Tagarchief: burenoverlast

Zes maanden later

Een half jaar geleden ben ik op stel en sprong verhuisd vanuit Rotterdam naar het voor mij nog tamelijk onbekende Tilburg. De situatie was zo acuut door aanhoudende burenoverlast en vijandigheid dat ik die sprong in het diepe heb genomen in een ultieme poging om de negatieve spiraal te doorbreken. Als freelancer was het bijna onmogelijk om een makelaar te vinden die met mij in zee wilde, dus bleven er voornamelijk kneusjes over – huizen waar van alles aan mankeerde in de verkeerde wijken. Aangezien blijven geen optie was moest ik zsm andere woonruimte zien te vinden. Hoe traumatisch die periode is geweest, besefte ik nog meer na de verhuizing. Zelfs tot op de dag van vandaag krijg ik een naar gevoel als ik het oude adres voorbij zie komen. Het is een periode waar ik het liefst zo min mogelijk aan terugdenk. Op een gegeven moment durfde ik zelfs de deur nauwelijks meer uit nadat ik een keer bijna aangevallen was door een hysterische buurvrouw.

Klik op de foto voor een groter formaat*

Inmiddels woon ik zes maanden in Tilburg. Het liefste zou ik nu een himmelhoch jauchend-verhaal vertellen in de sfeer van ‘en ze leefde nog lang en gelukkig’. Helaas verlopen de dingen in werkelijkheid soms heel anders dan in je dromen. Twee dagen na de verhuizing werd ik ziek – een zware griep die naar later zou blijken m’n hele immuunsysteem zodanig had aangetast dat ik zelfs na al die maanden nu nog steeds griepsymptomen heb en ondertussen een aantal hardnekkige infecties heb opgelopen. In diezelfde periode ging ik ook finaal door m’n rug en kreeg ik last van oorsuizen en hyperacusis. Iets wat je je ergste vijanden niet toewenst. Vanaf het begin had ik het gevoel dat al die dingen die maar niet over wilden gaan weleens deels met het huis te maken zouden kunnen hebben. Een tochtig huis met enkele ramen en oude gasgeiser, dat alleen beneden wordt verwarmd door twee elektrische kacheltjes die stroom slurpen.

Boven een ongeïsoleerde slaapzolder die in de zomer in een onleefbare oven verandert en mij afgelopen maanden zoveel slapeloze nachten heeft bezorgd dat ik oververmoeid raakte. Bezoeken aan huisarts, fytotherapeut en extra ondersteunende middelen en kuren ten spijt, het is dweilen met de kraan open als je weerstand telkens weer ondermijnd wordt. Het oorsuizen is iets minder hard geworden, maar nog steeds elke dag aanwezig. Volgens de fytotherapeut is de buis van Eustachius opgezwollen en komt het daardoor. Inmiddels weet ik dat er zich ook een zendmast in de nabije omgeving bevindt. Bovendien is het huis vergeven van de stopcontacten, tot in de wc aan toe. Dat alle gezondheidsproblemen een negatief effect gehad hebben op mijn Brabantse  inburgering en geld verdienen, is dan ook niet verbazingwekkend. Nieuwe mensen leren kennen en nieuwe opdrachtgevers vinden, dat stond boven aan m’n lijstje, maar als je meteen al afspraken moet afzeggen wegens ziekte of moet uitleggen dat je door hyperacusis niet naar bepaalde evenementen kunt wordt dat door de meeste mensen niet gewaardeerd.
Marjelle

* Beeld Stephan Balkenhol (Kasteel Bouvigne, Breda)

Op je sloffen

Daar zit je dan in je nieuwe huis in een onbekende omgeving. Bij elke onverwachte knal en ieder vreemd geluid verkrampt m’n lichaam, de afgelopen vijf jaar geluidsoverlast hebben diepe sporen achtergelaten. M’n lijf reageert inmiddels allergisch op slaande deuren, krijsende kinderen en het driftige getik van hakken op laminaat. Toen ik dinsdagochtend wakker werd doordat een lichtstraal door de opening van het rolgordijn heen piepte, moest ik even omschakelen – ik ben nu in Brabant, slaap op een zolderetage en het is berekoud. Snel trok ik het dekbed weer over m’n hoofd en draaide me om, nog even de dag een paar uur uitstellen. Straks is vroeg genoeg.

