Tagarchief: buren

Slaapkeuken

Maandag komt hij schreeuwend thuis. Ik krijg meteen een knoop in m’n maag. Twee standen heeft-ie: aan/uit. Gewoon praten is er niet bij, de volumeknop gaat wijdopen. Terwijl ik probeer te werken moet ik zijn urenlange monologen aanhoren. Deze keer roept en schreeuwt hij niet alleen, maar loopt ook rond te rennen en te bonken, met veel gekreun en gesteun. Ik kán niet meer nadenken, loop bij de computer vandaan en voel de adrenaline op een kookpunt komen. Ik moet hier wég. Ik krijg de neiging om een stoel door de kamer te smijten, te stampen… iets, wat dan ook om die vreselijke stem het zwijgen op te leggen. De wet schrijft rustig woongenot voor, nou, dat lappen ze volkomen aan hun laars. Geen privacy. Geen rust. De ouders vinden het doodnormaal, zij is zelfs woedend dat ik af en toe durf terug te stampen en is me al een keer bijna aangevlogen. Ik voel me dan ook niet meer op m’n gemak als ik tegenwoordig de trap af loop.

Woensdag is de ergste dag, dan probeer ik zoveel mogelijk dit huis te ontvluchten. Soms kan dat niet, zoals morgen bijvoorbeeld, de monteur komt om de cv te repareren en de lekkageplek te bekijken. Laatst ging er 40 liter over de vloer doordat er iets fout zat met de verwarmingsbuis. Morgen komt er ook een belangrijke proefopdracht binnen die dezelfde dag nog klaar moet zijn. Daar hangt veel van af, als het bevalt kan ik vanaf januari maandelijks een puzzelpagina maken voor een leuk Rotterdams blad. Toen ik laatst de hoofdredacteur aan de telefoon had schrok ik toen ze zei dat het woensdagavond af moest zijn. Hoe kan ik werken als hij zoals bijna elke vrije middag weer tekeergaat… Ik probeerde niets te laten merken en zei semi-vrolijk: ‘ja, dat is prima, hoor, geen probleem!’

Vrijdag ga ik een ander huis kijken. Het is een tweekamerflat in Rotterdam-Noord met als bijzondere feature een open keuken in de slaapkamer. Geen balkon en geen berging. Als ik niet zo omhoog zat zou ik er geen seconde over denken. Het enige positieve is de huurprijs van 320 euro. Vanmiddag hoorde ik dat ik misschien tijdelijk het huis van m’n Spaanse vriendin kan huren, zij verhuist voor kerst, met de eigenaar heb ik een lang gesprek gehad. Het grote struikelblok is de huurprijs, van 320 euro voor een bouwvallige etage in Noord naar circa 900 euro voor een dubbele bovenwoning in Blijdorp waar ik het liefste morgen meteen in zou trekken. Op dit soort momenten besef ik hoe belangrijk geld kan zijn, je kunt er een bepaalde mate van rust en vrijheid mee kopen. Voor de rest kunnen luxe en overdaad me steeds meer gestolen worden en aan status en trends  heb ik sowieso lak. Maar hoe tijdelijk is tijdelijk, als ik over een half jaar weer op straat sta dan heb ik niks meer.
Marjelle

Foto Internet

Bloed, zweet en tranen

M’n laatste blog dateert van drie weken geleden. Very unlike me. De gebeurtenissen hebben me lamgeslagen. Na de verhuizing belandde ik van de ene nachtmerrie in de andere met buren die weigeren ook maar enige rekening te houden en zich gedragen alsof ze hier de dienst uitmaken. Het dieptepunt was vorige zondag toen de benedenbuurvrouw door het lint ging en me bijna wilde aanvliegen omdat ik nu zelf eens – nadat praten niet hielp – lawaai aan het maken was. Haar man hield haar tegen, tot twee keer toe. Hier wonen put me uit, schrijven doe ik niet meer en van een normale nachtrust is nog steeds geen sprake. Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik de afgelopen vijf jaar voor het laatst lekker uitgerust wakker geworden ben zonder gebonk en gestamp, met een glimlach op m’n gezicht. Ik verlang er zo naar om dat weer eens mee te maken. Ook hier gaat opstaan in drie fasen: vanaf kwart over 6 tot kwart over 8 de eerste drie, een paar minuten later begint nummer vier door het huis te rennen en meubels te verslepen op het kale laminaat, soms gaat dat uren door.

