Volgens de thermometer van de benedenbuurman is het nu na uren stoken 19 ºC, een unicum, normaliter blijft de temperatuur steken op zo’n 17-18 ºC. De ‘gevoelstemperatuur’ – een weermannenwoord net als spetters en spatje regen – ligt vandaag op 15 ºC. Met name m’n voeten hunkeren naar een extra paar sokken. De laatste weken loop ik nog net niet rond als een Michelinmannetje, hoewel je met twee laagjes T-shirt, een dikke trui met daaroverheen een vest ook niet echt slank oogt. De afgelopen maand was er één van kleumen, ziek worden, proberen te werken en kamperen in dit oude, tochtige huisje grotendeels zonder verwarming. Alleen in de living annex werkkamer hangen twee stroomvreters die hete lucht produceren als substituut voor echte warmte, iets waar ook m’n keel en slijmvliezen niet blij mee zijn. Recent is er een infrarood verwarmingspaneel bijgekomen, hij staat op wankele pootjes en moet nog opgehangen worden.
Momenteel sjouw ik het paneel een paar keer per dag van de ene kamer naar de andere. ’s Avonds zit ik er pal naast, dan is één kant van m’n gezicht warm en de andere kant niet, maar een kniesoor die daar op let. Sinds ik in dit huis in Tilburg woon heb ik extreme kou en hitte meegemaakt. In de zomer transformeert de zolder in een oven, de zon brandt meedogenloos vanaf ’s ochtends vroeg ondanks het dichtgeplakte raam. In de winter waan je je in een vrieskist, maar dan kun je diep wegkruipen onder de combi dekbed1-deken-dekbed2. Als ik deze zomer nog hier woon – en die kans is groot – dan zit er niets anders op dan een bed kopen en in de woonkamer gaan bivakkeren. Of verhuizen. Al is drie keer in anderhalf jaar ook voor mij haast een brug te ver. Bovendien wil geen enkele makelaar met me in zee. Als herstartende freelancer ben je vogelvrij*.
Marjelle
* Als ik een vaste baan had gehad was alle ellende van de afgelopen zeven jaar me bespaard gebleven
Foto Witold Riedel