Na 22 ‘Bloggers in beeld’ was ik toe aan iets anders, toen werd het idee voor een nieuwe serie geboren die ‘Beeld van een blogger’ als titel meekreeg. Virtuele associaties hebben plaatsgemaakt voor een kijkje in het echte leven. Op zoek naar de mens achter de avatar ontmoet ik een blogger (M/V) in zijn stad. Het is daarbij niet de bedoeling om een diepte-interview te maken, wel om op speelse wijze foto’s van de stad, mijn impressie en de inbreng van de blogger zelf te combineren. Zijn wensen staan daarbij centraal, in het ene geval betekent dit dat hij je misschien wel paginagroot aanstaart of z’n diepste (bed)geheimen onthult, in het andere geval wordt er slechts een tipje van de blogsluier opgelicht…
Eerder verschenen in deze serie:
Beeld van een blogger (1) – Kuzz voor Guzz
Beeld van een blogger (2) – Gewoon gelul, Trektocht!
(3)
Vandaag staat er weer een ontmoeting gepland, deze keer verleg ik zelfs m’n grenzen om een blogger in beeld te brengen. Voor het eerst in jaren ga ik naar België, niet jeugdstad Brussel, maar Grimbergen is het uiteindelijke doel. Voor de zekerheid ben ik ruim op tijd vertrokken, geen overbodige luxe bleek algauw. Toen de kaartautomaat Vilvoorde noch Mechelen herkende en ik in allerijl naar de ticketservice aan de andere kant van het station moest rennen waar de wachtruimte uitpuilde, begonnen de stress en het zweetdruppelgehalte toch wel iets op te lopen. ‘Het ergste dat er kan gebeuren is dat ik m’n trein mis en een uur later aankom’, sprak ik mezelf toe en legde me toen bij de situatie neer.
In dat soort gevallen moet ik altijd denken aan bamboe, aan meebewegen in plaats van je te verzetten. Gelukkig was ik toch nog snel aan de beurt waarna de loketdame meedeelde dat dit kaartje wel duurder was en dat de automaat een aparte België-toets had. Uiteindelijk kwam ik nog net op tijd op spoor 6 aan. Het moment dat ik eenmaal m’n zware tas en nieuwe laptop de trein in had gesleurd, The Black Swan van CocoRosie op m’n mp3-speler hoorde en in een klef broodje beet, voelde ik me gelukkig. ‘Ik ben veel te lang thuisgebleven’, dacht ik, ‘wat is het lekker om niet alleen met je gedachten ergens anders te zijn’. België, ik wil je nu…
Tot zover deze inleiding naar m’n eerste blogvrouw in beeld.
in de verte zwaait iemand. ik loop naar haar toe en vraag ‘ben jij annelies?’ een brede glimlach is het antwoord. ze is iets kleiner dan ik met m’n 1.64 m. onder haar jeans prijken zilverkleurige nikes, erboven draagt ze een donkerblauw shirt. vanaf dat punt gaan de dingen in een stroomversnelling, uiteindelijk zullen we pas de volgende middag ophouden met praten. na een ritje naar hotel thermae waar ik m’n spullen drop en zij bij een kiosk nog gauw de humo en de morgen voor me koopt, rijden we door naar het huis waar zij en haar man midden in een landelijk stukje grimbergen wonen. eerst krijg ik een tour de la maison, de inrichting is een mix van oud en nieuw, van warm en strak, een mooie combinatie met veel oog voor details.
Het is een prachtige zonnige dag en we belanden dan ook al snel in de tuin waar we verder van de hak op de tak springen. Iets dat ongetwijfeld ook in dit blog tot uiting komt. Annelies heeft een vederlicht Belgisch accent en haar stem doet me even aan die van Sylvia Kristel denken, ook stopwoordjes als ‘voila’ en ‘bon’ geven het iets charmants. Als ik even later wat foto’s ga maken moet Josepha eraan geloven, bevallig leunt ze tegen een spar. Aan de vooravond van Nederlandse en Belgische verkiezingen komt het gesprek algauw op politiek terecht. Ze stemt vanaf haar achttiende op D66, Van Mierlo sprak haar zeer aan, maar ook Pechtold vindt ze een interessante man en goed debater. Mileubewust, democratisch, sociaal-liberaal, zo vat ze haar keus voor D66 samen.