‘Ik ben overspannen’, vertelde ze mij op de dag van de verhuizing. Met m’n hoofd diep onder het dekbed weggedoken vraag ik me telkens af wat ze in godsnaam aan het doen is. Maar het ergste is het geroep en geschreeuw van de jongen. Alsof hij hier in de kamer zit, zo hard klinkt het soms. Inmiddels krijg ik een knoop in m’n maag als ik hem alleen al hoor binnenkomen. Daartussendoor werk ik aan mijn herstart als freelance puzzelmaker, de nieuwe site is online en ik heb me met bloed, zweet en tranen Joomla! eigen gemaakt. Artikelen, menucategorieën, modules aanmaken en online puzzels eropzetten, het lukt me nu aardig. Vooral dat laatste maakte het veel ingewikkelder dan een huis-, tuin- en keukensite. Ondanks mijn overuren zijn er nog geen verdiensten en dat baart me zorgen. Normaal kunnen leven en een goede nachtrust zijn basisvoorwaarden om fris en uitgerust aan de slag te gaan en die ontbreken.

Als ik had geweten dat ik door grove nalatigheid van de verhuurder 1 augustus in een onbewoonbaar huis terecht zou komen had ik dit huurcontract natuurlijk nooit ondertekend. Ik heb de verhuurder dan ook een voorstel tot schadeafwikkeling gedaan. Een van de directieleden is recent bij me langs geweest en het gesprek verliep in een goede sfeer. Helaas werd mijn voorstel slechts gedeeltelijk gehonoreerd. Het huurcontract van twaalf maanden wordt wel opengebroken (al zit daar nog een addertje onder het gras) en een aantal maanden huur wordt kwijtgescholden. Het is de helft van wat ik had gevraagd: aangezien ik nu noodgedwongen opnieuw moet verhuizen moet ik ook weer een paar duizend euro verhuiskosten betalen. Maar waar haal ik op korte termijn een ander huis vandaan? Het kost me de laatste tijd steeds meer moeite om door te gaan. De moed niet op te geven. Ik ben moe.
Marjelle

Bloed, zweet en tranen André Hazes

Is it getting better or do you feel the same

‘You said love is a temple, love the higher law’, zing ik mee met Johnny Cash. Het geluid staat hard, zeer tegen mijn gewoonte in. Normaal ben ik heel rustig in huis – het woord thuis krijg ik niet uit m’n toetsenbord – en loop ’s avonds op zachte schoenen  door m’n nieuwe naoorlogse appartement, deuren op een kier voorzover dat kan, douche, keuken en living hebben nog geen deur. Nadat ik nu al een maandlang ’s ochtends vanaf kwart over zes uren wakker lig nadat de een na de andere buur deurenknallend is opgestaan, de muren zijn van karton en de vloer van hout, ben ik het meer dan zat. De benedenbuurjongen heeft een keiharde stem en praat aan een stuk door. Het is net of ik samenwoon met een wildvreemde. Zeer tegen mijn zin. Op sommige plekken kan ik hem letterlijk verstaan, de schelle stem boort zich door alles heen. Net als het basgeluid van de vader die halfdoof is aan een oor en het volume van de tv. Nu ben ik op het punt aanbeland dat ik in godsnaam dan maar zelf lawaai produceer. Om ze te overstemmen. Vlak na de verhuizing vroegen de buren of ik last van ze had. ‘Het is ontzettend gehorig’, zei ik, ‘de mannen kwaken overal doorheen’ – oké, dat laatste zei ik niet letterlijk – ‘en ik schrik elke ochtend wakker.’ Aangezien praten en in een latere fase stampen niet helpt, draai ik de volumeknop open. Vandaag voor het eerst. Zeer tegen mijn gewoonte in. Een mens moet wat. I want some peace. At last.
Marjelle

