Na ‘Beeld van een blogger’ en ‘Beeld van een tweep’ komen in de derde serie Facebookers aan bod. Op zoek naar de mens achter de avatar, een ontmoeting met een man/vrouw in zijn/haar stad.
Beeld van een Facebooker (7)
Het is een koude regenachtige dag als ik in Tilburg in de trein stap. Na een soepele overstap in Den Bosch kom ik ten slotte op Utrecht Centraal aan. Het is druk, mensen krioelen door elkaar heen en het station oogt chaotisch. Gelukkig is er een behulpzame voorbijganger die me de goede kant op dirigeert. Twintig minuten later sta ik voor de deur van Radboud Spruit. Hij doet open, sympathiek gezicht, warrig haar en spijkerbroek. Door een halfdonkere gang lopen we naar zijn werkplaats waar de geur van zaagsel me al tegemoetkomt. Overal waar ik kijk, zie ik hout liggen. Niet verwonderlijk natuurlijk, want Radboud is grafkistenmaker. We gaan op een klapstoeltje zitten met een kop groene thee, ik leg mijn nog onbeschreven A4-vellen op het rijdende houtblok voor me dat dienstdoet als tafeltje. Hij vertelt dat als iemand hem in de jaren negentig, toen hij pas begonnen was, vroeg naar zijn beroep hij weleens zei dat hij meubelmaker was. Grafkistenmaker werd toch wel een raar beroep gevonden. Het roept ook iets op bij mensen, ze worden er ongemakkelijk, lacherig van.
Radboud geeft het voorbeeld van de man die toen hij hoorde wat zijn werk was tegen hem zei: ‘Stop mij maar in een zak, hoor’, waarop hij toen vriendelijk antwoordde: ‘Dat kan, dat mag. Stop je je dochter ook in een zak? Nee, nou dan…’
De uitvaartwereld is veranderd, gaat hij verder, het is van een mannenwereld overwegend een vrouwenwereld geworden. De uitvaartleider is nu ook meestal een vrouw. Hij vindt het een goede ontwikkeling. Die wereld is ook heel divers: je hebt de uitvaartverzekeringen, door hem de ‘bankenwereld’ genoemd, de klassieke uitvaartwereld en de alternatieve uitvaart. Zelf heeft hij een aantal uitvaarten verzorgd, maar zijn hart ligt toch echt bij het kisten maken. Hij doet dit werk nu al meer dan zestien jaar fulltime en is zeven dagen per week bereikbaar, ook tijdens vakanties. ‘Waarschijnlijk ben ik de enige grafkistenmaker in Nederland die dat in zijn eentje doet, dag in dag uit, en ik zou niets anders willen’, zegt hij.
‘Het kunstenaartje in mij zegt dat ik zo nu en dan iets nieuws moet maken.’
Vroeger was hij heel bang voor de dood en kisten vond hij verschrikkelijk eng, herinnert hij zich nog uit zijn tijd als misdienaar. Hij legt uit wat de aanleiding is geweest om kisten te gaan maken. ‘Ik ben opgegroeid met een moeder die altijd ziek was, ze overleed toen ik twintig was. De uitvaart hebben we toen zelf vormgegeven, maar de kist was zó lelijk dat ik er een doek overheen gelegd heb. Ik heb me toen voorgenomen om ooit zelf een mooie kist te maken. Tien jaar later ben ik daar ook aan begonnen en zo ben ik dus uiteindelijk grafkistenmaker geworden. Wel na een aantal omzwervingen’, voegt hij er glimlachend aan toe. Ik ben benieuwd wat hij nog meer gedaan heeft en hoor een opsomming van banen. Eerst heeft hij kort bouwkunde gestudeerd, vervolgens een tijd in een boekhandel gewerkt, later als groepsleider in de zwakzinnigenzorg, daarna was hij ook nog werkzaam als taxi- en vrachtwagenchauffeur en ten slotte heeft hij lange tijd met veel plezier gewerkt met daklozen. Kortom, een heel diverse achtergrond.
‘De belangrijkste keuzes maak je puur met je gevoel, de onbelangrijke met je verstand.’
‘Wat wil jij na je dood? Wil je begraven of gecremeerd worden, heb je zelf duidelijke wensen?’ vraag ik hem. ‘De uitvaart is voor de nabestaanden, mij maakt het niet uit wat er dan gebeurt’, antwoordt hij. ‘De allereerste kist die ik maakte was wel voor mezelf, maar die is verkocht.’ Hij vertelt dat hij eens in de paar jaar met zijn vriendin en dochter of soms met goede vrienden stap voor stap het hele scenario doorneemt vanaf het moment van overlijden tot en met de uitvaart. ‘Stel je voor dat ik hier ter plekke dood neerval,’ legt hij ze dan voor, ‘wat gaan jullie dan doen? 112 bellen en daarna?’ Vervolgens gaat hij het rijtje af voor de anderen.
Zijn dochter van 18 is heel vertrouwd met zijn werk, ouders van vriendinnen schrikken nog weleens als ze horen wat hij doet. Ze heeft als baby al in kisten gelegen en fungeerde jaren als pasmodel op basis waarvan hij baby- en kinderkisten maakte. Ze vindt een kist dan ook totaal niet eng. Inmiddels heeft ze haar rijbewijs en helpt hem af en toe met het bezorgen van de grafkisten.
Behalve met werk, ontspanning en sporten, houdt hij zich sinds vorig jaar augustus ook actief bezig met Syrische vluchtelingen. Hij had al langer het gevoel dat er iets niet klopte: ‘die rijkdom van ons en die onveiligheid van hen’, en wilde er meer van weten, met ze in contact komen. Samen met een vriendin deed hij mee aan de actie ‘Welkom in Utrecht’ waarbij ze aan drie Syriërs gekoppeld werden en daarmee gingen eten. Het was een heel leuke ervaring waar ook een aantal bijzondere initiatieven uit zijn voortgekomen zoals het fietsproject en de nieuwjaarsduik. Uiteindelijk hebben ze met zes asielzoekers nog steeds een warm contact. Hij is sowieso een voorstander van kleinere asielzoekerscentra waar vluchtelingen meer privacy hebben en de mogelijkheid krijgen om zelf te koken en meteen de taal te leren. Zet er bijvoorbeeld ook Nederlanders tussen, een gemêleerde groep mensen, dat is de beste manier om snel te integreren volgens hem.
Marjelle
Op het nachtkastje Hoe ik talent voor het leven kreeg Rodaan Al Galidi
Motto ‘Als we echt alles gaan delen, dan zijn alle problemen in de wereld opgelost’
Radboud draait Non, non, rien n’a changé Les Poppys
Meer interviewseries vind je op Marjelle ontmoet