Categoriearchief: Persoonlijk

Tilburg spoort wel!

Een aantal jaar geleden kwam ik door omstandigheden opeens in Tilburg terecht. Stad waar ik ooit een blauwe maandag op school zat. Met pijn in mijn hart liet ik Rotterdam achter. Ik herinner me nog goed hoe ik een van de eerste dagen door de Piushaven doolde. Een muisgrijze sfeer, vrijwel geen mens op straat. Ik was een klein, onbetekenend stipje in een vreemde stad die in niets op Rotterdam leek. Ik dacht terug aan de schuimende watertaxi’s, de imposante schepen op de Maas, de Kralingse Plas en het dito Bos, het Museumpark, Trompenburg Tuinen, hotel New York, de Euromast. (En nog veel meer.)

IJskar, Kralingse Bos, Rotterdam

Kralingse Bos, Rotterdam

Inmiddels is het vijf jaar later. Tilburg heeft zich van zijn beste kant laten zien. Altijd druk in de weer, plannen maken, nieuwe dingen uitproberen. The sky is the limit. Horecatentjes schieten her en der als paddenstoelen uit de grond, wegwerkzaamheden en opbrekingen zijn aan de orde van de dag (dat dan weer wel). Het station wordt op de schop genomen; opeens kun je weer dóór het kroepoekdak heen kijken. Kortom, Tilburg zit bepaald niet stil. De Piushaven is steeds levendiger en aantrekkelijker geworden. Sinds kort is er ook een heus handbediend pontje, De Ferry. Vanaf het dakterras van RAK heb je een prachtig uitzicht over de haven. Alleen jammer van de Love Boat, dat blijft een vreemde eend in het water.

Wat is er allemaal veranderd? Er is een gloednieuw busstation, de immense LocHal staat er nog maar net en heeft al een paar prijzen in de wacht gesleept. Dan heb je de Spoorzone met onder andere het gezellige RAW, en Station88, een waar walhalla voor ondernemers, waar je ook gratis workshops kunt volgen. Het enthousiasme spat ervan af bij Hostel Roots, dat onlangs is uitgebreid met een Tiny House waar ik eerst stiekem een beetje verliefd op was. Elke keer als ik langsfietste, dacht ik: wat zou dit een leuke werkplek zijn. Verder is er nog Vittorio die een bijzondere ontmoetingsplek heeft gecreëerd bij de draaibrug van de Piushaven waar iedereen altijd welkom is.

Spoorpark, Tilburg

Spoorpark, Tilburg (groene kant)

Last but not least is in juni het Spoorpark geopend, bedacht en ontworpen door Tilburgers. Groots opgezet, met aandacht voor jong & oud. Op een terrein van twintig voetbalvelden groot vind je onder andere zonneweiden, sport- en speelplekken, een vijver, camping, skatebaan, waterplein en T-Huis. Behalve schaduwrijke bomen mis ik nog wel een beetje het échte parkgevoel. Het gras moet nog veel groener worden en alles wat groeit en bloeit heeft een flinke dot pokon nodig. Alles bij elkaar is het zeker een aanwinst. Ten slotte ben ik benieuwd naar het reuzedoolhof Doloris en de rooftopbar met uitzicht op de skyline van Tilburg. Doloris sla ik over in verband met claustrofobie dat is toch echt een brug te ver maar die bar zie ik helemaal zitten.

En Rotterdam? De stad zit nog steeds in mijn hart.
Op een dag ga ik terug – maar niemand weet wanneer.
Marjelle

‘Wat niet kan, is nog niet gebeurd’

De zon kijkt me stralend aan. Al voel ik de warmte op mijn gezicht, met mijn gedachten ben ik ergens anders. Het naderende bezoek aan de specialist spookt door m’n hoofd. Zou de pijn die ik nu heb inderdaad niets betekenen, maar nog steeds een nawee zijn van de ingreep? Opeens schiet er een zinnetje door m’n hoofd: het komt allemaal goed. Mensen zeggen dat te pas en te onpas, vaak niet gehinderd door enige kennis van zaken. Ik denk ook aan m’n financiën. Sinds kort weet ik dat ik een ‘onzekere werknemer’ ben. Konden ze daar nu echt geen mooier woord voor bedenken? ‘Flexplusser’ heeft wel wat. Het geeft die structurele, knagende onzekerheid in ieder geval aardig weer.