One Johnny Cash

Kamperen

Voor sommige mensen zijn tenten, haringen en rugzakken dé ingrediënten van een ideale vakantie, andere brengen hun vrije tijd liever door in wat luxere oorden. Ik behoor tot die laatste categorie. Het aantrekkelijke van met een wc-rol over de camping sjokken heb ik nooit gezien, ik ging pas overstag toen m’n toenmalige vriend met zus naar Italië ging en ik hem op het laatste nippertje toch niet wilde missen. Die vakantie was geen succes, maar dat lag niet alleen aan het benauwde tentje, de klamme hitte of de opdringerige muggen. Toch ging ik een aantal jaren later, de herinnering was iets vervaagd, met m’n beste vriend kamperen in Luxemburg. Wat me vooral is bijgebleven zijn de grote glazen Moezelwijn, de onberispelijke grasvelden die eruitzagen alsof ze met een nagelschaartje werden bijgehouden en het verband om m’n hand. Ik had mezelf weer eens gesneden in plaats van de groenten op de snijplank. Dankzij die bellen wijn is het ergste kampeerleed uit m’n geheugen verdwenen.

100_4667


De afgelopen weken
komt het woord kamperen vaak in me op. Na de nachtmerrie waarin ik 1 augustus belandde, de verhuizing out of hell waarbij m’n  stressniveau op het kookpunt kwam, heb ik voornamelijk gebroken nachten gehad. Elke ochtend lig ik vanaf kwart over 6 te wachten tot buur 1 de deur uit is, vervolgens buur 2 plus kind weg is – het trappenhuis is een klankkast, de deuren uit het jaar nul, het knalt er dus flink op los en mijn slaapkamer grenst aan de hal. Als ik dan denk dat de kust eindelijk veilig is en me nog even om kan draaien, komt daar buur 3 die haar huis begint te verbouwen. Althans zo klinkt dat op het laminaat in deze zeer gehorige flat waar volgens de makelaar geen benedenburen woonden. Na drie weken ben ik gesloopt. Ik heb nu ook te weinig energie en te veel aversie om de nalatige verhuurder, onbetrouwbare makelaar en onbeschofte aannemer terug te bellen. Een paar muren zijn half geverfd en kijken me mistroostig aan, erfenis van klusvrouw, schilderijen staan kriskras op de grond, lange elektriciteitssnoeren steken her en der uit de plafonds.

100_4665-001


M’n nieuwe tapijt
begint zelfs al slijtplekken te vertonen op de plaats waar m’n bureaustoel heen en weer rolt. Ik registreer het, meer niet. Niet alleen zit er nog geen deur in de douche, ook de living heeft geen deur. Dat werd pas echt een probleem toen ik voor het eerst de verwarming aanzette. Om toch een beetje warmte binnen te houden moest ik de wc-deur aan de gangkant openzetten. Kamperen is er niets naast. ’s Avonds laat sta ik op het bed te balanceren om het bovenraampje dicht te draaien. Toen ik net na de verhuizing nog aan het revalideren was ben ik een keer midden in de nacht tegen het raam aan gevallen. In een tent zit je veiliger. De eerste ochtend na de verhuizing wist ik het al. Hoe gehorig het was. Hoe hard de buren alles deden. Al die moeite, al dat geld, en dan 1 augustus terechtkomen in een huis zonder plafonds met een buurman die halfdoof is. Als ik alles geweten had, de verborgen gebreken… Ik hou het hier niet vol, ik wil alleen maar wég.
Marjelle

