoals morgen bijvoorbeeld, de monteur komt om de cv te repareren en de lekkageplek te bekijken. Laatst ging er 40 liter over de vloer doordat er iets fout zat met de verwarmingsbuis. Morgen komt er ook een belangrijke proefopdracht binnen die dezelfde dag nog klaar moet zijn. Daar hangt veel van af, als het bevalt kan ik vanaf januari maandelijks een puzzelpagina maken voor een leuk Rotterdams blad. Toen ik laatst de hoofdredacteur aan de telefoon had schrok ik toen ze zei dat het woensdagavond af moest zijn. Hoe kan ik werken als hij zoals bijna elke vrije middag weer tekeergaat… Ik probeerde niets te laten merken en zei semi-vrolijk: ‘ja, dat is prima, hoor, geen probleem!’

Vrijdag ga ik een ander huis kijken. Het is een tweekamerflat in Rotterdam-Noord met als bijzondere feature een open keuken in de slaapkamer. Geen balkon en geen berging. Als ik niet zo omhoog zat zou ik er geen seconde over denken. Het enige positieve is de huurprijs van 320 euro. Vanmiddag hoorde ik dat ik misschien tijdelijk het huis van m’n Spaanse vriendin kan huren, zij verhuist voor kerst, met de eigenaar heb ik een lang gesprek gehad. Het grote struikelblok is de huurprijs, van 320 euro voor een bouwvallige etage in Noord naar circa 900 euro voor een dubbele bovenwoning in Blijdorp waar ik het liefste morgen meteen in zou trekken. Op dit soort momenten besef ik hoe belangrijk geld kan zijn, je kunt er een bepaalde mate van rust en vrijheid mee kopen. Voor de rest kunnen luxe en overdaad me steeds meer gestolen worden en aan status en trends  heb ik sowieso lak. Maar hoe tijdelijk is tijdelijk, als ik over een half jaar weer op straat sta dan heb ik niks meer.
Marjelle

Foto Internet

Waar is m’n harde schijf?

Vreemde klanken zoemen rond in m’n oor, de buurvrouw naast me heeft beslist een andere smaak dan ik. Slaperig doe ik één oog open, hoe laat zou het zijn? De display knippert 08:30. Zaterdagochtend, de enige dag dat ik niet door een schreeuwende buurjongen gewekt word, ook nu komt er van uitslapen niks terecht. Ik probeer me niet op te winden, maar dat lukt maar half. Uiteindelijk verman ik me en zing in arren moede met het nummer mee. ‘I love you sóóó much’. Ze zal het niet expres doen, houd ik mezelf voor. Sommige mensen die hier wonen zijn zo gewend aan hun eigen lawaai dat ze het niet meer horen lijkt het wel. Zoiets zei ook de andere buurvrouw die ik laatst tegenkwam. Nee, niet het hysterische mens wat me bijna aanvloog. Een aardigere variant. Ik draai me weer om, dekbed tot ver over m’n oren getrokken en begin te woelen in bed. Hoe harder ik heen en weer rol hoe minder ik hoor. Sinds ik hier woon heb ik al diverse woelrecords gebroken, 4 uur bijna non-stop is het langste.

Foto gemaakt in de Bibliotheek Rotterdam

Het doordringende geroep van de buurjongen overstemt plotseling de muziek, ik voel meteen de adrenaline stijgen. De ontelbare keren dat ik de afgelopen paar maanden urenlang naar zijn geschreeuwde monologen heb moeten luisteren hebben hun sporen achtergelaten. M’n lichaam verkrampt. Met een grote knal wordt even later de buitendeur dichtgesmeten. Gelukkig, ze zijn weg. Ik denk aan het huis wat ik gisteren bekeken heb in het Nieuwe Westen. Beneden was een slager net hardhandig het vlees aan het bewerken. De man die er woonde vertelde dat hij er haast vegetariër door geworden was. Het slagersgeweld was voor hem dan ook de reden om te verhuizen. Ik begreep precies wat hij bedoelde. Later kwam de beheerder langs, eerlijk zonder franje. Het tegenovergestelde van de Woonvisie-makelaar die me in juli dit huis ingelogen heeft. Er zouden geen benedenburen zijn, de nieuwe plafonds zouden er inzitten… Ik moet nog steeds die 605 euro aan ‘bemiddelingskosten’ zien terug te krijgen.