Neppaard ‘Jules Deelder’ beschilderd door Carine Mauritz

De zon schijnt nog steeds uitbundig. Ik druk mijn gedachten weg. Piekeren helpt niet, dingen onder ogen zien wel. Ik denk aan wat er allemaal gelúkt is dit jaar. Het is me gelukt om de vicieuze cirkel van jarenlange geluidsoverlast in een huis dat van plakband aan elkaar hing, te doorbreken. Sinds een half jaar woon ik nu in een flat met normale verwarming en dito sanitair. Een verademing. Nadat ik tien jaar andere dingen heb gedaan onder andere boeken vertalen, Puzzelcorner.nl oprichten  heb ik een paar jaar geleden m’n vroegere correctie-/redactiewerk ook weer opgepakt. Ja, er zit een stijgende lijn in wat wonen en werken betreft. Die moet ik zien vast te houden.


Trompenburg Tuinen & Arboretum

Ik droom ervan om later als ik genoeg verdien, terug te verhuizen naar Rotterdam, stad van mijn hart. Dat je dan gewoon het nummer van een makelaar intoetst en een leuke flat kunt regelen in plaats van jarenlang op een socialewoningbouwlijst te staan met ‘zoveel wachtenden voor u’. Ik denk aan de prachtige Kralingse plas, het parkje Muizenpolder lieflijk verscholen in het groen naast grote zus Het Park. De waterbus waar je op hete dagen op het dek lekker kunt uitwaaien. De Willemskade met in de verte hotel New York, watertaxi’s die voorbijschuimen, ontspannen bij Loos met een krantje en tosti-met-kaas. De Euromast waar mensen met of zonder hoogtevrees koelbloedig vanaf buitelen.


Levend beeld Nieuwe Binnenweg… leeft!

Ik denk ook aan het centraal station, in de volksmond ‘Station Kapsalon’ genoemd, de bibliotheek met haar opvallende glimmendgele buizen. Met de Rotterdampas (geweldig initiatief) naar de Kunsthal gaan waar voor het terras konijnen spelen, of op een regenachtige middag gewapend met paraplu naar museum Boijmans van Beuningen. Al ben ik bepaald geen diehard museumfan, het net van Pippilotti Rist, de Spiegelkamer en de Merry-Go-Round Coat Rack hebben indruk gemaakt. Ja, ik moet die stijgende lijn vasthouden.
Wat niet kan, is nog niet gebeurd.
Marjelle

E-book Rotterdam

‘Ik heb een strafblad’, zei de man

Een dweilorkest komt luid toeterend en blazend voorbij. Kennelijk is er ergens een feestje waar ik niet voor uitgenodigd ben. Als ik door het raam kijk, zie ik de zon een dappere poging doen om door de wolken heen te breken. De grijze lucht is vermengd met blauw en ik besluit de fiets te pakken. Tilburg waar ik sinds ruim drie jaar woon is niet bepaald moeders mooiste, maar de stad heeft wel een groen hart. Ik loop de deur uit met de fiets aan mijn hand en stuit op een lange sliert lopers die zich hijgend en bezweet een weg banen over het afgezette parcours. Nu snap ik waar die hoempapaklanken vandaan kwamen. Snel even een paar foto’s maken voordat ik naar Moerenburg vertrek met als einddoel een terras waar de ijskoude tonic altijd heerlijk smaakt.


Moerenburg een week eerder
(Klik op de foto voor een groter formaat.)

