Tagarchief: griep

Twee maanden later…

Inmiddels woon ik sinds februari in Tilburg maar nog steeds kan ik de balans niet opmaken. Het grootste deel van de tijd lag ik in de lappenmand of was bezig me eruit te worstelen. De griep, de meest hardnekkige die ik ooit heb gehad, heeft z’n sporen achtergelaten. Zelfs nu, twee maanden later, ben ik nog steeds verkouden, heb af en toe keelpijn en ben abnormaal moe. Maar dat alles is peanuts vergeleken met het oorsuizen en de hyperacusis waar ik sindsdien last van heb gekregen. Niet alleen suizen m’n oren voortdurend, ook de gewone geluiden klinken veel harder. Een deur die normaal dichtgaat klinkt als een slaande deur, een huis-, tuin- en keukenauto die langsrijdt lijkt het aantal decibellen van een racewagen te produceren. Vooral lage tonen krijgen een extra dreun-, zoem- of bromdimensie. In het begin, toen ik nog niet wist wat er aan de hand was, viel het me op dat mijn wasmachine na de verhuizing opeens extreem veel lawaai maakte. Was er toch iets misgegaan onderweg?

beerdonzigvoorbeeldengelen

Het apparaat maakte zo’n kabaal dat ik ‘m eigenhandig in bedwang moest houden. Inmiddels is duidelijk dat het lawaai – alsof er een helikopter opstijgt – niet uit de machine zelf komt. Na bezoeken aan de huisarts, uitgebreid bloedonderzoek waar onder andere een groot vitamine d-tekort uit kwam en heel veel lezen erover weet ik dat het een aandoening is die vaak voorkomt. Het kan veel verschillende oorzaken hebben en is afhankelijk daarvan erg lastig of niet te behandelen volgens de medische wereld, die er zoals ik uit eigen ervaring weet wel vaker finaal naast zit. Recent heb ik contact gehad met de fytoloog die ik al heel lang ken en waar ik veel vertrouwen in heb. Hij zei een aantal zinnige dingen, gaf een paar adviezen en vertelde dat het een nasleep was van de hardnekkige griep en dat het goed zou komen. Daar hou ik me nu maar aan vast en dat geeft me weer een beetje moed. Ik ben vanmiddag zelfs nog naar een schrijversborrel geweest, al was dat een flitsbezoek, veel te rumoerig. ‘Ik heb het in ieder geval geprobeerd’, dacht ik toen ik terugliep over de Heuvelrug.
Marjelle

Belgen verlossen Utrechtse dj na jaren van slopend oorsuizen AD/Utrechts Nieuwsblad 14-03-2014

Foto Witold Riedel

Brrr…

Nadat ik met turbopower zestig verhuisdozen in anderhalve dag heb uitgepakt en van plan ben om op m’n gemak m’n nieuwe stad Tilburg te verkennen slaat de griep toe. Een paar afspraken met onbekenden – ik dacht laat ik meteen met inburgeren beginnen – moeten afgezegd worden en voordat ik het weet lig ik in de lappenmand naar een donkerpaarse muur te staren. Ondertussen is er ook gedoe rond de oplevering van m’n oude flat. Na alles wat daarmee de afgelopen zes maanden is misgegaan heb ik de verhuurder voorgesteld om tapijt en varia te laten liggen, never mind the rules, zodat we er allebei een dikke streep onder kunnen zetten. Ook geen terechte claims meer van mijn kant. Een twee man sterke delegatie kwam dinsdag in alle vroegte langs om de sleutels op te halen.

beersneeuw


Wat erg tegenvalt
in het nieuwe huis is dat het slechts verwarmd wordt door twee simpele elektrische kacheltjes. Ik loop nu standaard in een dikke trui en vest en verlang naar de echte warmte van een gaskachel of cv. Zeker nu ik ziek ben mis ik dat nog meer. Dit is vooral een lente- en zomerhuis. Ook de douche is een verhaal apart, negen van de tien keer sta ik na een paar minuten al onder een koud straaltje. M’n grieperige lijf vindt het vreselijk en sputtert steeds meer tegen. Zo’n douche die op een keukengeiser werkt heb ik ooit lang geleden gehad, maar dat het straaltje zo miezerig is en zo snel afkoelt is nieuw. Ik hoop dat er iets aan gedaan kan worden, want normaal kunnen douchen vind ik  wel een basisvoorwaarde. De griep weet van geen wijken, inmiddels heb ik er een blafhoest bij en werd ik vanochtend wakker met hevige rugpijn. Ik strompel nu een beetje door het huis en had me de eerste weken in Brabant iets anders voorgesteld.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Persoonlijk record!