De verhuurder vertelde mij recent dat ook hij deze kosten moest betalen. Over van twee walletjes eten gesproken. Ik schud alle gedachten van me af en besluit me op m’n werk te concentreren. De puzzelposter die ik een tijd geleden gemaakt heb was leuk, mijmer ik. Het bestand staat op m’n externe harde schijf die ik na de verhuizing niet meer heb gezien. Het volgende kwartier vlieg ik door alle kasten en laatjes, steeds koortsachtiger, want er staan belangrijke scripts op. Geen harde schijf te vinden, waar kan dat ding nou gebleven zijn? Als laatste kijk ik in m’n laptoptas en jawel hoor, daar is-ie. De vreugde blijkt echter van korte duur, na een uur komt er een eng virus binnen wat AVG niet kan verwijderen. Ik heb nog nooit zo snel een externe schijf uit de pc getrokken. Morgen ga ik op zoek naar een handige M/V virusbestrijder. Als ik me even later bij de cv wil gaan opwarmen voelt die ijskoud aan. Ik pak de telefoon en bel de storingsdienst— een paar uur later spuit het water over m’n nieuwe laminaatvloer en klettert er 40 liter naar beneden bij de buren.
Marjelle

Bloed, zweet en tranen

M’n laatste blog dateert van drie weken geleden. Very unlike me. De gebeurtenissen hebben me lamgeslagen. Na de verhuizing belandde ik van de ene nachtmerrie in de andere met buren die weigeren ook maar enige rekening te houden en zich gedragen alsof ze hier de dienst uitmaken. Het dieptepunt was vorige zondag toen de benedenbuurvrouw door het lint ging en me bijna wilde aanvliegen omdat ik nu zelf eens – nadat praten niet hielp – lawaai aan het maken was. Haar man hield haar tegen, tot twee keer toe. Hier wonen put me uit, schrijven doe ik niet meer en van een normale nachtrust is nog steeds geen sprake. Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik de afgelopen vijf jaar voor het laatst lekker uitgerust wakker geworden ben zonder gebonk en gestamp, met een glimlach op m’n gezicht. Ik verlang er zo naar om dat weer eens mee te maken. Ook hier gaat opstaan in drie fasen: vanaf kwart over 6 tot kwart over 8 de eerste drie, een paar minuten later begint nummer vier door het huis te rennen en meubels te verslepen op het kale laminaat, soms gaat dat uren door.

‘Ik ben overspannen’, vertelde ze mij op de dag van de verhuizing. Met m’n hoofd diep onder het dekbed weggedoken vraag ik me telkens af wat ze in godsnaam aan het doen is. Maar het ergste is het geroep en geschreeuw van de jongen. Alsof hij hier in de kamer zit, zo hard klinkt het soms. Inmiddels krijg ik een knoop in m’n maag als ik hem alleen al hoor binnenkomen. Daartussendoor werk ik aan mijn herstart als freelance puzzelmaker, de nieuwe site is online en ik heb me met bloed, zweet en tranen Joomla! eigen gemaakt. Artikelen, menucategorieën, modules aanmaken en online puzzels eropzetten, het lukt me nu aardig. Vooral dat laatste maakte het veel ingewikkelder dan een huis-, tuin- en keukensite. Ondanks mijn overuren zijn er nog geen verdiensten en dat baart me zorgen. Normaal kunnen leven en een goede nachtrust zijn basisvoorwaarden om fris en uitgerust aan de slag te gaan en die ontbreken.

Als ik had geweten dat ik door grove nalatigheid van de verhuurder 1 augustus in een onbewoonbaar huis terecht zou komen had ik dit huurcontract natuurlijk nooit ondertekend. Ik heb de verhuurder dan ook een voorstel tot schadeafwikkeling gedaan. Een van de directieleden is recent bij me langs geweest en het gesprek verliep in een goede sfeer. Helaas werd mijn voorstel slechts gedeeltelijk gehonoreerd. Het huurcontract van twaalf maanden wordt wel opengebroken (al zit daar nog een addertje onder het gras) en een aantal maanden huur wordt kwijtgescholden. Het is de helft van wat ik had gevraagd: aangezien ik nu noodgedwongen opnieuw moet verhuizen moet ik ook weer een paar duizend euro verhuiskosten betalen. Maar waar haal ik op korte termijn een ander huis vandaan? Het kost me de laatste tijd steeds meer moeite om door te gaan. De moed niet op te geven. Ik ben moe.
Marjelle