100_4670

In godsnaam dan maar

Doodmoe. De nachtmerrie waarin ik de afgelopen maand terechtkwam heeft sporen achtergelaten. Daar zit je dan in je nieuwe huis na een hectische verhuizing waar slapeloze nachten aan voorafgingen. Dat alles door grove nalatigheid en fouten van anderen. Makelaar, verhuurder, aannemer, klusvrouw. Ik kijk naar m’n slordig geverfde muren waar later de stukadoors ook nog hun stempel op hebben gedrukt, gele vlekken en gipssporen sieren het geheel op. Ik staar naar het chocobruine tapijt waarop je alles ziet, maar wat in die prijsklasse de enige kleur was die op voorraad was. Het móest allemaal in zes dagen geregeld worden. Omdat de verhuurder de offerte van de aannemer te hoog vond en vervolgens op vakantie ging. Waardoor de nieuwe plafonds er niet inzaten en allerlei gebreken niet verholpen waren.

1 augustus. De dag dat ik in een onbewoonbaar huis terechtkwam. Turboschakelen van plan a naar b en c. Mails sturen, bellen. Met makelaar, medewerkers, verhuurder. En weer het rijtje af. Wachten tot iemand eindelijk actie onderneemt. Nietsverhullende foto’s bijvoegen van de staat waarin het huis verkeert. Géén reactie. In godsnaam dan maar de voltallige directie mailen. De toon nog uitdrukkelijker, de urgentie druipt van de mail af. Eén gehaaste reactie. Een maand huur wordt kwijtgescholden. En dan is alles in orde. Nee. Ik dacht het niet. 2 ½ week later. Nog steeds geen datum dat de plafonds erin komen. Geen kans gehad om tapijt te laten leggen. Nog steeds geen verhuizers kunnen regelen. Op basis van de mededeling ‘de plafonds komen er zsm in’ kan ik geen verhuisdatum vaststellen.

Vandaag. Alle dozen zijn allang uitgepakt. Licht heb ik alleen in de living en koken doe ik bij een schemerlampje. Klusvrouw heeft de muren niet afgemaakt, maar ze wil wel twintig uur uitbetaald worden terwijl ze tien uur had geschat en tussentijds niets heeft gezegd. Erg naar. Ik krijg maagpijn als ik weer een sms’je van haar zie. Niet alleen heeft ze slordig werk geleverd, ze heeft zich ook aan vrijwel geen enkele afspraak gehouden. Pas op voor de beunhazen op Marktplaats. Als ik alles geweten had. De verhuurder die zich niet aan zijn afspraken hield. De makelaar die beweerde dat er geen buren onder me zaten. De buurman die halfdoof is aan een oor en HARD praat. Het gehorige huis. Maar het ergste vind ik dat ze elke dag zo vroeg opstaan. Onze ritmes zijn tegenpolen. Zij gaat al om kwart over negen naar bed. ’s Avonds tiptoe ik door het huis, laat deuren openstaan. ’s Ochtends word ik wakker van knallende deuren, meubels die over het laminaat schrapen. Waar heb ik dat eerder meegemaakt.
Marjelle

Geen titel

De verhuisdag begint met verhuizers die drie uur te vroeg op de stoep staan. Snel schiet ik een T-shirt en spijkerbroek aan en doe met slaperige ogen en verward haar de deur open. Vanaf dat moment gaat alles in uptempo, mannen lopen in en uit, dozen worden voortvarend ingepakt, ik kan nog net m’n make-uptas veiligstellen als ik even later de douche uitkom. Klusvrouw heeft zich maandag wéér niet aan de afspraak gehouden, ze zou eindelijk de muren afmaken en rails ophangen in de slaapkamer. Dinsdagavond werd ze gespot door m’n Tsjechische tapijtlegger en zei tegen hem dat ze de dag erna nog wel even kwam schilderen. Waar zit in godsnaam je verstand om dat tegen alle afspraken in zonder overleg uitgerekend op de verhuisdag te gaan doen!?

