Tagarchief: kerstmis

De zoute zoen

In het visrestaurant vraag ik aan de vriendelijke serveerster of ze hier ook een ciabatta-met-kaas hebben. Ze kijkt me een beetje verbaasd aan en gaat het informeren bij de kok. Niet veel later komt ze breed glimlachend terug met het gevraagde broodje. Na m’n wekelijkse bezoek aan de triggerpoint-therapeut ga ik meestal lunchen in een van de restaurantjes vlakbij. Vandaag blaast er een harde, gure wind door Scheveningen-haven, ik twijfel of ik straks nog ga uitwaaien op het strand, al is wégwaaien in dit verband een beter woord. Terwijl ik een hap neem zie ik in het aquarium tegenover me een kreeft drijven, ik wend m’n blik af, dieren horen niet gevangen in glazen huisjes. Ondertussen zingt Rudolph the Red Nosed Reindeer de oren van m’n hoofd, ik heb een hekel aan kerst, dito liedjes en opgeklopte gezelligheid. Sowieso ben ik  niet iemand van tradities, regels, hokjes en lijstjes.


Thuis hadden we nooit een kerstboom
, m’n moeder vond het te veel gedoe, dus werd er traditiegetrouw elk jaar een stenen kerststalletje van de zolder gehaald en een kerstster op tafel gezet. Nooit begrepen wat daar de lol van was, net zomin als van de nationale aandrang om één keer per jaar naar de nachtmis te gaan of zoveel mogelijk sparren* uit de grond te rukken, ze vervolgens te versieren van piek tot voet en na de kerst weer bij het grof vuil te dumpen. De vrolijke lampjesregen vind ik wel weer een lichtpuntje in deze donkere kille dagen net als lekker eten, maar daar heb je geen kerst voor nodig. Misschien hou ik daarom ook niet van die weeslief!-dagen als moederdag en dierendag waarop mens en dier plotseling overladen worden met cadeaus en aandacht. Probeer gewoon elke dag een ander zo te behandelen als jij zelf behandeld wilt worden, dan zal de wereld er een stuk beter uitzien, denk ik.
Marjelle

* Gratis boom? Zaag een echte dennenboom

Sangin Hossein Eblis ft. Sadegh
  (mooie Perzische rap)

Broodnodig met kerst!

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik heb niets met kerst, niets met dat soort opgeklopt-gezellig-dagen. Nadat m’n kerstavondafspraak wegens gladheid was afgezegd en ik een tweede kerstdaguitnodiging van een kennis had afgeslagen, besloot ik in plaats daarvan met kerst een goede film te gaan kijken en misschien ook nog de winterse taferelen in Blijdorp te bewonderen waar ik me dan zou warmen bij het vuur en prachtige foto’s zou maken. Dat was het plan, de chiropractor gooide helaas roet in het eten. Toen ik deze week bij hem was en hij snotterend op me lag – ‘je bent echt ziek’, zei ik – wist ik dat mijn lage weerstand waarschijnlijk niet opgewassen was tegen dit zo nabije virusgeweld. De volgende dag was het inderdaad raak, ik werd wakker met een wattenhoofd, iedere spier in m’n lijf deed pijn, ook spieren waarvan ik niet eens wist dat ik ze had en m’n longen krompen in elkaar bij elke hoestaanval.

‘Toch nog een dekbedkerst’, dacht ik met enige zelfspot vanuit m’n lappenmand. Boodschappen doen was op dat moment nicht im Frage, kabouters waren niet voorradig, een paar vrienden woonden te ver weg en ik was te ziek om op m’n benen te staan, vandaar dat ik het boodschappengedoe uitstelde in de hoop dat ik me de dag erna iets beter zou voelen. Dat bleek ijdele hoop, maar aangezien m’n koelkast steeds leger werd, toog ik kerstavond toch dik ingepakt naar AH. De strenge portier bij de ingang zei onverbiddelijk ‘we zijn al gesloten’. ‘Ik heb griep’, piepte ik terug, waarop een aardige voorbijganger me uitlegde hoe ik bij een supermarkt op de Crooswijkseweg kon komen die misschien nog wel open was. Zo liep ik door een mij tamelijk onbekend deel van Crooswijk, zwalkte is een beter woord, want met koorts loop je nu eenmaal minder recht. Het huilen stond me inmiddels nader dan het lachen toen ik door de vrieskou en de straten duizelde op zoek naar Das.

Opeens voelde ik woede opborrelen en had zin om al die mensen met hun ‘fijne kerst!’ en ‘fijne dagen!’ om de oren te slaan, op een avond als deze kun je dat soort holle frasen nog minder hebben. Gelukkig was Das wel open, ik werd verwelkomd door felle tl-verlichting, een paar versleten oosterse tapijtjes en een keur aan exotische producten. ‘Zouden ze hier ook brood hebben?’ vroeg ik me af terwijl ik allerlei Turkse namen zag langs flitsen. Ik griste een pak koekjes van de plank, Kremali sandviç biscüvi, en koos voor nog-nooit-van gehoord wc-papier in plaats van voor m’n geliefde Page. Bij de wijn heb ik op de gok maar Romanca genomen, een zoete rode wijn uit Bosnië en Herzegovina, een van de  weinige die betaalbaar was en als extraatje voor m’n keel fluweelzachte bloemenhoning. En het brood? Dat was op.
Marjelle

Dedikodu Tarkan

Foto’s Witold Riedel