Bloed, zweet en tranen André Hazes

Is it getting better or do you feel the same

‘You said love is a temple, love the higher law’, zing ik mee met Johnny Cash. Het geluid staat hard, zeer tegen mijn gewoonte in. Normaal ben ik heel rustig in huis – het woord thuis krijg ik niet uit m’n toetsenbord – en loop ’s avonds op zachte schoenen  door m’n nieuwe naoorlogse appartement, deuren op een kier voorzover dat kan, douche, keuken en living hebben nog geen deur. Nadat ik nu al een maandlang ’s ochtends vanaf kwart over zes uren wakker lig nadat de een na de andere buur deurenknallend is opgestaan, de muren zijn van karton en de vloer van hout, ben ik het meer dan zat. De benedenbuurjongen heeft een keiharde stem en praat aan een stuk door. Het is net of ik samenwoon met een wildvreemde. Zeer tegen mijn zin. Op sommige plekken kan ik hem letterlijk verstaan, de schelle stem boort zich door alles heen. Net als het basgeluid van de vader die halfdoof is aan een oor en het volume van de tv. Nu ben ik op het punt aanbeland dat ik in godsnaam dan maar zelf lawaai produceer. Om ze te overstemmen. Vlak na de verhuizing vroegen de buren of ik last van ze had. ‘Het is ontzettend gehorig’, zei ik, ‘de mannen kwaken overal doorheen’ – oké, dat laatste zei ik niet letterlijk – ‘en ik schrik elke ochtend wakker.’ Aangezien praten en in een latere fase stampen niet helpt, draai ik de volumeknop open. Vandaag voor het eerst. Zeer tegen mijn gewoonte in. Een mens moet wat. I want some peace. At last.
Marjelle

One Johnny Cash

Kamperen

Voor sommige mensen zijn tenten, haringen en rugzakken dé ingrediënten van een ideale vakantie, andere brengen hun vrije tijd liever door in wat luxere oorden. Ik behoor tot die laatste categorie. Het aantrekkelijke van met een wc-rol over de camping sjokken heb ik nooit gezien, ik ging pas overstag toen m’n toenmalige vriend met zus naar Italië ging en ik hem op het laatste nippertje toch niet wilde missen. Die vakantie was geen succes, maar dat lag niet alleen aan het benauwde tentje, de klamme hitte of de opdringerige muggen. Toch ging ik een aantal jaren later, de herinnering was iets vervaagd, met m’n beste vriend kamperen in Luxemburg. Wat me vooral is bijgebleven zijn de grote glazen Moezelwijn, de onberispelijke grasvelden die eruitzagen alsof ze met een nagelschaartje werden bijgehouden en het verband om m’n hand. Ik had mezelf weer eens gesneden in plaats van de groenten op de snijplank. Dankzij die bellen wijn is het ergste kampeerleed uit m’n geheugen verdwenen.

100_4667


De afgelopen weken
komt het woord kamperen vaak in me op. Na de nachtmerrie waarin ik 1 augustus belandde, de verhuizing out of hell waarbij m’n  stressniveau op het kookpunt kwam, heb ik voornamelijk gebroken nachten gehad. Elke ochtend lig ik vanaf kwart over 6 te wachten tot buur 1 de deur uit is, vervolgens buur 2 plus kind weg is – het trappenhuis is een klankkast, de deuren uit het jaar nul, het knalt er dus flink op los en mijn slaapkamer grenst aan de hal. Als ik dan denk dat de kust eindelijk veilig is en me nog even om kan draaien, komt daar buur 3 die haar huis begint te verbouwen. Althans zo klinkt dat op het laminaat in deze zeer gehorige flat waar volgens de makelaar geen benedenburen woonden. Na drie weken ben ik gesloopt. Ik heb nu ook te weinig energie en te veel aversie om de nalatige verhuurder, onbetrouwbare makelaar en onbeschofte aannemer terug te bellen. Een paar muren zijn half geverfd en kijken me mistroostig aan, erfenis van klusvrouw, schilderijen staan kriskras op de grond, lange elektriciteitssnoeren steken her en der uit de plafonds.

100_4665-001


M’n nieuwe tapijt
begint zelfs al slijtplekken te vertonen op de plaats waar m’n bureaustoel heen en weer rolt. Ik registreer het, meer niet. Niet alleen zit er nog geen deur in de douche, ook de living heeft geen deur. Dat werd pas echt een probleem toen ik voor het eerst de verwarming aanzette. Om toch een beetje warmte binnen te houden moest ik de wc-deur aan de gangkant openzetten. Kamperen is er niets naast. ’s Avonds laat sta ik op het bed te balanceren om het bovenraampje dicht te draaien. Toen ik net na de verhuizing nog aan het revalideren was ben ik een keer midden in de nacht tegen het raam aan gevallen. In een tent zit je veiliger. De eerste ochtend na de verhuizing wist ik het al. Hoe gehorig het was. Hoe hard de buren alles deden. Al die moeite, al dat geld, en dan 1 augustus terechtkomen in een huis zonder plafonds met een buurman die halfdoof is. Als ik alles geweten had, de verborgen gebreken… Ik hou het hier niet vol, ik wil alleen maar wég.
Marjelle

