‘Met een schone lei beginnen’ is een van de uitdrukkingen die dit kikkerlandje kent. Ik hou niet zo van spreekwoorden, het doet me algauw denken aan tegeltjes en spruitjeslucht* waar ik een broertje dood aan heb (ik kon het even niet laten). In dit geval is het pure overmacht, ik zit aan de Kralingse plas bij De Schone Lei, een tip van Marokkaanse Leila. Dit is misschien wel het terras met het mooiste uitzicht, hoewel onder aan de Erasmusbrug het ook Prachtig is.
De mensen naast me, zo te horen Brabanders, praten door m’n gedachten heen. Sommige mensen hebben van die nadrukkelijke, schelle stemmen.
‘Doe mij maar een tonic trouwens!’ zegt de dame met de harde stem.
Ik wil helemaal niet weten of jij een tonic wilt, denk ik met een glimlach.
‘Bijna platgeréde of nie?’ hoor ik dezelfde vrouw vragen.
Ik probeer de woordflarden terug te duwen naar de tafel waar ze vandaan komen.
Prachtig weer en een dito omgeving, de woorden van Aad komen even in me op. Ik voel me inderdaad steeds meer een promotor van m’n nieuwe-oude stad en doe het met liefde, zoals je eigenlijk alles zou moeten doen, denk ik erachteraan. Dit terras heeft ook een nadeel, mensen zitten hier teveel boven op elkaar, echt rustig lezen, denken of schrijven is er niet bij. Maar het warme broodje is lekker en het uitzicht sprookjesachtig.
Ik neem nog een hap brood-en-kaas op een bedje van sla, kijk naar de skyline van Rotterdam die zich verleidelijk voor me uitrekt. Op de glinsterende plas varen witte zeiltjes af en aan, het rustig kabbelende water, het ruisen van de wind, de warmte van de zon, als verder een paar essentiële dingen anders waren zou dit het ideale moment zijn.
Voor vandaag heb ik genoeg koetjes en kalfjes gehoord, gelukkig stapt het gezelschap links en rechts van mij op. Langzaam keert de rust terug op het terras, komt het landschap weer tot leven en krijgen m’n gedachten vorm.
‘Mag ik ook een tonic?’ vraag ik aan de dame die haar glimlach onderweg verloren is.
Marjelle
Run Honey Run John Martyn
*Dat brengt me terug bij De avonden, een boek dat in mijn top-vijf staat samen met A Word Child, The Collector en A prologue to love