Wat is het benauwd, ik sla de deken van me af en kruip weg onder het dekbed. M’n voorhoofd gloeit, m’n rug doet pijn, maar ook m’n vingers stribbelen tegen als ik ze strek. Langzaam dringt tot me door dat ik koorts heb én vandaag jarig ben. Het doet me terugdenken aan afgelopen kerst en oud en nieuw, toen wist ik nog weinig van schildklieren en begreep niet waarom ik om de haverklap ziek was. Inmiddels blijkt het een met het ander samen te hangen, zoals zo vaak. Voorzichtig sla ik m’n benen over de rand en voel ze bijna onder me vandaan glijden. Een ding is meteen duidelijk, jarig is op dit moment van ondergeschikt belang, ik moet eerst proberen deze griepaanval weer te overleven en vervolgens m’n lichaam in een gezonder gareel zien te krijgen.


Nu begrijp ik waarom ik het gisteravond opeens niet meer koud had en me beter leek te voelen dan de dagen ervoor, het was een korte opleving. Even dacht ik dat er een stijgende lijn in zat en was al blij dat ik geen wattenhoofd en tintelingen had, wat ik ook tegen M. zei, een van de weinige mensen die werkelijk weet wat vriendschap inhoudt. Niet te vergelijken met vandaag, nu ben ik te ziek om iets te doen. Een paar woorden kwamen in me op daarstraks in bed: ‘rust, vitamines, aan leuke dingen denken’. Laat ik daar eens mee beginnen en in die volgorde. Wat zal ik kiezen om bij weg te dromen, prachtige zonovergoten stranden, heerlijke Griekse boontjes, mooie mannen of gewoon een combinatie van…
Marjelle

Andere namen Herman van Veen

Foto Witold Riedel

Broodnodig met kerst!

Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik heb niets met kerst, niets met dat soort opgeklopt-gezellig-dagen. Nadat m’n kerstavondafspraak wegens gladheid was afgezegd en ik een tweede kerstdaguitnodiging van een kennis had afgeslagen, besloot ik in plaats daarvan met kerst een goede film te gaan kijken en misschien ook nog de winterse taferelen in Blijdorp te bewonderen waar ik me dan zou warmen bij het vuur en prachtige foto’s zou maken. Dat was het plan, de chiropractor gooide helaas roet in het eten. Toen ik deze week bij hem was en hij snotterend op me lag – ‘je bent echt ziek’, zei ik – wist ik dat mijn lage weerstand waarschijnlijk niet opgewassen was tegen dit zo nabije virusgeweld. De volgende dag was het inderdaad raak, ik werd wakker met een wattenhoofd, iedere spier in m’n lijf deed pijn, ook spieren waarvan ik niet eens wist dat ik ze had en m’n longen krompen in elkaar bij elke hoestaanval.

‘Toch nog een dekbedkerst’, dacht ik met enige zelfspot vanuit m’n lappenmand. Boodschappen doen was op dat moment nicht im Frage, kabouters waren niet voorradig, een paar vrienden woonden te ver weg en ik was te ziek om op m’n benen te staan, vandaar dat ik het boodschappengedoe uitstelde in de hoop dat ik me de dag erna iets beter zou voelen. Dat bleek ijdele hoop, maar aangezien m’n koelkast steeds leger werd, toog ik kerstavond toch dik ingepakt naar AH. De strenge portier bij de ingang zei onverbiddelijk ‘we zijn al gesloten’. ‘Ik heb griep’, piepte ik terug, waarop een aardige voorbijganger me uitlegde hoe ik bij een supermarkt op de Crooswijkseweg kon komen die misschien nog wel open was. Zo liep ik door een mij tamelijk onbekend deel van Crooswijk, zwalkte is een beter woord, want met koorts loop je nu eenmaal minder recht. Het huilen stond me inmiddels nader dan het lachen toen ik door de vrieskou en de straten duizelde op zoek naar Das.

Opeens voelde ik woede opborrelen en had zin om al die mensen met hun ‘fijne kerst!’ en ‘fijne dagen!’ om de oren te slaan, op een avond als deze kun je dat soort holle frasen nog minder hebben. Gelukkig was Das wel open, ik werd verwelkomd door felle tl-verlichting, een paar versleten oosterse tapijtjes en een keur aan exotische producten. ‘Zouden ze hier ook brood hebben?’ vroeg ik me af terwijl ik allerlei Turkse namen zag langs flitsen. Ik griste een pak koekjes van de plank, Kremali sandviç biscüvi, en koos voor nog-nooit-van gehoord wc-papier in plaats van voor m’n geliefde Page. Bij de wijn heb ik op de gok maar Romanca genomen, een zoete rode wijn uit Bosnië en Herzegovina, een van de  weinige die betaalbaar was en als extraatje voor m’n keel fluweelzachte bloemenhoning. En het brood? Dat was op.
Marjelle