100_4670

In godsnaam dan maar

Doodmoe. De nachtmerrie waarin ik de afgelopen maand terechtkwam heeft sporen achtergelaten. Daar zit je dan in je nieuwe huis na een hectische verhuizing waar slapeloze nachten aan voorafgingen. Dat alles door grove nalatigheid en fouten van anderen. Makelaar, verhuurder, aannemer, klusvrouw. Ik kijk naar m’n slordig geverfde muren waar later de stukadoors ook nog hun stempel op hebben gedrukt, gele vlekken en gipssporen sieren het geheel op. Ik staar naar het chocobruine tapijt waarop je alles ziet, maar wat in die prijsklasse de enige kleur was die op voorraad was. Het móest allemaal in zes dagen geregeld worden. Omdat de verhuurder de offerte van de aannemer te hoog vond en vervolgens op vakantie ging. Waardoor de nieuwe plafonds er niet inzaten en allerlei gebreken niet verholpen waren.

1 augustus. De dag dat ik in een onbewoonbaar huis terechtkwam. Turboschakelen van plan a naar b en c. Mails sturen, bellen. Met makelaar, medewerkers, verhuurder. En weer het rijtje af. Wachten tot iemand eindelijk actie onderneemt. Nietsverhullende foto’s bijvoegen van de staat waarin het huis verkeert. Géén reactie. In godsnaam dan maar de voltallige directie mailen. De toon nog uitdrukkelijker, de urgentie druipt van de mail af. Eén gehaaste reactie. Een maand huur wordt kwijtgescholden. En dan is alles in orde. Nee. Ik dacht het niet. 2 ½ week later. Nog steeds geen datum dat de plafonds erin komen. Geen kans gehad om tapijt te laten leggen. Nog steeds geen verhuizers kunnen regelen. Op basis van de mededeling ‘de plafonds komen er zsm in’ kan ik geen verhuisdatum vaststellen.

Vandaag. Alle dozen zijn allang uitgepakt. Licht heb ik alleen in de living en koken doe ik bij een schemerlampje. Klusvrouw heeft de muren niet afgemaakt, maar ze wil wel twintig uur uitbetaald worden terwijl ze tien uur had geschat en tussentijds niets heeft gezegd. Erg naar. Ik krijg maagpijn als ik weer een sms’je van haar zie. Niet alleen heeft ze slordig werk geleverd, ze heeft zich ook aan vrijwel geen enkele afspraak gehouden. Pas op voor de beunhazen op Marktplaats. Als ik alles geweten had. De verhuurder die zich niet aan zijn afspraken hield. De makelaar die beweerde dat er geen buren onder me zaten. De buurman die halfdoof is aan een oor en HARD praat. Het gehorige huis. Maar het ergste vind ik dat ze elke dag zo vroeg opstaan. Onze ritmes zijn tegenpolen. Zij gaat al om kwart over negen naar bed. ’s Avonds tiptoe ik door het huis, laat deuren openstaan. ’s Ochtends word ik wakker van knallende deuren, meubels die over het laminaat schrapen. Waar heb ik dat eerder meegemaakt.
Marjelle

Geen titel

De verhuisdag begint met verhuizers die drie uur te vroeg op de stoep staan. Snel schiet ik een T-shirt en spijkerbroek aan en doe met slaperige ogen en verward haar de deur open. Vanaf dat moment gaat alles in uptempo, mannen lopen in en uit, dozen worden voortvarend ingepakt, ik kan nog net m’n make-uptas veiligstellen als ik even later de douche uitkom. Klusvrouw heeft zich maandag wéér niet aan de afspraak gehouden, ze zou eindelijk de muren afmaken en rails ophangen in de slaapkamer. Dinsdagavond werd ze gespot door m’n Tsjechische tapijtlegger en zei tegen hem dat ze de dag erna nog wel even kwam schilderen. Waar zit in godsnaam je verstand om dat tegen alle afspraken in zonder overleg uitgerekend op de verhuisdag te gaan doen!?

