Tagarchief: beer

Onder de pannen?

Nadat er een uitnodiging voor een groepsbezichtiging in m’n mailbox plofte –  het gaat om een nieuwbouwflat – besloot ik vanmiddag de buurt te verkennen. Sinds ik anderhalf jaar geleden door omstandigheden op een primitieve etage ben beland met gebrekkige verwarming en dito sanitair, droom ik van een huisje waar ik níet de koude wintermaanden onder een deken hoef te bivakkeren. Ik verlang naar iets wat ik na al die jaren van burenoverlast eindelijk mijn thuis kan noemen, de veilige basis die ik zo gemist heb. Ondanks het feit dat ik als slechtverdienende freelancer weinig kans maak op welk ander huis of stulpje dan ook, probeer ik de hoop en de moed niet op te geven. Nog niet…

Beer

De zon straalt en geeft de herfstbladeren een gouden randje. Het is koud, maar de blauwe lucht maakt veel goed. Ik ben benieuwd naar de flat die ik volgende week ga bekijken samen met een aantal andere kandidaten. Ik sta momenteel op nummer 3. Theoretisch lijkt er dus een kansje in te zitten, al vrees ik dat mijn afwijkende financiële situatie roet in het eten zal gooien zoals al zo vaak gebeurd is. Een schier eindeloze vicieuze cirkel… Inmiddels heb ik ook chronisch geïrriteerde slijmvliezen en is mijn gezondheid een stuk slechter sinds ik hier woon. Ik schud even alle nare gedachten van me af en concentreer me op de omgeving, museum de Pont komt voorbij, ik zie onderwijshotel de Rooi Pannen in de verte liggen.

Eerst sta ik voor de verkeerde flat – ik vond ‘m er al een beetje achenebbisj uitzien – ten slotte kom ik bij het goede flatgebouw aan. Er hangt een rustige, relaxte sfeer, de flat zelf ziet er mooi uit. Ik spreek een man aan op de parkeerplaats – hij woont er, is lovend en kan geen enkel minpuntje bedenken. Ook de ras-Tilburger bij het winkelcentrum is positief over de buurt. Ik besluit even een kop thee te gaan drinken in het onderwijshotel, waar jongens en meisjes in strakke zwarte pakken heel erg hun best doen. Ik blader afwezig door de Volkskrant en denk terug aan de flat. Ja, ik zou er graag willen wonen, besef ik. Het zou me zoveel stimulans geven en m’n gezondheid een boost. Zou er dan eindelijk die lucky break komen waar ik al zo lang op wacht?
Marjelle

Foto Witold Riedel

IJskoude warmetruiendag

Warmetruiendag, het klinkt wel gezellig, lekker wegkruipen in zo’n dikke donzige wintertrui. Ook het idee erachter spreekt me aan. ‘Zet de verwarming een paar graden lager, trek een warme trui aan en bespaar 6% energie per graad en dus 6% CO2’. Toch kijk ik er dit jaar met heel andere ogen naar. Sinds ik door omstandigheden in een ongeïsoleerd oud huis met enkele ramen ben beland, met alleen in de zit-/werkkamer een soort van bijverwarming, is het voor mij elke dag warmetruiendag. Sterker nog, een warme trui is niet genoeg, tel daar ook een vest bij op, een extra paar sokken en een deken om de kou die van de vloer optrekt tegen te gaan. Op zo’n ijskoude dag als vandaag verwelkomt de thermometer me ’s ochtends breed grijnzend met 10,5 ºC als ik rillend van m’n diepvrieszolderkamer naar beneden kom.

