Tagarchief: Tilburg Ten Miles

‘Ik heb een strafblad’, zei de man

Een dweilorkest komt luid toeterend en blazend voorbij. Kennelijk is er ergens een feestje waar ik niet voor uitgenodigd ben. Als ik door het raam kijk, zie ik de zon een dappere poging doen om door de wolken heen te breken. De grijze lucht is vermengd met blauw en ik besluit de fiets te pakken. Tilburg waar ik sinds ruim drie jaar woon is niet bepaald moeders mooiste, maar de stad heeft wel een groen hart. Ik loop de deur uit met de fiets aan mijn hand en stuit op een lange sliert lopers die zich hijgend en bezweet een weg banen over het afgezette parcours. Nu snap ik waar die hoempapaklanken vandaan kwamen. Snel even een paar foto’s maken voordat ik naar Moerenburg vertrek met als einddoel een terras waar de ijskoude tonic altijd heerlijk smaakt.


Moerenburg een week eerder
(Klik op de foto voor een groter formaat.)

Na enige omzwervingen het was niet echt handig om uitgerekend tijdens de Tilburg Ten Miles door de stad te willen fietsen kom ik aan op de plaats van bestemming. Met magazine en krant vlij ik me in een stoel, de septemberzon brandt op m’n gezicht. Mmm, lekker zo… Opeens worden m’n gedachten wreed verstoord. Een mannenstem klinkt: ‘Aan het puzzelen? Dan heb je zeker heel veel kennis en kun je zo aan een quiz meedoen.’ Ik kijk op, een vent met een verweerd gezicht en armen vol tatoeages staat voor me. Hij luistert nauwelijks naar m’n antwoord en gaat in één ruk verder. ‘Ik heb ook een hoog IQ, 146’, vertelt hij met enige trots.

‘En ik heb rechten gestudeerd, maar ik kon toen geen baan krijgen, want ik heb een strafblad. Daar kom je nooit meer vanaf.’ Ik knik begrijpend. ‘Ja, en ik ben ook borderliner. Kijk, ik druk soms sigaretten uit.’ Hij toont de littekens op zijn armen. Ik mompel iets. ‘Maar daarna ben ik in de slachtverwerking terechtgekomen. De varkenshouderij en de slacht interesseerden me van jongs af aan. Mooi werk.’ Hij glimlacht. ‘Nu ben ik afgekeurd, maar ik begin wel weer iets voor mezelf. Dat zit in me, dat krijgen ze er niet uit.’ Ik pak langzaam m’n spullen bij elkaar. Het wordt frisser en ik moet nog een eind terugfietsen. We nemen afscheid. Terwijl ik wegloop, bedenk ik dat het best wel een vreemde gewaarwording is als iemand zijn hart bij je uitstort tijdens een toevallige ontmoeting op een terras.
Marjelle