Na enige omzwervingen het was niet echt handig om uitgerekend tijdens de Tilburg Ten Miles door de stad te willen fietsen kom ik aan op de plaats van bestemming. Met magazine en krant vlij ik me in een stoel, de septemberzon brandt op m’n gezicht. Mmm, lekker zo… Opeens worden m’n gedachten wreed verstoord. Een mannenstem klinkt: ‘Aan het puzzelen? Dan heb je zeker heel veel kennis en kun je zo aan een quiz meedoen.’ Ik kijk op, een vent met een verweerd gezicht en armen vol tatoeages staat voor me. Hij luistert nauwelijks naar m’n antwoord en gaat in één ruk verder. ‘Ik heb ook een hoog IQ, 146’, vertelt hij met enige trots.

‘En ik heb rechten gestudeerd, maar ik kon toen geen baan krijgen, want ik heb een strafblad. Daar kom je nooit meer vanaf.’ Ik knik begrijpend. ‘Ja, en ik ben ook borderliner. Kijk, ik druk soms sigaretten uit.’ Hij toont de littekens op zijn armen. Ik mompel iets. ‘Maar daarna ben ik in de slachtverwerking terechtgekomen. De varkenshouderij en de slacht interesseerden me van jongs af aan. Mooi werk.’ Hij glimlacht. ‘Nu ben ik afgekeurd, maar ik begin wel weer iets voor mezelf. Dat zit in me, dat krijgen ze er niet uit.’ Ik pak langzaam m’n spullen bij elkaar. Het wordt frisser en ik moet nog een eind terugfietsen. We nemen afscheid. Terwijl ik wegloop, bedenk ik dat het best wel een vreemde gewaarwording is als iemand zijn hart bij je uitstort tijdens een toevallige ontmoeting op een terras.
Marjelle

Wegdromen op de fiets

Heerlijk nazomerweer… ondanks gezondheidsperikelen verlang ik ernaar om de deur uit te gaan. Frisse lucht opsnuiven, de wind door mijn haren voelen en mijn zorgen weg laten waaien. Vér weg. Als ik beneden in de gang aankom, zie ik mijn fiets al verleidelijk knipperen met haar koplamp. ‘Kom nou!’ seint ze. Ik moet lachen, vooruit dan maar. Het wordt fietsen in plaats van wandelen. Ik leg mijn tas met ‘belangrijke’ dingen – camera, telefoon, portemonnee, pas – onder een paar snelbinders en spring op de fiets.

Nazomer in Moerenburg
Klik op de foto voor een groter formaat.

Kon het maar altijd zomer zijnDe wereld ziet er mooier uit – al weet ik ook wel dat dat voornamelijk een illusie is. Mensen glimlachen, staan meer open, je hoeft geen jas aan, staat niet te bibberen bij een bushalte of te kleumen onder een deken in een huis met gebrekkige verwarming zoals hier. Fietsen en wandelen worden aanlokkelijke activiteiten in combinatie met een tonic of witte wijn met ijs op een zonnig terras. Onderweg genieten van Moerenburg, mijn favoriete groenplek.
Marjelle

Het regent zonnestralen…

Uit de luidsprekers klinkt ‘En het regent zonnestralen… nu rustig ademhalen’. Ik ben bij de optometrist in verband met oogmigraine en leesproblemen. Nadat ik daar een jaar geleden last van begon te krijgen,  zit ik nu met een beeldschermbril te werken achter de pc. Daarnaast heb ik f.lux geïnstalleerd, een programmaatje waarmee je de lichtintensiteit kunt verminderen. De optometrist vraagt hoe vaak ik last heb van oogmigraine. Ze vindt het veel te vaak en wil een uitgebreid onderzoek doen. Ook informeert ze of er oogproblemen in de familie voorkomen. Ik  herinner me dat mijn moeder vele jaren geleden naar het Oogziekenhuis in Rotterdam kwam voor laserbehandelingen. Elke keer als ze daar geweest waren – mijn vader ging altijd mee – kwamen ze nog even langs om thee te drinken. Ik woonde toen – in een leuk huis met lieve vriend – tegenover het Oogziekenhuis. Ik kan me niet meer herinneren hoe die aandoening precies heette, wel herinner ik me haar donkere zonnebril en kwetsbare gestalte.