Ik vrees het ergste als ik op weg ga naar m’n nieuwe huis. Eenmaal binnen tref ik klusvrouw aan die sinds een half uurtje nonchalant met een lakrollertje in de weer is. De muren zijn nog niet af, de rails is niet opgehangen en het is overal één grote teringbende van verfblikken en rollers. Ik moet me bedwingen om niet in tranen uit te barsten en zeg tegen haar dat ze onmiddellijk moet stoppen met verven en de troep moet gaan opruimen aangezien de verhuizers al onderweg zijn. De stress schiet door m’n lijf. Ondanks m’n rugblessure – ik moet eigenlijk revalideren niet verhuizen – stort ik me op de keuken, ruim verf op, boen kastjes uit. Ik vlieg door het huis en probeer niet in paniek te raken. Er komt maar geen einde aan deze nachtmerrie.


‘De Schreeuw’ Edvard Munch (Internet)

‘Heb je nu in stilte kunnen slapen? Want daar is het toch allemaal om begonnen! #verhuizing #benieuwd’ twitterde @AadVerbaast gisteren. ‘Het korte antwoord is nee. #hetlangeantwoordwiljenietweten’, antwoordde ik. Vier dagen woon ik hier nu. Inmiddels weet ik dat in tegenstelling tot wat de makelaar beweerde het appartement onder mij wat te koop staat niet leeg is maar er een gezin woont. Als ik geen onjuiste info had gekregen was ik natuurlijk eerst gaan kijken wat voor mensen dat waren. Kortom, als ik had geweten dat ik 1 augustus in een onbewoonbaar huis terecht zou komen met allerlei verborgen gebreken – om het raampje in de slaapkamer open te doen bijvoorbeeld moet je telkens op bed/vensterbank gaan staan – en dat er een luidruchtig gezin woonde, dan had ik nooit het contract ondertekend en was voor het andere huis gegaan.
Marjelle

Op één been

Foto stellarsky

Sta je daar in een spagaat terwijl je probeert in zentoestand te komen, beginnen de kinderen weer boven je hoofd te springen, maar dat negeer je. In plaats daarvan concentreer je je op het mooie lijf van Rodney Yee op dvd, op zijn lange zwarte haren. Je ogen dwalen van zijn lichaam naar de prachtige natuur achter hem. Daar wonen in die rust, in die stilte, omringd door spiegelende meren en imposante bergtoppen, bijzonder lijkt me dat. M’n gedachten worden opnieuw wreed verstoord door het gedreun van de kinderen, ja kutkinderen zijn het. Ze springen met enorme veerkracht op het laminaat wat hun ouders nu al maanden weigeren te isoleren ondanks de eis van de woningbouw, slecht voorbeeld doet volgen. Ik voel onmiddellijk de zen dalen en de andrenaline stijgen en stoot een oerschreeuw uit. Heeft in de verre verte misschien ook nog wel iets met yoga te maken, denk ik erachteraan. Daarna adem ik diep in en wring mij vervolgens in een ooievaarspose, op één been blijven staan valt nog niet mee. Als het niet zo treurig was en ik niet zo moe geworden was van de jarenlange geluidsterreur was het bijna komisch. Sta je daar een beetje yogabewegingen te maken terwijl het plafond dendert boven je hoofd. Het lachwekkende eraan kan ik ondanks alles nog steeds zien. Gelukkig maar, want zonder humor is er geen leven.
Marjelle

‘Er is hier iemand neergeknald’

Dit weekend heb ik twee huizen bekeken, het ene bleek benauwd-klein met vanuit het keukenraam uitzicht op een muur, het tweede was best leuk, maar had een houten vloer en onder- en bovenburen. Een passerende buurman beantwoordde mijn vraag of het hier gehorig was met een volmondig ja. Elk spoortje twijfel verdween meteen als sneeuw voor de zon. Eensgezind liepen L. die architect is, wat erg handig is bij dit soort bezichtigingen, en ik terug door de regen waar we in het Douwe Egberts Café bij een kop hete thee en Espresso weer een beetje warm werden. Ik vertelde dat ik dinsdag nog een huis ging bekijken op de rand van Delfshaven en het Nieuwe Westen. Op papier zag het er goed uit, ruim, licht en heel belangrijk, geen bovenburen, maar wel vrij duur.