Beer in Helsinki
Foto Witold Riedel

De afgelopen maand had ik de thermostaat op 15 °C staan, maar inmiddels weet ik dat dat energie vreet in dit huis, ik zie dan ook de eindafrekening deze maand met angst en beven tegemoet en heb de thermostaat uitgezet.
Vervolgens duurt het uren om de temperatuur van 10,5 °C omhoog te krijgen naar een redelijke 19 °C. Zelfs dan is die deken de rest van de dag onontbeerlijk, al is een echt berenpak misschien nog wel een beter idee denk ik soms in mijn wanhoop. Misschien moet ik mij vermommen als Disney-beer zodat iedereen mij komt knuffelen en warme dekens brengen. Kortom, de slogan ‘kan het een graadje minder?’ is dit jaar totaal niet aan mij besteed. Ik heb een heel andere vraag: mag het een paar graden meer, in een normaal huis met grotemensenverwarming? Dan beloof ik met de hand op m’n hart dat ik in dat nieuwe huis 6 februari een echte warmetruiendag hou en de verwarming een paar graden lager zet.
Marjelle

Cold as ice

Volgens de thermometer van de benedenbuurman is het nu na uren stoken 19 ºC, een unicum, normaliter blijft de temperatuur steken op zo’n 17-18 ºC. De ‘gevoelstemperatuur’ – een weermannenwoord net als spetters en spatje regen – ligt vandaag op 15 ºC. Met name m’n voeten hunkeren naar een extra paar sokken. De laatste weken loop ik nog net niet rond als een Michelinmannetje, hoewel je met twee laagjes T-shirt, een dikke trui met daaroverheen een vest ook niet echt slank oogt. De afgelopen maand was er één van kleumen, ziek worden, proberen te werken en kamperen in dit oude, tochtige huisje grotendeels zonder verwarming. Alleen in de living annex werkkamer hangen twee stroomvreters die hete lucht produceren als substituut voor echte warmte, iets waar ook m’n keel en slijmvliezen niet blij mee zijn. Recent is er een infrarood verwarmingspaneel bijgekomen, hij staat op wankele pootjes en moet nog opgehangen worden.


Momenteel sjouw ik het paneel
een paar keer per dag van de ene kamer naar de andere. ’s Avonds zit ik er pal naast, dan is één kant van m’n gezicht warm en de andere kant niet, maar een kniesoor die daar op let. Sinds ik in dit huis in Tilburg woon heb ik extreme kou en hitte meegemaakt. In de zomer transformeert de zolder in een oven, de zon brandt meedogenloos vanaf ’s ochtends vroeg ondanks het dichtgeplakte raam. In de winter waan je je in een vrieskist, maar dan kun je diep wegkruipen onder de combi dekbed1-deken-dekbed2. Als ik deze zomer nog hier woon – en die kans is groot –  dan zit er niets anders op dan een bed kopen en in de woonkamer gaan bivakkeren. Of verhuizen. Al is drie keer in anderhalf jaar ook voor mij haast een brug te ver. Bovendien wil geen enkele makelaar met me in zee. Als herstartende freelancer ben je vogelvrij*.
Marjelle

* Als ik een vaste baan had gehad was alle ellende van de afgelopen zeven jaar me bespaard gebleven

Foto Witold Riedel

Blaffen, gieren, brullen

beerpakjeboter


Inmiddels weet ik
waar de rugpijn vandaan komt. Dat wil zeggen, het voelt als rugpijn, maar in werkelijkheid is het een overbelasting van het SI-gewricht. Een gewricht waar ik tot gisteren nog nooit van gehoord had. Twee weken geleden ben ik nog voortvarend bezig met verhuisdozen uitpakken, daarna kom ik in de lappenmand terecht met griep en word een week later opeens wakker met hevige rugpijn. Alleen al m’n schoenen aantrekken is een opgave. Vervolgens gaat de griep naadloos over in wilde hoestbuien, die me uren uit m’n slaap houden en ook het overbelaste SI-gewricht elke keer weer een oplawaai geven. Een paar keer had ik het vandaag zo benauwd dat de tranen over m’n wangen liepen. Daarstraks heb ik op mijn wandelronde – een van de dingen die ik moet doen van de fysiotherapeut is wandelen en oefeningen – allerlei middeltjes ingeslagen in de hoop dat ik vannacht niet weer de longen uit m’n lijf hoest. Morgen komt waarschijnlijk een pakje met brouwsels van de fytotherapeut, maar omdat dat nog ver weg is heb ik alvast laurierdrop, gedroogde tijm, honingdrop en tijmsiroop ingeslagen, bloemetjeshoning had ik al.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Op je sloffen