blog zonnebril

De optometrist druppelt een verdovend goedje in mijn ogen. Omdat mijn oogdruk te hoog is, meet ze tevens de dikte van het hoornvlies. Gelukkig is dat vrij dik waardoor de oogdrukwaarde toch goed blijkt te zijn. Ze legt uit dat je dit altijd in combinatie met elkaar moet beoordelen, omdat het anders niets zegt. Ik heb ook vaatverwijdende druppels gekregen, zodat ze goed kan zien hoe het verder met m’n ogen gesteld is. Ze tuurt in beide ogen, pakt dan een andere lamp en weer een ander apparaat erbij… mijn ogen hebben nog nooit zoveel aandacht gehad. Opeens hoor ik haar zeggen, ‘daar zit een bloedinkje… en daar ook… en daar zie ik een schittering…’ Ik krijg het ter plekke benauwd. Ogen zijn zo teer, zo fragiel, ik vind het veel enger dan bijvoorbeeld iets aan je arm of been hebben. Ik kijk haar verdwaasd aan. Ze laat me de kleine bloeding zien op de foto en drukt me op het hart om binnen twee, drie weken een afspraak met de oogarts te maken in Tilburg en zsm bloed te laten prikken. Beduusd loop ik met de fiets aan de hand weer naar huis.
Marjelle

Foto Pixabay

‘Ik heb het mooiste beroep van de wereld!’

Na ‘Beeld van een blogger’ en ‘Beeld van een tweep’ komen in de derde serie Facebookers aan bod. Op zoek naar de mens achter de avatar, een ontmoeting met een man/vrouw in zijn/haar stad.

Beeld van een Facebooker (7)
Het is een koude regenachtige dag als ik in Tilburg in de trein stap. Na een soepele overstap in Den Bosch kom ik ten slotte op Utrecht Centraal aan. Het is druk, mensen krioelen door elkaar heen en het station oogt chaotisch. Gelukkig is er een behulpzame voorbijganger die me de goede kant op dirigeert. Twintig minuten later sta ik voor de deur van Radboud Spruit. Hij doet open, sympathiek gezicht, warrig haar en spijkerbroek. Door een halfdonkere gang lopen we naar zijn werkplaats waar de geur van zaagsel me al tegemoetkomt. Overal waar ik kijk, zie ik hout liggen. Niet verwonderlijk natuurlijk, want Radboud is grafkistenmaker. We gaan op een klapstoeltje zitten met een kop groene thee, ik leg mijn nog onbeschreven A4-vellen op het rijdende houtblok voor me dat dienstdoet als tafeltje. Hij vertelt dat als iemand hem in de jaren negentig, toen hij pas begonnen was, vroeg naar zijn beroep hij weleens zei dat hij meubelmaker was. Grafkistenmaker werd toch wel een raar beroep gevonden. Het roept ook iets op bij mensen, ze worden er ongemakkelijk, lacherig van.

blog Radboud 12208723_946442055428000_6487545946069913970_n

Radboud geeft het voorbeeld van de man die toen hij hoorde wat zijn werk was tegen hem zei: ‘Stop mij maar in een zak, hoor’, waarop hij toen vriendelijk antwoordde: ‘Dat kan, dat mag. Stop je je dochter ook in een zak? Nee, nou dan…’
De uitvaartwereld is veranderd, gaat hij verder, het is van een mannenwereld overwegend een vrouwenwereld geworden. De uitvaartleider is nu ook meestal een vrouw. Hij vindt het een goede ontwikkeling. Die wereld is ook heel divers: je hebt de uitvaartverzekeringen, door hem de ‘bankenwereld’ genoemd, de klassieke uitvaartwereld en de alternatieve uitvaart. Zelf heeft hij een aantal uitvaarten verzorgd, maar zijn hart ligt toch echt bij het kisten maken. Hij doet dit werk nu al meer dan zestien jaar fulltime en is zeven dagen per week bereikbaar, ook tijdens vakanties. ‘Waarschijnlijk ben ik de enige grafkistenmaker in Nederland die dat in zijn eentje doet, dag in dag uit, en ik zou niets anders willen’, zegt hij.