Foto Witold Riedel

Ook nu striemde de regen in m’n gezicht toen ik me door de Vierambachtsstraat haastte op weg naar het derde appartement. De makelaar stond al op me te wachten in het portiek. Een vreemd gezicht, dit ultramoderne pand pal naast een oude verwaarloosde woning. Bij binnenkomst werd ik verwelkomd door een brede hal met spiegels en een soort van nepmarmeren vloer. Tot m’n verbazing kwamen we na de eerste trap weer in de openlucht terecht met diverse woonblokken en galerijen aan beide kanten. Dat er zoveel woningen achter deze smalle voorgevel schuilgingen had ik nooit gedacht. Het appartement zelf was groot en gelamineerd, met een open keuken, alles zag er netjes uit.

‘Er is hier iemand neergeknald’, zei hij achteloos. ‘Hier!?’ vroeg ik. Het bleek in een ander appartement te zijn in hetzelfde blok. ‘Weet je wat vreemd is’, zei ik, ‘ik kijk wel vaker huizen de laatste tijd en dan denk ik nooit aan moord of doodslag, maar vanochtend voor ik hier naar toeging kwam het woord “schiet-partij” opeens in me op. Soms heb ik helderziende gaven.’ Hij vertelde ook over een afrekening die ooit had plaatsgevonden in een café vlakbij. Erg bevorderlijk zijn dit soort berichten niet, dacht ik ondertussen, terwijl ik met één oor luister-de naar zijn verhaal dat de meeste rotte appels nu wel weg waren. Aardige man van weinig nuance. De vloeren bleken van houtplaat, er grensde een galerij aan de slaapkamer terwijl over buren niets bekend was en aangezien langdurige geluidsoverlast de enige reden is om te verhuizen is dat nu juist essentieel.
Marjelle

Kiezen tussen twee kwaden

De sleutelbos glinstert in m’n hand, ik kijk er nog een laatste keer naar, stop ‘m vervolgens in de voorbedrukte envelop en gooi die in de brievenbus zonder begeleidend briefje. Dat komt vanavond wel. Het is 18.00 uur en het wordt al een beetje donker als ik door de opdwarrelende herfstbladeren weer naar huis loop. M’n hoofd vol gedachten. Keuzevrijheid, het klinkt mooi, maar soms is het kiezen tussen twee kwaden. Met mannen heb ik dat gevoel nooit gehad, als ik voor iemand koos was dat vol overtuiging – one-nightstands en korte relaties daargelaten – en niet bij gebrek aan beter of liever iets anders. Op foute mannen val ik sowieso niet, dat scheelt. Maar op het gebied van huizen kan kiezen een ander woord zijn voor klemzitten. Het is dan een antikeuze aangezien A en B beide niet aantrekkelijk zijn. In dit geval blijven wonen waar ik woon met structurele geluidsoverlast óf verhuizen naar een woning waar erg veel aan moet gebeuren met een rug die erdoorheen zit en niet echt zicht op een rustige leefomgeving.* Ik verlang naar C, maar C doet niet mee.

