Een week geleden toen het nog prachtig nazomerweer was had ik om drie uur een afspraak op het dakterras van de Centrale Bibliotheek. Nu ik dit typ valt de regen met bakken uit de lucht, de herfst heeft definitief zijn intrede gedaan. De jassen aan de kapstok kijken me uitnodigend aan en m’n nieuwe plu ligt uitklapklaar in de gang. Ik heb een hekel aan dit jaargetijde en een nog grotere hekel aan de winter maar daar gaat dit blog niet over, die middag vertelt Yasemin me haar verhaal bij een glas Cassis. Wat meteen opvalt zijn de zwartomkoolde ogen en de hoofddoek die haar haren aan het gezicht onttrekken. Ze woont al jaren in Nederland samen met haar man en drie kinderen waarvan de jongste drieëneenhalf is.
Tot nu toe heeft ze zich voornamelijk beziggehouden met het huishouden en de zorg voor haar gezin, maar ze snakt naar meer vrijheid, misschien een opleiding en een baan op den duur. Ze hoopt dat als volgend jaar de jongste naar de basisschool gaat en zij met een cursus Nederlands begint ze dan haar vrijheid kan uitbreiden, nieuwe mensen leert kennen en ook een andere kant van Rotterdam ontdekt dan het huis, de markt, wat winkels en het park vlakbij. Als ik de naam Spido laat vallen beginnen haar ogen te stralen, het lijkt haar leuk om een rondvaart door de haven te maken. ‘Hoe heb je je man leren kennen?’, vraag ik. Ze vertelt dat ze elkaar één keer ontmoet hebben voor hun huwelijk, in die tijd was dat nog normaal.
‘Er is gelukkig veel veranderd’, zegt ze en voegt eraan toe ‘ik vind het belangrijk dat m’n dochter eerst een goede opleiding en baan krijgt en pas rond haar vijfentwintigste gaat trouwen.’ Er is een andere vraag die op m’n lippen brandt en die ik al vaker heb willen stellen als ik vrouwen met hoofddoekjes zie die verder heel modern gekleed zijn. ‘Is dat ook niet vreselijk warm zo’n doek op je hoofd en gaat het uiteindelijk niet kriebelen’, informeer ik een beetje verlegen. ‘Nee, het zit prima, er zit ook nog een laag onder’, wijst ze, ‘van m’n man hoeft het niet, m’n dochter mocht ook zelf kiezen en die draagt er geen, maar ik zou niet zonder willen, alleen in huis doe ik ‘m af.’
Ze praat met liefde over haar kinderen, eentje bijna in de puberteit, maar de relatie met haar man klinkt moeizaam. Hij wil altijd weten waar ze is, wat ze doet en werkt meer dan vijftig uur per week. Die ene vrije zondag heeft hij meestal geen zin om familiedingen te doen, maar wil uitslapen en tv-kijken in plaats van een keertje barbecuen in het park wat zij graag wil. Hij is nog van de oude stempel net als de rest van zijn familie die elke week op vrijdag bij hen komt logeren. Iets waar ze tegen opziet maar niet onderuit kan, hij is de baas in huis, gelukkig geldt dat in veel moderne Turkse families allang niet meer volgens haar. ‘Misschien later… als de kinderen groot zijn, misschien ga ik dan bij hem weg.’ Ze glimlacht.
Marjelle
In verband met privacy is de naam gefingeerd.