Klik op de foto voor een groter formaat
Na wekenlange regen en een huismussenbestaan in m’n nieuwe stad Tilburg waar ik door ziekte nog steeds bijna niemand ken, ben ik opgelucht dat de afgelopen dagen de zon weer volop z’n best doet om achter de wolken vandaan te kruipen. ‘Het is nog steeds zomer’, zeg ik tegen mezelf. Al zie ik wel dat sommige blaadjes herfstig kleuren en hoor ik de bruine exemplaren knisperen onder m’n sandalen, maar in mijn hoofd is het zomer. Ik zou bijna de zon in een doosje willen stoppen zodat ik hem er op een loodgrijze dag weer uit zou kunnen halen. Maar ik hou niet van doosjes, hokjes en kooitjes. De gedachte aan de komende winter is voor een tweeseizoenenmens als ik al deprimerend genoeg en bij het idee om dat in dit huis zonder isolatie, grotendeels zonder verwarming en met enkel glas mee te moeten maken knijpt m’n maag samen. Ik zet het uit m’n hoofd zoals ik zoveel dingen uit m’n hoofd zet. De afgelopen jaren staan in het teken van overleven, vermannen, relativeren, vallen en weer opstaan en zelfs in de grootst mogelijke ellende nog proberen een lichtpuntje te zien. Dat resulteert soms in opvallende observaties waar ik dan zelf om moet lachen. Als je eens wist wat ik allemaal denk, doe, voel, mis en probeer. Als je eens wist.
Ik moet nieuwe herinneringen maken, dacht ik toen ik vanmiddag door het Sterrenbos liep.
Marjelle