In plaats van in de oude restauratie, die deed denken aan lang vervlogen tijden en recent gesloten blijkt, zit ik nu bij te komen op een stationsbankje met een beker hete thee en een croissant. Zo vlot als alles gisteren verliep, zo hobbelig begon het vandaag met een wekkerradio die z’n stem kwijt was, een broodrooster die ik niet aan de gang kreeg en een vogel die langs scheerde terwijl ik dacht dat hij zoet in z’n kooi zat en net een hap wilde nemen van m’n halfontdooide bammetje met hagelslag. M’n fladderfobie is nog steeds springlevend weet ik nu.
De aandoenlijk schattige kitten, ik ben zijn naam vergeten, kwam enthousiast op me af springen en zette bij wijze van ochtendgroet meteen z’n venijnig scherpe babynageltjes in m’n blote benen. Nadat ik m’n spijkerbroek had teruggevonden, het is nog lastig zoeken in een vreemd huis na een nacht met veel drank, was dat dan ook het eerste wat ik snel aantrok. De fotosessie met dit nieuwsgierige minimodel werd algauw meer een kat-en-muis-spel in de tuin. Foto’s van bewegende objectjes maken is een kunst op zich. Op het moment dat ik deze mooie oude stad vast wilde leggen, bleken ook m’n batterijen uitgeput. Tijdens de lange wandeling terug naar CS waarbij ik onderweg verdwaalde, zag ik allerlei plaatjeswaardige taferelen, misschien een andere keer een poging wagen, maar laat ik het over vrijdag hebben.
Gisteravond werd ik door R. opgehaald op het station, waarschijnlijk was ik helemaal niet zenuwachtig omdat ik daar te moe voor was. Ik herkende hem meteen toen hij op z’n fiets aankwam, hij wist verder niets van mij, behalve dat ik een zonnebril op had, kleiner was, hij weer jonger en ik bij de AKO stond. Zoals we aan de telefoon door elkaar heen praatten namen we ook live die draad meteen weer op. Met de fiets aan de hand, een veel te zware tas, in de wind, de herfstbladeren al op de grond liepen we naar het bewolkte centrum met z’n mooie oude straatjes en pleintjes.
Het restaurantje waar we belandden, was gezellig en de mensen aardig. Een aantal glazen wijn, diverse gerechten en uren later bleken we inmiddels de laatste gasten te zijn. Bijna verontschuldigend vroeg het meisje of ze af mocht rekenen en voegde eraantoe dat ze niet vaak had meegemaakt dat mensen zo lang zo druk aan het praten waren. Ik moest even denken aan Hans, die overigens regelmatig in het gesprek terugkwam, die opmerking kregen wij ook weleens te horen.
Het werd een leuke late lome avond.
‘Nu weet ik opeens aan wie je me doet denken’ .
Marjelle
Muziek: Jeff Buckley
Ik zei het al ‘is een kunst op zich’. 😉