Daar zit je dan in je nieuwe huis in een onbekende omgeving. Bij elke onverwachte knal en ieder vreemd geluid verkrampt m’n lichaam, de afgelopen vijf jaar geluidsoverlast hebben diepe sporen achtergelaten. M’n lijf reageert inmiddels allergisch op slaande deuren, krijsende kinderen en het driftige getik van hakken op laminaat. Toen ik dinsdagochtend wakker werd doordat een lichtstraal door de opening van het rolgordijn heen piepte, moest ik even omschakelen – ik ben nu in Brabant, slaap op een zolderetage en het is berekoud. Snel trok ik het dekbed weer over m’n hoofd en draaide me om, nog even de dag een paar uur uitstellen. Straks is vroeg genoeg.

beervoorschilderijhondje


Vanmiddag komt de eigenaar
en tevens benedenbuurman gelukkig de rails ophangen. Dan kan ik vanavond met gordijnen dicht de inkijk buitensluiten. Nu zit ik elke dag open en bloot voor het raam te typen en dat voelt niet prettig. Raamfolie kopen stond dan ook hoog op m’n to do-lijstje, maar griep gooide roet in het eten. Woensdagochtend werd ik wakker met keelpijn en pijnlijke spieren. Twee keer verhuizen in zes maanden tijd gaat je niet in de koude kleren zitten. Daar komt bij dat er nog geen verwarming is in de keuken en ik uit de douche telkens met m’n blote voeten op de ijskoude stenen vloer beland. Inmiddels leg ik handdoeken op de grond, spring als een vlo van de tegels op het laminaat en heb besloten om voor het eerst in lange tijd sloffen aan te schaffen. Alleen het woord al. ‘Sloffen’. Maar wel lekker warm.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Reddende engel

Om 07.00 uur piept de wekker. Ik ben al wakker. Onrustig geslapen, veel te laat naar bed. Groggy gris ik wat kleren bij elkaar en duik de koude douche in. Even wassen en tandenpoetsen voordat de verhuizers arriveren en er geen rustige minuut meer is. Snel trek ik een zwarte spijkerbroek en pluizige wintertrui aan, maak me op en pak nog een paar dozen in met belangrijke spullen. Ik wil net een hap van m’n boterham met pindakaas nemen als de bel gaat. Vanaf dat moment gaat alles in een stroomversnelling. Vele uren later – de verhuizers zijn inmiddels weg – zit ik uit te puffen tussen de dozen in m’n nieuwe huis in Tilburg. De eigenaar heeft gebeld en komt me helpen met de gas-, wasmachine-, tv- en internetaansluiting.

beervoormonalisa


Zo’n reddende engel had ik echt nodig
. Na vijftien dozen uitpakken begint m’n rug al te protesteren, na bijna veertig dozen sputtert-ie hevig tegen. ‘Rustig aan Marjelle, je kunt niet alles vandaag af krijgen’, spreek ik mezelf toe. Mijn lichaam is moe. Het afgelopen jaar, de aanhoudende overlast en slaapproblemen hebben er diep ingehakt. Mijn hoofd is ook moe. De laatste zes maanden was het puur een kwestie van overleven, het gevecht met de verhuurder nadat ik in een onbewoonbaar huis ben terechtgekomen heeft bijna al m’n energie gekost, het er alleen voorstaan in deze periode van m’n leven is beklemmend. Angstaanjagend bij momenten. Toen ik daarstraks uitgeteld op de bank GTST zat te kijken met een beker hete rooibosthee was ik aangeslagen door de nare reactie die ik net van verhuurder Grouwels had gekregen op m’n mail.