‘Het kunstenaartje in mij zegt dat ik zo nu en dan iets nieuws moet maken.’

blog Radboud 11928733_905530972852442_4677063916045357828_o

Vroeger was hij heel bang voor de dood en kisten vond hij verschrikkelijk eng, herinnert hij zich nog uit zijn tijd als misdienaar. Hij legt uit wat de aanleiding is geweest om kisten te gaan maken. ‘Ik ben opgegroeid met een moeder die altijd ziek was, ze overleed toen ik twintig was. De uitvaart hebben we toen zelf vormgegeven, maar de kist was zó lelijk dat ik er een doek overheen gelegd heb. Ik heb me toen voorgenomen om ooit zelf een mooie kist te maken. Tien jaar later ben ik daar ook aan begonnen en zo ben ik dus uiteindelijk grafkistenmaker geworden. Wel na een aantal omzwervingen’, voegt hij er glimlachend aan toe. Ik ben benieuwd wat hij nog meer gedaan heeft en hoor een opsomming van banen. Eerst heeft hij kort bouwkunde gestudeerd, vervolgens een tijd in een boekhandel gewerkt, later als groepsleider in de zwakzinnigenzorg, daarna was hij ook nog werkzaam als taxi- en vrachtwagenchauffeur en ten slotte heeft hij lange tijd met veel plezier gewerkt met daklozen. Kortom, een heel diverse achtergrond.

‘De belangrijkste keuzes maak je puur met je gevoel, de onbelangrijke met je verstand.’

‘Wat wil jij na je dood? Wil je begraven of gecremeerd worden, heb je zelf duidelijke wensen?’ vraag ik hem. ‘De uitvaart is voor de nabestaanden, mij maakt het niet uit wat er dan gebeurt’, antwoordt hij. ‘De allereerste kist die ik maakte was wel voor mezelf, maar die is verkocht.’ Hij vertelt dat hij eens in de paar jaar met zijn vriendin en dochter of soms met goede vrienden stap voor stap het hele scenario doorneemt vanaf het moment van overlijden tot en met de uitvaart. ‘Stel je voor dat ik hier ter plekke dood neerval,’ legt hij ze dan voor, ‘wat gaan jullie dan doen? 112 bellen en daarna?’ Vervolgens gaat hij het rijtje af voor de anderen.
Zijn dochter van 18 is heel vertrouwd met zijn werk, ouders van vriendinnen schrikken nog weleens als ze horen wat hij doet. Ze heeft als baby al in kisten gelegen en fungeerde jaren als pasmodel op basis waarvan hij baby- en kinderkisten maakte. Ze vindt een kist dan ook totaal niet eng. Inmiddels heeft ze haar rijbewijs en helpt hem af en toe met het bezorgen van de grafkisten.

‘Na de dood – Grafkistenmaker’ (Over mijn lijk – BNN)

Behalve met werk, ontspanning en sporten, houdt hij zich sinds vorig jaar augustus ook actief bezig met Syrische vluchtelingen. Hij had al langer het gevoel dat er iets niet klopte: ‘die rijkdom van ons en die onveiligheid van hen’, en wilde er meer van weten, met ze in contact komen. Samen met een vriendin deed hij mee aan de actie ‘Welkom in Utrecht’ waarbij ze aan drie Syriërs gekoppeld werden en daarmee gingen eten. Het was een heel leuke ervaring waar ook een aantal bijzondere initiatieven uit zijn voortgekomen zoals het fietsproject en de nieuwjaarsduik. Uiteindelijk hebben ze met zes asielzoekers nog steeds een warm contact. Hij is sowieso een voorstander van kleinere asielzoekerscentra waar vluchtelingen meer privacy hebben en de mogelijkheid krijgen om zelf te koken en meteen de taal te leren. Zet er bijvoorbeeld ook Nederlanders tussen, een gemêleerde groep mensen, dat is de beste manier om snel te integreren volgens hem.
Marjelle

Op het nachtkastje Hoe ik talent voor het leven kreeg Rodaan Al Galidi
Motto ‘Als we echt alles gaan delen, dan zijn alle problemen in de wereld opgelost’
Radboud draait Non, non, rien n’a changé Les Poppys

Meer interviewseries vind je op Marjelle ontmoet

Alaaf!