Ik vrees het ergste als ik op weg ga naar m’n nieuwe huis. Eenmaal binnen tref ik klusvrouw aan die sinds een half uurtje nonchalant met een lakrollertje in de weer is. De muren zijn nog niet af, de rails is niet opgehangen en het is overal één grote teringbende van verfblikken en rollers. Ik moet me bedwingen om niet in tranen uit te barsten en zeg tegen haar dat ze onmiddellijk moet stoppen met verven en de troep moet gaan opruimen aangezien de verhuizers al onderweg zijn. De stress schiet door m’n lijf. Ondanks m’n rugblessure – ik moet eigenlijk revalideren niet verhuizen – stort ik me op de keuken, ruim verf op, boen kastjes uit. Ik vlieg door het huis en probeer niet in paniek te raken. Er komt maar geen einde aan deze nachtmerrie.


‘De Schreeuw’ Edvard Munch (Internet)

‘Heb je nu in stilte kunnen slapen? Want daar is het toch allemaal om begonnen! #verhuizing #benieuwd’ twitterde @AadVerbaast gisteren. ‘Het korte antwoord is nee. #hetlangeantwoordwiljenietweten’, antwoordde ik. Vier dagen woon ik hier nu. Inmiddels weet ik dat in tegenstelling tot wat de makelaar beweerde het appartement onder mij wat te koop staat niet leeg is maar er een gezin woont. Als ik geen onjuiste info had gekregen was ik natuurlijk eerst gaan kijken wat voor mensen dat waren. Kortom, als ik had geweten dat ik 1 augustus in een onbewoonbaar huis terecht zou komen met allerlei verborgen gebreken – om het raampje in de slaapkamer open te doen bijvoorbeeld moet je telkens op bed/vensterbank gaan staan – en dat er een luidruchtig gezin woonde, dan had ik nooit het contract ondertekend en was voor het andere huis gegaan.
Marjelle

Het kan áltijd nog erger

Gisteren hoorde ik dan eindelijk wanneer de nieuwe plafonds die er uiterlijk 1 augustus in hadden moeten zitten, gemaakt worden. Tot dat moment was ik met handen en voeten gebonden, afhankelijk van de grillen van de verhuurder. Woensdag gebeurt het. Onmiddellijk heb ik de planning aangepast, vandaag zou ik na fysiotherapie tapijt bestellen voor morgen, klusmeisje zou die dag een paar dingen afmaken en alvast het laminaat in de keuken leggen. Donderdag zou ze dan met het tapijt in de weer gaan. Vervolgens meteen de verhuizer gebeld om een datum af te spreken wat eerder niet kon omdat de plafonds er nog niet inzaten. Zijn offerte was het voordeligst en hij had mij verzekerd dat ze ook op korte termijn konden verhuizen. Niets bleek minder waar. ‘We zitten bomvol’, zei de vrouw. Mijn hart sloeg over. Volgende week moet ik verhuizen in verband met huuropzegging. Snel bedacht ik plan b. Misschien wilde Jan wiens naam ik via een vriend had gekregen me wel verhuizen met zijn busje. Primitief, maar je moet wat. Ja, dat kon, zei hij even later, maar het moest wel per se zaterdag. In m’n gedachten ging ik razendsnel de planning na. Dat moest net kunnen, maar alleen als alles en iedereen zich aan z’n afspraken hield.

Ondertussen kreeg ik de aannemer aan de telefoon. Hij reageerde meteen agressief toen ik nietsvermoedend zei dat er morgen tapijt bezorgd zou worden. Ik kreeg allerlei dingen naar m’n hoofd over mogelijke schade, aansprakelijkheid en wat dáchten mensen wel! Hij dreigde dat hij zijn mensen onmiddellijk zou terugroepen als dat doorging en schreeuwde dat hij al de hele planning had moeten omgooien op het laatste nippertje. Met dank aan de grove nalatigheid van de verhuurder. Maar dat zei hij er niet bij, in plaats daarvan reageerde hij zich af op mij.  Van een medewerkster had ik gehoord dat de klus één dag zou duren en had daar ook m’n planning op aangepast. Toen ik dat zei werd ik voor leugenaar uitgemaakt, dat was niet wáár, dat kón niet. Dit gesprek vond overigens plaats in tram 8 op weg naar de fysiotherapeut. Anderhalve week geleden ben ik namelijk finaal door m’n rug gegaan. Ik was zo aangeslagen door alles dat ik vervolgens m’n halte miste en daarna een heel stuk moest teruglopen. Na het telefoontje drong tot me door dat de hele planning de prullenmand in kon, klusmeisje afgebeld moest worden, schilderwerk niet af was, tapijt niet gelegd voor zaterdag en er verder geen verhuizer te vinden was terwijl ik volgende week hier weg moet zijn. Tranen liepen over m’n wangen. Deze keer hielp inslikken niet.
Marjelle