[slideshow]

Het zinnetje should I stay or should I go? zingt door m’n hoofd als ik voor de derde keer in een paar dagen naar het huis ga kijken. Qua akoestiek is het ongeveer even erg als waar ik nu woon, het suist, het borrelt, je kunt horen wanneer iemand de wc doortrekt of de kraan opendraait. Alleen ’s nachts keert de rust weer als iedereen op één oor ligt weet ik. Ik hoor een deur dichtslaan, flarden muziek, loop rond en denk aan m’n huidige huis wat door de herrie nooit een thuis geworden is de afgelopen vier jaar. Ik denk ook aan het ultimatum van Havensteder, ‘dit is ons laatste bod, verder doen we niks meer!’ Drie woningen,  waarvan er zeker twee niet gelijkwaardig zijn aan het appartement op de Noordsingel. Ik wist ook niet dat het bij drie zou blijven, dat werd pas de laatste keer erbij verteld. Ik pak de sleutelbos, kijk nog eenmaal rond en sluit de deur achter me. Soms is weggaan geen optie als je er geen stap verder mee komt.
Marjelle

* L. die architect is mailde dat het rond de 3000 € zou kosten om muren en deuren te isoleren in verband met gemeenschappelijke hal en trap

To move or not to move?

De woningbouwconsulente belt eind van de ochtend nog om te vragen wat ik besloten heb over het huis met uitzicht en bovenburen maar zonder tuin of balkon. Ik ben opgestaan met lichte maagkrampen maar dat heeft waarschijnlijk meer met de biologische Duitse biefstuk van gisteren te maken die ik niet gewend ben dan met zenuwen. Toch merk ik dat ik steeds onrustiger word naarmate de wijzers van de klok dichter bij de 12 komen. Ik besluit een verkoelende douche te nemen. Net als ik me met een grote roze handdoek aan het afdrogen ben gaat m’n mobieltje. Snel wrijf ik nog even m’n benen droog en schiet in een spijkerbroek en luchtig shirtje. Vijf minuten later vertel ik de consulente dat ik de bovenburen gisteren helaas niet te pakken heb gekregen, maar wel een van hen ’s avonds aan de telefoon heb gehad.

Rotterdam zomert

Ze wonen er met z’n drieën weet ik nu, eentje werkt, de andere twee studeren. ‘Mag ik de sleutel nog één keer meenemen?’ vraag ik, ‘dan hoop ik vanmiddag wel iemand thuis te treffen, want vanavond gaan ze op vakantie.’ ‘Dat moet de makelaar beslissen’, zegt ze, ‘want ik ga zo naar huis en heb heerlijk drie weken vrij.’ Ik pak m’n spullen en loop richting Hofplein, als de makelaar belt ben ik in ieder geval al in de buurt. Vlak voordat ik bij de woningbouw aankom, rinkelt m’n mobieltje en zegt hij dat hij akkoord is. Ik kan de sleutel komen halen, maar moet wel voor half 5 met sleutel, IB 60-verklaring en een antwoord terug zijn. Opgelucht bel ik de bovenbuurvrouw, hoor een heel jonge stem, en vraag of ik even langs mag komen om het geluidsniveau te testen. Dat blijkt geen probleem te zijn, ik ben welkom.

Overbuurman

Een aardig blotevoetenmeisje doet de deur open, we lopen de trap op en boven zie ik eenzelfde indeling als beneden maar dan een stuk groter. De ramen staan open en er staat redelijk harde muziek op. Ik vertel haar in het kort dat ik jarenlang burenoverlast gehad heb, dat dit voor mij ook de enige reden is om te verhuizen en het daarom essentieel is om te weten hoe gehorig deze huizen zijn voordat ik de knoop doorhak. Ze begrijpt het wel en vindt het ook helemaal niet gek om een stukje proef te lopen en te springen op het laminaat terwijl ik beneden luister. Even waan ik me in een komische film, maar dat gevoel heb ik wel vaker. Ik wens haar een fijne vakantie en ijsbeer vervolgens een tijdje rond in het huis. ‘Ja, nee, misschien… ja, nee, misschien.’ Op de terugweg denk ik aan twee mensen die belangrijk voor me zijn, de een dood, de ander veel te lang niet gezien. Zal ik het doen? Een paar minuten later zet ik in sierlijke letters mijn handtekening onder het huurcontract.
Marjelle

Ghosts in my heart Mariee Sioux