Nog even snel boodschappen doen, denk ik, en loop naar beneden waar m’n fiets al trouw op me staat te wachten. Als ik de deur opendoe, dreunt de carnavalsmuziek me tegemoet. Tilburg is ondergedompeld in carnavalssferen en iedereen mag het weten. Onderweg kom ik plukjes feestgangers tegen, sommigen uitgedost in de vreemdste creaties, bij anderen herinneren alleen een paar geschminkte vlaggetjes op het gezicht nog aan carnaval. Een enkeling kijkt duf door bloeddoorlopen ogen en ziet er nu al uit alsof zijn laatste uur geslagen heeft.

carnaval man
Het is pas zondag
, echte diehards gaan door tot dinsdag. In de supermarkt lopen de meeste mensen er onverkleed bij, net als ik in m’n doordeweekse kloffie. Er stroomt geen druppel Tilburgs bloed door m’n aderen, ik woon hier pas twee jaar en kijk met nuchtere ogen naar het fenomeen carnaval. Als ik kleumende carnavalsvierders voorbij zie komen moet ik onwillekeurig denken aan het Zomercarnaval in Rotterdam, stad waar ik heel lang gewoond heb. Zomerse temperaturen, swingende klanken en dito lijven, dat is meer míjn idee van carnaval vieren. Gelukkig valt er over smaak niet te twisten. 😉
Marjelle

Tilburg, typisch kruikenstad

Foto Pixabay

Als ik kon toveren…

Bijna een maand is het nu doodstil op m’n blog. Geen verhalen, geen overpeinzingen of foto’s. De afgelopen periode is er een van vallen en veel opstaan. De eerste woorden die in me opkomen zijn: pijn, dokters, deken tegen de kou, huizenjacht en oogmigraine. Dat laatste is een nieuw fenomeen dat z’n intrede heeft gedaan. M’n ogen – die ik zo hard nodig heb om de wereld te bezien en m’n freelance werk te doen – zijn overgevoelig geworden voor licht en schitteringen. Met name beeldschermwerken levert veel problemen op. Zo’n migraineaanval gaat gepaard met lichtflitsen, duizeligheid, misselijkheid en soms ook hoofdpijn. De eerste keer dat het beeld van de pc begon te golven en ik bewegende caleidoscopische figuren zag, was dan ook best angstaanjagend. Ik zwabberde door het huis, zocht onderweg af en toe steun tegen een muur en had geen flauw idee wat er aan de hand was. ‘Rustig blijven’, mantra-de ik. Ik heb al zoveel overleefd, dacht ik erachteraan.

Toverstokje

Aan de ene kant wilde ik niets liever dan alles opschrijven. ‘Het moet eruit’. Aan de andere kant verstarde ik bij het idee om erover uit te weiden. De benarde situatie waarin ik al een hele tijd zit, wordt er niet beter op ondanks al mijn inspanningen en wie zit er nou te wachten op verhalen daarover. Mensen willen success stories horen. Ze willen dat hun geloof in de maakbaarheid van de wereld intact blijft en papegaaien elkaar zonder enige kennis van zaken na: ‘Alles komt goed.’ Het is dan ook geen toeval dat termen als ‘toverstokje’ en ‘lucky break’ steeds vaker opduiken in m’n berichten en gesprekken. Ik zit dus in een bizarre spagaat. Uit deze ongezonde leefomgeving wegkomen lukt (nog) niet, omdat ik een weinigverdienende freelancer ben, die slechte woonsituatie heeft weer negatieve effecten op m’n gezondheid, wat weer zijn weerslag heeft op m’n inkomen et cetera. De cirkel is vicieus, je spreekt het bijna uit als vicious. 😉 Een parttime baan of een ander huis, één van beide kan al een wereld van verschil maken. Voor mij & mijn gezondheid.
Marjelle

Píttig!

