Tagarchief: kralingen

Vlinders in m’n hoofd

Gisteren
Op de eerste echte lentedag
word ik wakker met keelpijn. De afgelopen periode heeft m’n lijf alle mogelijke griepvirussen dapper weerstaan, maar vandaag geeft het zich bijna gewonnen. De laatste maanden heb ik zo’n beetje alles gedaan wat god verboden heeft en m’n lichaam fluit me nu terug. Daarstraks raadde de fysiotherapeut me aan om fitness deze keer over te slaan en in plaats daarvan rustig een eindje te fietsen in de prille lentezon. Dat plan had ik zelf ook al opgevat. Ik besluit meteen naar de botanische tuin te gaan waar ik sinds de herfst niet meer geweest ben en daarna naar de jachthaven door te rijden voor m’n eerste terrasje van dit jaar. Na die keer dat een pitbull
me de stuipen op het lijf joeg ben ik er steeds met een boog omheen gereden.




Als ik daarna nog energie heb
fiets ik door naar de kinderboerderij, neem ik me voor, wie weet zijn de goden en godinnen m’n camera en mij gunstig gezind en staat er al iets donzigs op stuntelige pootjes. Waar ik nu vooral behoefte aan heb is lief & aaibaar.
  Mocht ik te moe worden, dan kan ik altijd m’n bed weer induiken. Op dit soort dagen mis ik naast een heet, ontspannend bad ook een verwenmaatje. Iemand met onschuldige ogen die belangstellend vraagt hoe het gaat, me nog een kop-thee-op-bed brengt en liefdevol een kusje toe blaast bij het weggaan. Hopelijk helpen rust en extra vitamines en voel ik me morgen een ander mens, ik hoorde dat het kwik dan stijgt naar twintig graden. Of m’n dans- en slaapafspraak vrijdag doorgaan hangt nu aan een zijden draadje, al geeft dansen zeker energie, je moet dan wel nog enige reserves hebben.
Marjelle


Bevor Du gehst Xavier Naidoo





 

Hij bekeek me van top tot teen

Vorige week
De afspraak van vanmiddag nam een onverwachte wending, ondertussen begon ik ook steeds meer last van m’n rug te krijgen. Daarstraks had ik met O. afgesproken bij mij thuis op de nieuwe rode bank. We zouden erna nog wat gaan drinken bij Taste aan het Kralingse Plas-jachthaventje. Hij reed in z’n auto ernaartoe en ik trapte op de fiets die kant op. Ik was toe aan wat frisse lucht.

Tot zover ging alles van een leien dakje, we zaten geanimeerd te praten, een prachtig uitzicht op de wolkenluchten, lekkere broodjes erbij, waarvan een met een oerhollandse bal gehakt. Terwijl ik net een hap wilde nemen, wandelden er opeens twee mannen naar binnen met een pitbull en een mastiff aan hun zij. De eerste aan de lijn, de tweede los. Ik voelde onmiddellijk alle haren, ook die in m’n nek, opveren en hield m’n adem in toen hond nummer twee op me afkwam. Loom en nieuwsgierig nam hij me op, verstijfd keek ik terug. Het liefst was ik meteen boven op de tafel gesprongen maar ik vermande me.




toen z’n baas hem tergend langzaam terugriep wierp ik hem m’n meest stralende glimlach toe en keek erbij met een blik van ‘ik heb echt niets tegen mastiffs, hoor, ik vind ze alleen een beetje eng, maar dat ligt hélemaal aan mij’. op de een of andere manier, hoe weet ik niet meer, heb ik de rest van m’n broodje naar binnen weten te werken en hoorde ik mezelf op de automatische piloot terugpraten, ondertussen kwam de hond nog een aantal keer op me afgeslopen en werd even vaak weer teruggefloten.

Opvallend was dat hij bijzondere interesse voor mij toonde en O. geen blik waardig keurde. Ik was opgelucht toen ik de deur uitliep en reed meteen door naar de Schone Lei waar later ook O. zich na allerlei omzwervingen bij me voegde. Een fiets mag heel veel dingen die een auto niet mag en dat scheelt een hoop tijd. Schitterend uitzicht weer, nu op de Rotterdamse skyline die twinkelend naar ons knipoogde.
‘Proost!’ zei ik tegen hem en probeerde de steeds erger wordende pijn in m’n rug te negeren.

Marjelle

9 crimes Damien Rice


Somewhere over the rainbow…

‘Het is nu echt herfst’. Zo, het hoge woord met de klank van roestige kleuren, vallende blaadjes, korter wordende dagen en miezerregen is eruit. Het heeft niet dat hoopvolle van lente en zomer waarin alles nog mogelijk lijkt. In deze tijd van het jaar denk ik dan ook met verlangen aan beren die bezig zijn met de voorbereidingen van hun winterslaap en pas weer hun fluweelbruine ogen opendoen over een maandje of vijf. ‘Dat wil ik ook’, mijmer ik en doe af en toe een halfslachtige poging in en uit bed. Bij mensen heet dat trouwens anders, dan vallen niet alleen de blaadjes maar soms ook woorden als depressie, blues en lethargie.

 

Nadat ik vorige week maandag nog bijna door m’n rug ging, heb ik me toch naar m’n eenmalige coachingsafspraak gesleept. ‘Al zegt die man maar één ding waar ik wat aan heb’, dacht ik – bovendien had ik al betaald. Hij vond me heel energiek overkomen ondanks de situatie waar ik inzit, iets dat ik vaker hoor en waarvan ik steeds meer denk dat het soms ook juist in mijn nadeel werkt. Verder noemde hij dingen als heel intelligent, erg snel, en heb ik hem wat meer verteld over m’n leven waar een bepaalde mate van anderszijn altijd als een rode draad doorheen gelopen heeft.

 


Al stonden m’n energie en activiteiten
de afgelopen weken op een waakvlam, ik heb wel veel gekeken, niet alleen naar tv, maar ook van binnen naar buiten en weer terug.

De documentaire  Être et avoir bijvoorbeeld waarin ik de Franse Bob Ross met veel liefde over en tegen zijn kinderen zag praten, zíjn klasje ergens in een vergeten dorp, vervulde me met vertedering. Het is altijd mooi om mensen met overtuiging iets te zien doen, net zoals het stel dat ik zondagavond de hiphop lyrical vol vuur zag dansen. Aangezien topshit of dope niet echt mijn taal is maak ik er gewoon meeslepend van, uiteindelijk is het de toon die woorden vleugels geeft.

 

Ook ver weg, maar dan in het noordoosten van India en in heel andere omstandigheden, zag ik mensen zich afbeulen in de mijn, één euro per dag en nooit vrij. Overdag onder de grond, ’s nachts boven op de zwartgeblakerde aarde, een landschap dat twee jaar geleden nog gewoon groen was. Toen ik vervolgens een paar dagen geleden midden in een dierendocu een hap wilde nemen van m’n visburger keek opeens een hert me met grote angstogen aan, z’n pootje hing aan flarden en hij werd uit z’n lijden verlost door een medewerker van Wildlife Aid. Ik moest wel even hard slikken, maar zelden heb ik dat iemand met zoveel mededogen zien doen.
Marjelle

 

Stone cold Rainbow