beervoorschilderijhondje


Vanmiddag komt de eigenaar
en tevens benedenbuurman gelukkig de rails ophangen. Dan kan ik vanavond met gordijnen dicht de inkijk buitensluiten. Nu zit ik elke dag open en bloot voor het raam te typen en dat voelt niet prettig. Raamfolie kopen stond dan ook hoog op m’n to do-lijstje, maar griep gooide roet in het eten. Woensdagochtend werd ik wakker met keelpijn en pijnlijke spieren. Twee keer verhuizen in zes maanden tijd gaat je niet in de koude kleren zitten. Daar komt bij dat er nog geen verwarming is in de keuken en ik uit de douche telkens met m’n blote voeten op de ijskoude stenen vloer beland. Inmiddels leg ik handdoeken op de grond, spring als een vlo van de tegels op het laminaat en heb besloten om voor het eerst in lange tijd sloffen aan te schaffen. Alleen het woord al. ‘Sloffen’. Maar wel lekker warm.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Reddende engel

Om 07.00 uur piept de wekker. Ik ben al wakker. Onrustig geslapen, veel te laat naar bed. Groggy gris ik wat kleren bij elkaar en duik de koude douche in. Even wassen en tandenpoetsen voordat de verhuizers arriveren en er geen rustige minuut meer is. Snel trek ik een zwarte spijkerbroek en pluizige wintertrui aan, maak me op en pak nog een paar dozen in met belangrijke spullen. Ik wil net een hap van m’n boterham met pindakaas nemen als de bel gaat. Vanaf dat moment gaat alles in een stroomversnelling. Vele uren later – de verhuizers zijn inmiddels weg – zit ik uit te puffen tussen de dozen in m’n nieuwe huis in Tilburg. De eigenaar heeft gebeld en komt me helpen met de gas-, wasmachine-, tv- en internetaansluiting.

beervoormonalisa


Zo’n reddende engel had ik echt nodig
. Na vijftien dozen uitpakken begint m’n rug al te protesteren, na bijna veertig dozen sputtert-ie hevig tegen. ‘Rustig aan Marjelle, je kunt niet alles vandaag af krijgen’, spreek ik mezelf toe. Mijn lichaam is moe. Het afgelopen jaar, de aanhoudende overlast en slaapproblemen hebben er diep ingehakt. Mijn hoofd is ook moe. De laatste zes maanden was het puur een kwestie van overleven, het gevecht met de verhuurder nadat ik in een onbewoonbaar huis ben terechtgekomen heeft bijna al m’n energie gekost, het er alleen voorstaan in deze periode van m’n leven is beklemmend. Angstaanjagend bij momenten. Toen ik daarstraks uitgeteld op de bank GTST zat te kijken met een beker hete rooibosthee was ik aangeslagen door de nare reactie die ik net van verhuurder Grouwels had gekregen op m’n mail.

beerhotelkamer

Vooral de badinerende toon irriteert me, zijn reactie op langdurige geluidsoverlast bijvoorbeeld is ‘in de praktijk is hier toch al snel sprake van een welles/nietes verhaal‘. De man weet helemaal niet waar het over gaat. Maar ook dan zeg ik tegen mezelf ‘zet het van je af. Ja, je hebt gelijk, maar je zult het niet krijgen. En ja, hun fouten en grove nalatigheid kosten jou heel veel geld, maar je kunt ze niet veranderen. Het zijn opportunisten die net zo lang de waarheid verdraaien tot die in hun voordeel is’. And now I’m going to pour myself a glass of wine. Heel veel dozen zijn uitgepakt, de living, eetkamer en slaapkamer zijn toonbaar. Cheers!
Marjelle