Bepaalde gewoontes van mensen kunnen irritatie oproepen. Zo hebben veel mensen er wel een paar die hoog op hun irritatie-index staan. De één vindt smakken aan tafel vreselijk of iemand die met zijn vingers knakt. Tergend langzaam, één voor één. Een ander krijgt bijna een waas voor ogen als iemand constant met een pen zit te tikken of met z’n voet op en neer aan het wiebelen is. Ik herinner me dat ik er ooit in een wachtkamer commentaar op kreeg van een zwaar geïrriteerde vrouw. ‘Stop daarmee!’ zei ze. Nu ben ik in de regel ongevoelig voor bevelen, of iemand moet er een pistool bij trekken, dus ik wiebelde gewoon – zij het iets minder relaxed – door.

Pepers

Zo is het ook met woorden. Bij sommige uitdrukkingen springen m’n haren bijna rechtovereind. Als mensen het er bijvoorbeeld voor de zoveelste keer over hebben dat iets moet ‘indalen’, dat ze gaan ‘knallen’ of dat ze er voor ‘duizend procent’ voor gaan. De gewoonte om bij alles ‘komt goed!’ te roepen vind ik ook tenenkrommend, maar er is één woord dat momenteel werkelijk vrijwel overal voor gebruikt wordt. Pittig. Kende ik het vroeger vooral in de betekenis van gekruid, pikant, inmiddels wordt het voor allerlei varianten gebruikt. Van apart, bijzonder, moeilijk, lastig, niet leuk, wél leuk, pijnlijk tot boeiend… Kortom, als je niet weet wat je moet zeggen, zeg dan gewoon ‘mmm, bést wel pittig’.
Marjelle

Foto Pixabay

Naakt in een doos!

Toen ik bij NOC NOC in Rotterdam aanschoof tijdens de koffietentjestour van Bureau Play kwam het gesprek opeens op woonruimte. Ik vertelde dat ik acuut op zoek was naar een ander huis en er niet aan moest denken om nóg een winter onder een deken te bivakkeren. De etage waar ik woon, heeft namelijk een gebrekkige verwarming en hangt verder van plakband aan elkaar. Patty, een van de aanwezigen, zei toen dat ze afgelopen jaar een oproep op Facebook had gezet met de tekst: ‘Leuke chick zoekt een huis in Rotterdam!’ Nou ben ik zeker leuk, maar m’n chickjaren liggen alweer een hele tijd achter me. De oproep had overigens succes, al binnen een week kreeg ze andere woonruimte aangeboden. Het deed me ook denken aan het verhaal van Jesse.
Op Baan zoekt Jesse
beschrijft deze 28-jarige in het kort haar zoektocht naar een baan. Al snel besluit ze tot actie over te gaan. Slechts ‘gekleed’ in een kartonnen doos gaat ze in het centrum van Eindhoven de straat op. De actie trekt meteen de aandacht en levert veel reacties op. Ik ben het beeld van Jesse in die kartonnen doos nooit vergeten … Sowieso vind ik het mooi als mensen op een eigen en ludieke manier hun doel proberen te verwezenlijken. Ook dit verhaal heeft een happy end: inmiddels werkt Jesse als Junior Communication Officer. Nu zoek ik zelf én een ander huis én extra inkomsten in de vorm van meer opdrachtgevers en/of een parttime baan.

Redacteur, corrector, coach, interviewer, puzzelmaker, matchmaker, personal assistant, broodjessmeerder of koffiejuf, ik doe het allemaal met evenveel inzet. Sleutelwoorden zijn: correctie, redactie, taal, bloggen, puzzels, sociaal, accuraat, loyaal, zelfstandig, creatief. Freelance vanuit huis of reizen in een straal van 80 km rond Tilburg. Ook verkassen naar een andere stad is een optie. Als het maar geen Almere of Beverwijk is. Een combinatie van zo’n oproep à la Patty & doosactie à la Jesse is geen goed plan. Als je zoiets doet, moet het wel bij je passen. Bovendien hou ik niet van copycats. De vraag is dus: zal ik het van de daken schreeuwen, social media bekogelen, een makelaar of werkgever levenslang gratis puzzels aanbieden in plaats van taart of moet ik me gewoon in deze outfit hullen, verstand op nul en blik op oneindig …?
Marjelle

Foto Internet