als de thee inmiddels is verruild voor wijn komt het gesprek op de bloggers die we ontmoet hebben. in 2007 heeft ze een keer een bloggerslunch gehouden in brussel, maar dat was voor mijn vk-tijd. we praten verder over haar leven, man en bezigheden. 57 jaar geleden werd ze als ram geboren in rotterdam, niet een stereotiep meisje-meisje meer een tomboy. na de mulo kwam ze uiteindelijk bij procter & gamble terecht op de afdeling verkoop, waar ze later werk met avondhavo combineerde. ze vertelt me ook over die keer dat ze na twee weken kluizenieren weer eens wat mensen wilde zien en naar het vliegveldje vlak bij grimbergen fietste. daar werd ze door een wildvreemde man uitgenodigd om een tochtje te maken in een cessna. ’n bijzondere ervaring, naderhand werd ze ook lid van die club en leerde er veel leuke mensen kennen.
dat was nog voordat ze stefan, die later haar man zou worden, ontmoette bij procter & gamble waar ze toen al jaren werkte. inmiddels was ze 39 en wat wilde haren kwijt. ze vullen elkaar aan, vertelt ze, zij druk, beweeglijk, hij rustig, lief, en verstaan elkaar met een half woord. op dat moment komt het onderwerp van gesprek de tuin in lopen en stelt zich voor, een aardige, bescheiden man. rond achten vertrekken we met z’n drieën naar ’s gravenmolen waar annelies een tafeltje heeft gereserveerd en me via mail al duidelijk heeft gemaakt dat zij trakteren. hun gastvrijheid voelt als een warme deken, ik sputter maar niet tegen. het uitgestrekte terras grenst aan een vijver waarin ik tot m’n blijdschap een zwanenfamilie aantref. vijf zwanendonsjes dobberen braaf achter pa en ma aan en ik pak onmiddellijk m’n camera.
even later zitten we geanimeerd te praten bij zeetong, steak, vlaamse frieten, salade en rode wijn, het is lekker buiten. ook hier komt politiek ter sprake, maar nu de belgische situatie. er is veel veranderd sinds ik jaren geleden in tweetalig brussel woonde. ik hoor over de n-va van bart de wever, die streeft naar een onafhankelijke staat vlaanderen binnen europa, over militante vlamingen, het arme wallonië. zelf zijn ze absoluut tegen een splitsing van belgië. inmiddels is het donker en worden de muggen brutaler, we zijn de laatste gasten en de ober wacht geduldig tot we aanstalten maken om weg te gaan. belgen zijn over het algemeen bescheidener dan nederlanders, valt me weer op. nadat ik bij een uitgestorven hotel ben afgezet en annelies gesms’t heb dat ik veilig op m’n kamer ben aangekomen, voel ik pas goed hoe moe ik ben. de enorme hitte die er hangt versterkt dat.
Opeens krijg ik het een beetje benauwd in deze ruimte helemaal bovenin, ik voel me niet op m’n gemak. M’n blik wordt getrokken door de deurklink en ik probeer er niet naar te kijken. Er is niemand die ik nu kan bellen voor wat afleiding, ik besluit met het licht aan te slapen en bereid me voor op een korte nacht. Het is lang geleden dat ik ’s nachts bang was. Drie uur later word ik wakker door het geluid van m’n mobieltje. ‘Heb je goed geslapen?’ vraagt Annelies. Ik mompel iets onduidelijks en we spreken af dat ze me na het ontbijt op komt halen. In de eetzaal hangt een serene rust, ik ben inderdaad de enige gast en geniet van een knapperig Belgisch pistoletje en versgeperst vruchtensap. De struise madam van de receptie informeert of ik lekker heb geslapen, vriendelijk maar beslist zeg ik nee.
een voorbijganger die een kop koffie komt drinken, knoopt een praatje aan en voordat ik het weet ben ik opeens midden in een discussie over politiek verzeild geraakt. hij gaat op de n-va stemmen, vertelt-ie me. als ik vraag waarom, krijg ik te horen dat die de wever een sympathieke gast is, dat het geld al jaren van vlaanderen in wallonië gepompt wordt en dat dat nu eens moet ophouden! wat is de sfeer hier veranderd, de standpunten verhard, de messen geslepen… althans zo lijkt het voor een buitenstaander als ik. toch voel ik me ook wel weer thuis, net als annelies heb ik belgische én nederlandse wortels. het nadeel daarvan vind ik dat je uiteindelijk nergens echt bijhoort, het voordeel dat het je blik verruimt.