Foto’s Witold Riedel

Een eenzame stoel

De verhuizers zouden vrijdag rond 12.00 uur komen inpakken. Na een telefoontje en een aantal uur vertraging staat de eerste verhuisman dan toch voor de deur. ‘Wat kan er allemaal mee aan meubilair?’ vraagt hij tussen neus en lippen door. ‘Mee?’ papegaai ik, ‘de afspraak was dat jullie alleen maar dozen zouden inpakken en maandag alle spullen verhuizen.’ Hij kijkt opeens een stuk minder vriendelijk, ‘dat heeft de planner dan echt niet goed doorgegeven, want anders redden we het maandag niet.’ Koortsachtig probeer ik te bedenken welke meubels mee kunnen en welke niet. Dit is niet bepaald de soepele verhuizing die me beloofd is en waar ik veel geld voor betaal. Sowieso al vervelend genoeg dat er bijna drie dagen zitten tussen het inpakken van de dozen en de verhuisdatum. Even later is er geen tijd meer om na te denken, de ene na de andere verhuisman valt binnen.

In de chaos ben ik vooral bezig met in de gaten houden of ze niet de verkeerde dingen naar buiten slepen. Ze hebben meer oog voor elkaar dan voor mijn spullen en ik vraag me af of ik eenmaal in Tilburg wijs zal worden uit de cryptische omschrijvingen op de stickers. Degene die dit heeft gepland – op het hoogtepunt staan er zes man elkaar in de weg te lopen – heeft toch echt het verkeerde beroep gekozen. Inmiddels is het rustig geworden, de mannen zijn vertrokken en hebben een spoor van lege dozen en onbeschreven stickerbladen achtergelaten. Wat is het hier opeens kaal. Ik ga op de roodleren bank zitten en kijk om me heen. Alle kasten zijn verdwenen, geen enkel boek of cd’tje meer te zien, in de werkkamer staat alleen nog een bureau. Een eenzame rieten stoel tegenover me, zijn soortgenoot zit al in de verhuiswagen.

Wassen kan ik niet meer, ook de wasmachine en droger zijn weg. Op de plek waar de kledingkast stond, staat nu een doos met wat kleren en handdoeken voor de komende dagen. Eén keukenkastje is nog gevuld zodat ik niet van honger omkom. Als even later een kennis komt helpen met een paar lampen blijkt dat ook de trap meegenomen is. P. balanceert vervaarlijk op het salontafeltje terwijl hij een spotje van het plafond af probeert te halen. ’s Avonds loop ik door de donkere gang, de keuken wordt slechts verlicht door één led-lampje wat ik vanmiddag nog even snel bij Blokker heb gehaald. In het halfdonker bak ik gehakt en denk na over vrienden die het af hebben laten weten, de komende verhuizing, de onbeantwoorde mail over schadevergoeding aan verhuurder Grouwels en de oplevering van dit huis. Dan kom ik weer oog in oog te staan met dezelfde makelaar die afgelopen augustus een onbewoonbaar huis opleverde.
Marjelle

Foto’s Beer: Witold Riedel

210.175 + 1

Vandaag heb ik weer afgesproken met B. Met gemengde gevoelens stap ik de trein in. De verwarming doet het niet en ik kruip diep weg in m’n jas. Onderweg houdt de conducteur ons vriendelijk op de hoogte van allerlei oponthoud, de ene keer zijn dat spelende kinderen bij de spoorwegovergang en het volgende moment staan we in een heuse treinfile. Straks wordt duidelijk of mijn nabije toekomst zich in Rotterdam of in Tilburg gaat afspelen. Na veel gepieker en gedub heb ik afgelopen woensdag ja gezegd. Doorslaggevend was het feit dat ik het hier gewoon niet lang meer volhou, m’n lijf protesteert steeds meer tegen de aanhoudende stress en overlast, en de kans om op korte termijn  een redelijke flat in Rotterdam te huren is vrijwel nul gezien mijn situatie.


B. begroet me met een brede glimlach
. We praten wat over koetjes en kalfjes, ik drink koffie wat ik normaal nooit doe, ondertussen kijk ik rond in het huis wat misschien mijn huis wordt. De zwart-wit geblokte gang, de living annex eetkamer, ik vraag me af of ik m’n boekenkasten überhaupt kwijt kan, de kamers zijn een stuk kleiner dan waar ik nu woon. Het gesprek komt op m’n freelance bestaan, hij heeft ook m’n site bekeken vertelt hij. Ik overhandig hem een aantal documenten en wacht in spanning af of het voldoende garantie voor hem is om met mij als huurder in zee te gaan. Hij knikt wat, stelt geen moeilijke vragen – ik moet wel een heel goede indruk maken – en het volgende ogenblik ligt er een contract voor m’n neus. Nadat ik het doorgelezen heb schrijf ik onderaan bij het kruisje in sierlijke letters mijn naam.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Give me a sign

