Tagarchief: Schotse Hooglanders

Weerloos hapje

Het is nu vier maanden geleden dat ik vanuit Rotterdam naar Tilburg verhuisde, een periode waarin griep met een G hoogtij vierde en allerlei complicaties optraden. Gezond ben ik geen dag meer geweest na twee verhuizingen in een half jaar tijd waar vijf jaar van structurele geluidsoverlast aan voorafging. Recent hoorde ik dat ik een ‘dijk van een blaasontsteking’ heb en een immuunsysteem dat volledig plat ligt. Tja, vertel mij wat. Als er alleen al iemand niest in mijn  omgeving word ik onmiddellijk bestookt door agressieve bacillen en bacteriën die wel zin hebben in zo’n lekker weerloos hapje. Ook oorsuizen en hyperacusis, die een paar weken na de verhuizing m’n leven danig op z’n kop zetten, zijn nooit meer weggeweest. Al heb ik wel onlangs een week van relatieve rust meegemaakt. Sinds kort zit ik aan de blaasdruppels en weerstandverhogende middelen. Je zou bijna naar de geestverruimende grijpen, maar er moet ook freelance gewerkt worden. Het is een heel lastige markt, waarvan m’n slinkende banksaldo het ultieme bewijs vormt.


Klik op de foto voor een groter formaat

Ondanks alles probeer ik de afgelopen maanden de hoop op verbetering van met name oorsuizen en hyperacusis niet op te geven. ‘Ik wil gezond worden’, mantra ik af en toe. Vanuit de huisartsenhoek hoef je geen hulp te verwachten en KNO-artsen kijken vooral naar één ding in plaats van naar de hele mens, de goede niet te na gesproken. Alleen in een vreemde stad overvalt me soms een Rémi-gevoel. Mensen ken ik hier nog nauwelijks, omdat ik vooral aan het overleven ben en m’n inburgering op een laag pitje heb moeten zetten. Elke nacht prop ik een kussen tegen m’n oor en lig te woelen tot ik in slaap val. Hoe meer ‘lawaai’ ik zelf maak hoe minder ik het suizen en het geruis buiten hoor. Volgens m’n therapeut is ook de buis van Eustachius verstopt. Je kunt dat eenvoudig controleren met de Valsalva-methode. Soms als ik ’s avonds doodmoe op de bank zit, met pijnlijke spieren, suizende oren, de auto’s voorbij hoor razen en er niemand is die een arm om me heen slaat, vraag ik me af hoelang ik dit nog volhou. Ik ben het vechten beu. Het duurt al veel te lang.
Marjelle