Even later zie ik het bekende autootje al de bocht om komen, ik stap in en we gaan op weg naar de struisvogelfarm vlakbij. M’n handen jeuken om zo’n gekke, verbaasde struisvogelkop op de foto te zetten, helaas blijkt het hek bij aankomst gesloten. Voorzichtig sluipen we dichterbij om toch nog een glimp op te vangen, maar de struisen steken hun kop in het zand. In plaats daarvan besluiten we naar de historische kern van Grimbergen te rijden en verder te praten op een terras. Als we langs de St. Servaasbasiliek komen, stelt Annelies voor om er even in te gaan. Het is járen geleden dat ik voor het laatst een kerk vanbinnen heb gezien, ik twijfel, maar ga dan toch de drempel over.
De orgelmuziek zwelt aan in de lege kerk en ik sta opeens oog in oog met Maria. Het doet me aan H.* denken, in een opwelling loop ik naar haar toe en en steek een paar kaarsjes aan, eentje voor hem en een voor iemand anders die me lief is. Enigszins ‘verlicht’ wandelen we vervolgens naar Het Fenikshof waarna Annelies de draad oppakt en vertelt over haar ervaringen in Engeland en Zwitserland waar ze samen met haar man een aantal jaar gewoond heeft. In Genève heeft ze een heel leuke tijd gehad, het was er schoon, zuivere lucht en Franstalig. Ze vertelt ook dat ze goed alleen kan zijn, wat mooi uitkwam aangezien haar man in de periode dat hij nog werkte zo’n 70% van de tijd op reis was. Inmiddels zijn ze allebei met onbetaald verlof tot hun zestigste en genieten van elkaar, de tuin en leuke dingen ondernemen.
Voor volgend jaar staat er een concert van Roger Waters in Antwerpen op het programma en kortgeleden zijn ze nog naar een optreden van The Cranberries geweest. Andere favorieten zijn The Editors en Amy Winehouse. Verder houdt ze ook van cryptogrammen en quizzen. Tot voor kort belde ze elke vrijdag met haar moeder om samen de Vrij Nederland-puzzel door te nemen. Aan de Nationale Krakercompetitie doet ze elk jaar fanatiek mee. Ik herken de liefde voor taal, het spelen met puzzelwoorden en de onderste googlesteen boven willen krijgen. Welk boek heeft veel indruk op je gemaakt, vraag ik haar. Ze noemt meteen ‘Millennium Trilogie’ van Stieg Larsson, behalve schrijver ook een bevlogen mensenrechtenactivist. Daarnaast houdt ze van films als ‘Death in Venice’, ‘Broken Flowers’ en kijkt graag naar ‘Later… with Jools Holland’, ‘De Canvascrack’ of mooie docu’s.
Donkere wolken pakken zich samen als we bij het terras vertrekken. ‘De Belgische dondergoden vinden het de hoogste tijd dat ik naar Rotterdam ga’, zeg ik tegen Annelies. Op de terugweg zie ik een bordje met Peutie en moet onmiddellijk aan Raymond van ’t Groenewoud denken. De gereedstaande trein naar Mechelen haal ik gelukkig nog net, onderweg rijdt hij langs stationnetjes als Eppegem en Weerde. Door ‘panne’ aan de computer bij de ticketbalie in Vilvoorde moet ik weer een kaartje kopen in Mechelen. Aangezien ik m’n aansluiting daardoor mis en de volgende trein pas over een uur gaat, slenter ik de stad in. Wat is het hier lawaaierig en grauw, een paar terrasjes aan drukke straten, veel vermoeide gezichten bij de bushalte. M’n tas voelt loodzwaar, m’n hoofd bonst en ik besluit een kop thee te gaan drinken, dan kan ik ondertussen nog wat ansichtkaarten schrijven. ‘M’n eerste keer in België na zoveel jaar mag niet onopgemerkt voorbijgaan’, bedenk ik en moet om mezelf glimlachen.
Marjelle
*Ex-liefste vriend na 25 jaar
‘Back to where I once belonged’ titel van een nummer van m’n broer (componist & gitarist) geboren in België