Station Tilburg verdwijnt langzaam in de verte. M’n hoofd zit vol beelden en verhalen. Voor het eerst ben ik hier een huis gaan kijken. Het voelt bijna als verraad aan Rotterdam, stad van m’n hart, maar ik hou het niet lang meer vol in Overschie met buren, geschreeuw, geknal met deuren en vijandigheid. Vanochtend lag ik uren wakker, ik voelde me niet lekker. Toen de krampen eindelijk weg leken te trekken begon de jongen weer aan z’n dagelijkse roep- en renronde. Op de display van de wekkerradio zag ik dat het pas 08.00 uur was. Zaterdag, weekenddag. Na drie kwartier werd het stil, vervolgens zette de buurvrouw, die overspannen is, weer harde muziek op en begon even later het dagelijkse gejojo met het slepen van meubels over de kale laminaatvloer.

Getergd sprong ik uit bed en stampte een paar keer op de grond. Dit werd onmiddellijk beantwoord met een salvo aan beukslagen, 10, 20, 30 keer, en meubels die opnieuw zo hard mogelijk werden verplaatst. Bizar hoe ze telkens de rollen omdraaien en geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen lawaai, maar woedend zijn als ik een keer reageer. De negatieve effecten op m’n gezondheid worden steeds groter en de verhuurder, Grouwels, die hier vanaf het begin van op de hoogte is steekt geen vinger uit. Ik bivakkeer nu al vijf maanden in een vreselijk gehorig en half bewoonbaar huis met muren waarop beunhazen hun sporen achtergelaten hebben en deuren die nauwelijks dicht- of open te krijgen zijn. Op zachte voeten loop ik rond, maar ik kan niet voorkomen dat de oude houten planken protesteren bij elke stap.

Het eerste woord wat in me opkomt bij de bovenwoning in  Tilburg van vandaag is troedelig. Het heeft rare hoekjes en kastjes, hangt hier en daar van plakband aan elkaar, maar het heeft wel een zekere charme. Erg praktisch is het ook niet, met weinig muur en deels schuin dak zie ik niet 1, 2, 3 waar ik al mijn spullen moet laten. De eigenaar die beneden woont, maar er volgens eigen zeggen bijna nooit is, was aardig. We hebben ruim een uur staan praten en hebben het ook uitgebreid over de buren aan weerszijden gehad. Op het einde zei  hij dat hij wel een klik voelde. Of ik het huis krijg weet ik niet, maar ik maak zeker een kans. De stap om van Rotterdam naar Brabant te gaan is erg groot en zevenmijlslaarzen bestaan alleen in sprookjes. ‘Zo moeilijk dit. Huis bekeken in Tilburg. Twijfel. Ik weet het niet #givemeasign’, twitterde ik.
Marjelle

Sprookjes bestaan… toch?

Op weg van oud naar nieuw heb ik nog een aantal heikele kwesties aangekaart. Zeker nu ik inmiddels doodmoe ben door de aanhoudende burenoverlast gaan dat soort dingen al gauw een eigen leven leiden. Vóór 2014 moet ik die brieven de deur uit hebben, had ik me voorgenomen. No matter what. Inmiddels zijn de mail en aangetekende brief naar de makelaar verstuurd en heb ik ook de voltallige directie van Grouwels Vastgoed BV, de verhuurder, een duidelijke mail gestuurd geïllustreerd met foto’s waarop onder andere te zien is hoezeer het hier kamperen is, welke schade is aangericht door de stukadoors en de uitdijende vochtplek op het plafond die inmiddels oranje kleurt.

Foto gemaakt in Boijmans Van Beuningen

Dat is allemaal nog peanuts
vergeleken met de uren durende schreeuwsessies van de buurjongen en het misselijke gevoel wat ik nu na vier maanden krijg elke keer als hij met veel lawaai binnenkomt. In deze flat waar schilderijen en posters nooit een plekje aan de muur hebben gevonden heb ik me vanaf dag 1 geen moment thuisgevoeld. Aan de makelaar heb ik geschreven dat ik de € 605,00 bemiddelingskosten terugvorder op basis van art. 7:427 jo. 7:417 lid 4 BW. Daarnaast hadden ze nooit bemiddelingskosten bij huurder én verhuurder in rekening mogen brengen.