beerhotelkamer

Vooral de badinerende toon irriteert me, zijn reactie op langdurige geluidsoverlast bijvoorbeeld is ‘in de praktijk is hier toch al snel sprake van een welles/nietes verhaal‘. De man weet helemaal niet waar het over gaat. Maar ook dan zeg ik tegen mezelf ‘zet het van je af. Ja, je hebt gelijk, maar je zult het niet krijgen. En ja, hun fouten en grove nalatigheid kosten jou heel veel geld, maar je kunt ze niet veranderen. Het zijn opportunisten die net zo lang de waarheid verdraaien tot die in hun voordeel is’. And now I’m going to pour myself a glass of wine. Heel veel dozen zijn uitgepakt, de living, eetkamer en slaapkamer zijn toonbaar. Cheers!
Marjelle

Foto’s Witold Riedel

Een eenzame stoel

De verhuizers zouden vrijdag rond 12.00 uur komen inpakken. Na een telefoontje en een aantal uur vertraging staat de eerste verhuisman dan toch voor de deur. ‘Wat kan er allemaal mee aan meubilair?’ vraagt hij tussen neus en lippen door. ‘Mee?’ papegaai ik, ‘de afspraak was dat jullie alleen maar dozen zouden inpakken en maandag alle spullen verhuizen.’ Hij kijkt opeens een stuk minder vriendelijk, ‘dat heeft de planner dan echt niet goed doorgegeven, want anders redden we het maandag niet.’ Koortsachtig probeer ik te bedenken welke meubels mee kunnen en welke niet. Dit is niet bepaald de soepele verhuizing die me beloofd is en waar ik veel geld voor betaal. Sowieso al vervelend genoeg dat er bijna drie dagen zitten tussen het inpakken van de dozen en de verhuisdatum. Even later is er geen tijd meer om na te denken, de ene na de andere verhuisman valt binnen.

In de chaos ben ik vooral bezig met in de gaten houden of ze niet de verkeerde dingen naar buiten slepen. Ze hebben meer oog voor elkaar dan voor mijn spullen en ik vraag me af of ik eenmaal in Tilburg wijs zal worden uit de cryptische omschrijvingen op de stickers. Degene die dit heeft gepland – op het hoogtepunt staan er zes man elkaar in de weg te lopen – heeft toch echt het verkeerde beroep gekozen. Inmiddels is het rustig geworden, de mannen zijn vertrokken en hebben een spoor van lege dozen en onbeschreven stickerbladen achtergelaten. Wat is het hier opeens kaal. Ik ga op de roodleren bank zitten en kijk om me heen. Alle kasten zijn verdwenen, geen enkel boek of cd’tje meer te zien, in de werkkamer staat alleen nog een bureau. Een eenzame rieten stoel tegenover me, zijn soortgenoot zit al in de verhuiswagen.

Wassen kan ik niet meer, ook de wasmachine en droger zijn weg. Op de plek waar de kledingkast stond, staat nu een doos met wat kleren en handdoeken voor de komende dagen. Eén keukenkastje is nog gevuld zodat ik niet van honger omkom. Als even later een kennis komt helpen met een paar lampen blijkt dat ook de trap meegenomen is. P. balanceert vervaarlijk op het salontafeltje terwijl hij een spotje van het plafond af probeert te halen. ’s Avonds loop ik door de donkere gang, de keuken wordt slechts verlicht door één led-lampje wat ik vanmiddag nog even snel bij Blokker heb gehaald. In het halfdonker bak ik gehakt en denk na over vrienden die het af hebben laten weten, de komende verhuizing, de onbeantwoorde mail over schadevergoeding aan verhuurder Grouwels en de oplevering van dit huis. Dan kom ik weer oog in oog te staan met dezelfde makelaar die afgelopen augustus een onbewoonbaar huis opleverde.
Marjelle