Dedikodu Tarkan

Foto’s Witold Riedel

Terugblik 2 – Het regent pluisjes

Langzaam krabbel ik weer overeind, er blijven nog wat grieprestjes over, maar daar trek ik me weinig van aan. Dit weer is veel te mooi om binnen te zitten en daarom fiets ik zaterdag, zij het iets langzamer dan normaal, naar de Oude Haven waar ik met L. heb afgesproken. We belanden op het terras van Villa Kakelbont en ik geniet van het prachtige uitzicht na een week in bed. ‘Rotterdam, wat ben je mooi’, denk ik weer en ook nog iets anders erachteraan.

Zondag belt E. of ik zin heb om mee te gaan naar het Dunya-festival. Helaas moet ik nee zeggen, ik voel me lang niet goed genoeg om tussen drommen mensen een hele middag in de brandende zon te staan, ook al hou ik van wereldmuziek en kleurige contrasten. In plaats daarvan besluit ik naar kinderboerderij De Kraal te gaan, vrijblijvend geitjes en ezeltjes aaien, ze zo donzig mogelijk op de foto zetten, daar staat m’n hoofd meer naar. Gisteren heb ik het batterijprobleem opgelost en ik kan weer alles fotograferen wat los en vast zit. Nu nog een paar technische adviezen* van een lieve fotograaf (M/V) en dan spatten de foto’s hopelijk van het scherm af.

 
Het puppenspul op de kinderboerderij komt me al tegemoet, de baby-, peuter- en kleutergeitjes springen om aandacht. Als ik op een bankje ga zitten stuitert er meteen eentje op m’n schoot, hij begint aan een knoop te knabbelen en wil m’n rugzak induiken.
‘Niet doen’, zeg ik vertederd, maar het geitje trekt zich daar niets van aan. ‘Bé-é-éhhh’, doet het en ik glimlach.


Vandaag zag ik aan de overkant van de Boezemweg een fietser aandachtig op z’n stopwatch kijken. Hij had iets bekends met dat lange wilde haar en die bijzondere mimiek. Ik was afgeleid en wist nog net een lesauto te ontwijken toen ik langs hem fietste op weg naar de Kralingse plas. Ik dacht dat ik Hans zag.
Marjelle

Muziek: Roxy Music

(1 juni 2009)

*Deze foto is in werkelijkheid veel scherper dan hij er nu uitziet nadat hij verkleind is in Picasa, hoe kan ik dat voorkomen?

P.S. Vandaag ligt m’n internetverbinding (Chello) er al de hele dag om de haverklap uit, hopelijk is dat morgen weer hersteld en kan ik dan weer op een normale manier bloggen en reageren bij anderen. Inmiddels heb ik vierkante ogen gekregen van elke keer 10, 20 pogingen om een reactie te verzenden of m’n eigen blog weer op het scherm te krijgen.

Terugblik 1 – Samen plat

Nadat ik zaterdag een recordaantal Blijdorpkilometers had gemaakt en ’s avonds laat rozig in slaap viel werd ik de volgende ochtend onrustig wakker, leegte overspoelde me.
Dingen onder ogen zien is één, ze overleven is een tweede. Ik moest eruit, weg uit dat huis waar het plafond steeds dichterbij kwam en aan de olifanten boven zo vaak niet te ontkomen is.

 



Die middag ben ik via allerlei omzwervingen bij de centrale bibliotheek terechtgekomen, heb ik een glimp opgevangen van donzige Kralingseplaseendjes en de heerlijke geur van versgemaaid gras (Parfum d’Herbe lijkt me wel wat). Daarna ben ik neergestreken op het terras waar ik laatst Ahmed Aboutaleb tegenkwam. We keken elkaar aan en ik dacht ‘laat ik maar niets zeggen, hij wordt toch al door Jan en alleman aangesproken’.
Uiteindelijk kwam ik bezweet thuis. Moe, maar niet voldaan.
 
Toen ik de volgende ochtend m’n ogen opendeed, had ik een brandend gevoel in m’n keel en een bonzend hoofd. Het dierentuinuitje van zaterdag had een niet zo Blij staartje gekregen, neefje nummer twee had me aangestoken, zijn virus bleek toch besmettelijk.
Maandag lagen het VK-blog en ik allebéi plat. Voor mij de derde griep in drieëneenhalve maand, een dieptepunt. M’n lichaam is het spuugzat en dat is zijn manier om me dat te vertellen. Het wil naar sprookjesland waar elfjes eindeloos hapjes en drankjes brengen en rust en tederheid regeren.
Marjelle

(29 mei 2009)