Per mail heb ik de verhuurder nogmaals met klem verzocht mij alternatieve rustige woonruimte aan te bieden, aangezien ik door hun grove nalatigheid in deze nachtmerrie ben beland en ze volgens de wet verplicht zijn mij rustig woongenot te verschaffen. Niet alleen ben ik inmiddels doodmoe, van enig woongenot is geen sprake en de aanhoudende stress heeft veel negatieve effecten. Maar mijn zoektocht naar een ander huis gaat door, al wordt die ernstig belemmerd doordat negen van de tien makelaars afhaken als ze horen dat ik een startende zzp’er ben. Op dit moment zijn de enige opties in Rotterdam een bovenhuis wat een paar honderd euro boven mijn budget is en een driekamerflat in het Wilde Westen. Wellicht komt er na dit blog verandering in.
Sprookjes bestaan… toch?
Marjelle

Op de valreep twee reacties
De verhuurder is niet van plan om onder meer de schade aan de pas geverfde muren te vergoeden die is veroorzaakt door het aannemersbedrijf dat voor hen werkt en verdraaide een aantal zaken. De makelaar daarentegen schrijft dat hij de bemiddelingskosten zal terugstorten. Dat is in ieder geval positief nieuws.

Gevraagd: 2/3 kamerwoning in Rotterdam, liefst bovenwoning of maisonette. Aangeboden: rustige, sociale ♀ huurder

De taal van wolken

To write or not to write… Soms wil je wel, wil je het er uit schreeuwen, maar word je tegengehouden door moeheid in het kwadraat of laat je je tegenhouden door wat mensen zouden kúnnen denken als ze weer lezen over de heilloze situatie qua buren enzovoort. Natuurlijk moet je je daar niks van aantrekken. Mensen projecteren regelmatig hun eigen ideeën op een stukje tekst en trekken al te voorbarige conclusies in plaats van te vragen hoe het nu werkelijk zit. Inmiddels ben ik al vier zinnen verder en heb het woord huis nog niet één keer genoemd. Grin. Smileys zette ik vroeger te pas en te onpas, als ik nu soms reacties van toen teruglees denk ik, kan het niet een beetje minder.

Klik op de foto voor een groter formaat

Als ik mijn gevoel zou moeten beschrijven komen woorden als afzien, geschreeuw, door merg en been, klemzitten, buiten mijn schuld, kamperen in huis, oververmoeid, maagpijnburen, onmacht en opboksen tegen in me op. De dagen cirkelen voorbij. Ik probeer de moed niet op te geven, werk door, werf door, struin woningsites af, bel met makelaars, pep mezelf op, maar af en toe grijpt de angst me finaal bij de strot. Kom ik hier ooit nog weg, krijg ik genoeg klanten om van rond te komen? Ik wil zo graag dat gouden randje om die donkere wolk. Dat rustige huis waar ik op adem kan komen. Waar m’n creativiteit weer tot bloei komt in plaats van in de knop gesmoord. Komt het ooit nog goed? Ik heb geen idee.
Marjelle

Slaapkeuken

Maandag komt hij schreeuwend thuis. Ik krijg meteen een knoop in m’n maag. Twee standen heeft-ie: aan/uit. Gewoon praten is er niet bij, de volumeknop gaat wijdopen. Terwijl ik probeer te werken moet ik zijn urenlange monologen aanhoren. Deze keer roept en schreeuwt hij niet alleen, maar loopt ook rond te rennen en te bonken, met veel gekreun en gesteun. Ik kán niet meer nadenken, loop bij de computer vandaan en voel de adrenaline op een kookpunt komen. Ik moet hier wég. Ik krijg de neiging om een stoel door de kamer te smijten, te stampen… iets, wat dan ook om die vreselijke stem het zwijgen op te leggen. De wet schrijft rustig woongenot voor, nou, dat lappen ze volkomen aan hun laars. Geen privacy. Geen rust. De ouders vinden het doodnormaal, zij is zelfs woedend dat ik af en toe durf terug te stampen en is me al een keer bijna aangevlogen. Ik voel me dan ook niet meer op m’n gemak als ik tegenwoordig de trap af loop.