Foto’s Beer: Witold Riedel

210.175 + 1

Vandaag heb ik weer afgesproken met B. Met gemengde gevoelens stap ik de trein in. De verwarming doet het niet en ik kruip diep weg in m’n jas. Onderweg houdt de conducteur ons vriendelijk op de hoogte van allerlei oponthoud, de ene keer zijn dat spelende kinderen bij de spoorwegovergang en het volgende moment staan we in een heuse treinfile. Straks wordt duidelijk of mijn nabije toekomst zich in Rotterdam of in Tilburg gaat afspelen. Na veel gepieker en gedub heb ik afgelopen woensdag ja gezegd. Doorslaggevend was het feit dat ik het hier gewoon niet lang meer volhou, m’n lijf protesteert steeds meer tegen de aanhoudende stress en overlast, en de kans om op korte termijn  een redelijke flat in Rotterdam te huren is vrijwel nul gezien mijn situatie.


B. begroet me met een brede glimlach
. We praten wat over koetjes en kalfjes, ik drink koffie wat ik normaal nooit doe, ondertussen kijk ik rond in het huis wat misschien mijn huis wordt. De zwart-wit geblokte gang, de living annex eetkamer, ik vraag me af of ik m’n boekenkasten überhaupt kwijt kan, de kamers zijn een stuk kleiner dan waar ik nu woon. Het gesprek komt op m’n freelance bestaan, hij heeft ook m’n site bekeken vertelt hij. Ik overhandig hem een aantal documenten en wacht in spanning af of het voldoende garantie voor hem is om met mij als huurder in zee te gaan. Hij knikt wat, stelt geen moeilijke vragen – ik moet wel een heel goede indruk maken – en het volgende ogenblik ligt er een contract voor m’n neus. Nadat ik het doorgelezen heb schrijf ik onderaan bij het kruisje in sierlijke letters mijn naam.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Als ik morgen doodga

De laatste tijd overvalt me steeds vaker een diep gevoel van melancholie. Over wat geweest is en niet meer terugkomt, het gemis van mensen en dingen. Een aai over je bol, tederheid. De situatie waarin ik de afgelopen maanden terecht ben gekomen na jarenlange burenoverlast is de druppel, alle ellende heeft zijn sporen achtergelaten. Ik zit klem tussen tafel en stoel, in een half bewoonbaar huis, vrijwel afgesneden van de rest van de wereld. De rek is eruit – de overleefstand aan. Ik werk alleen nog maar, probeer opdrachtgevers overal vandaan te halen zonder veel resultaat, kijk ’s avonds de domste programma’s, kauwgum voor het oog, leegte voor de ziel. Ook in m’n lijf zijn de sporen voelbaar.

Foto Witold Riedel

De afgelopen maanden denk ik veel aan de mensen die belangrijk voor me zijn geweest; met sommige heb ik jarenlang lief en leed gedeeld, met andere kortere periodes van verbondenheid gekend. Welke naam zou het eerst in me opkomen als ik vandaag te horen kreeg dat ik morgen doodga? H., A., of…? Van sommige mensen heb ik nooit echt afscheid kunnen nemen. Andere relaties zijn bizar geëindigd, ik denk aan H. die van de ene dag op de andere uit m’n leven wegwandelde ondanks twintig intense jaren. Ik heb hem nooit meer gezien. Ik denk ook aan het feest dat ik ooit voor al m’n exen had willen geven, leuk plan, maar praktisch onuitvoerbaar. Nog steeds lijkt het me een aardig experiment, al wil ik dan wel eerst een make-over. De tijd heeft z’n sporen overal verstrooid.
Marjelle

De dood is het grootste taboe Volkskrant 19-11-2013

Burgemeester met beer

Klik op de foto’s voor een groter formaat

Run for KiKa

‘Run, baby, run!’