Woensdag is de ergste dag, dan probeer ik zoveel mogelijk dit huis te ontvluchten. Soms kan dat niet, zoals morgen bijvoorbeeld, de monteur komt om de cv te repareren en de lekkageplek te bekijken. Laatst ging er 40 liter over de vloer doordat er iets fout zat met de verwarmingsbuis. Morgen komt er ook een belangrijke proefopdracht binnen die dezelfde dag nog klaar moet zijn. Daar hangt veel van af, als het bevalt kan ik vanaf januari maandelijks een puzzelpagina maken voor een leuk Rotterdams blad. Toen ik laatst de hoofdredacteur aan de telefoon had schrok ik toen ze zei dat het woensdagavond af moest zijn. Hoe kan ik werken als hij zoals bijna elke vrije middag weer tekeergaat… Ik probeerde niets te laten merken en zei semi-vrolijk: ‘ja, dat is prima, hoor, geen probleem!’

Vrijdag ga ik een ander huis kijken. Het is een tweekamerflat in Rotterdam-Noord met als bijzondere feature een open keuken in de slaapkamer. Geen balkon en geen berging. Als ik niet zo omhoog zat zou ik er geen seconde over denken. Het enige positieve is de huurprijs van 320 euro. Vanmiddag hoorde ik dat ik misschien tijdelijk het huis van m’n Spaanse vriendin kan huren, zij verhuist voor kerst, met de eigenaar heb ik een lang gesprek gehad. Het grote struikelblok is de huurprijs, van 320 euro voor een bouwvallige etage in Noord naar circa 900 euro voor een dubbele bovenwoning in Blijdorp waar ik het liefste morgen meteen in zou trekken. Op dit soort momenten besef ik hoe belangrijk geld kan zijn, je kunt er een bepaalde mate van rust en vrijheid mee kopen. Voor de rest kunnen luxe en overdaad me steeds meer gestolen worden en aan status en trends  heb ik sowieso lak. Maar hoe tijdelijk is tijdelijk, als ik over een half jaar weer op straat sta dan heb ik niks meer.
Marjelle

Foto Internet

Als ik morgen doodga

De laatste tijd overvalt me steeds vaker een diep gevoel van melancholie. Over wat geweest is en niet meer terugkomt, het gemis van mensen en dingen. Een aai over je bol, tederheid. De situatie waarin ik de afgelopen maanden terecht ben gekomen na jarenlange burenoverlast is de druppel, alle ellende heeft zijn sporen achtergelaten. Ik zit klem tussen tafel en stoel, in een half bewoonbaar huis, vrijwel afgesneden van de rest van de wereld. De rek is eruit – de overleefstand aan. Ik werk alleen nog maar, probeer opdrachtgevers overal vandaan te halen zonder veel resultaat, kijk ’s avonds de domste programma’s, kauwgum voor het oog, leegte voor de ziel. Ook in m’n lijf zijn de sporen voelbaar.

Foto Witold Riedel

De afgelopen maanden denk ik veel aan de mensen die belangrijk voor me zijn geweest; met sommige heb ik jarenlang lief en leed gedeeld, met andere kortere periodes van verbondenheid gekend. Welke naam zou het eerst in me opkomen als ik vandaag te horen kreeg dat ik morgen doodga? H., A., of…? Van sommige mensen heb ik nooit echt afscheid kunnen nemen. Andere relaties zijn bizar geëindigd, ik denk aan H. die van de ene dag op de andere uit m’n leven wegwandelde ondanks twintig intense jaren. Ik heb hem nooit meer gezien. Ik denk ook aan het feest dat ik ooit voor al m’n exen had willen geven, leuk plan, maar praktisch onuitvoerbaar. Nog steeds lijkt het me een aardig experiment, al wil ik dan wel eerst een make-over. De tijd heeft z’n sporen overal verstrooid.
Marjelle

De dood is het grootste taboe Volkskrant 19-11-2013