Tagarchief: klik op de foto voor groot formaat

Zoals de pagina’s van een krant


Zoals de pagina’s van een krant
in het gras langzaam om
slaan in de wind, en het is de wind
niet die dit doet,

zoals wanneer een deken in de avond,
buiten, ligt alsof hij ligt
te slapen, en het is de deken
niet, zo

niets is het, niets dan de verdrietige
beweging van een hand, de weerloze
houding van een lichaam,

en er is geen hand, er is
geen lichaam, terwijl ik toch
zo dichtbij ben.
Rutger Kopland

‘Ik geef je tien tellen’

‘Ik geef je tien tellen. Tien tellen. En dan trap ik de deur in. Ik zweer het je.’*
Nooit gedacht dat ik zo kwaad zou kunnen worden op een vreemde, m’n handen trillen en ik moet me bedwingen om ‘m niet meteen finaal in te trappen. Wat denkt die klootzak wel, dat ik bang voor hem ben. Inmiddels is de woede vele malen groter dan de angst. ‘Ik ben het zat’, schreeuw ik, ‘mijn grens is nu echt bereikt, ophouden godverdomme!’ Ik hoor iemand vloeken in een taal die ik niet versta, maar de toon spreekt boekdelen. Vervolgens begint een kind te huilen. Dat geluid brengt me weer bij m’n positieven. Wat een ellende flitst het door me heen, hoe kunnen dingen zo escaleren terwijl je vanaf het begin hebt geprobeerd de vrede te bewaren. M’n boosheid begint langzaam af te nemen, die kinderen kunnen er ook niets aan doen. Met zulke ouders leer je niet wat het is om rekening te houden met anderen, hun voorbeeld is er een van stampen, gillen en slaan met deuren.

Ze weten ook dat als hun papa het echt op z’n heupen krijgt hij keiharde muziek opzet en de drumsalvo’s door de galerij gieren. Ik herinner me nog goed de lege blik waarmee zijn vrouw me aankeek me toen ik haar vertelde hoeveel last ik had van hun dagelijkse gespring en gestamp op de kale laminaatvloer en hoeveel peertjes er inmiddels al waren gesneuveld onder hun voeten. Ze glimlachte vaag en zei dat ik maar een briefje in de bus moest gooien als ik weer last had. Ik geef nog een schop tegen de deur waarachter het inmiddels muisstil is geworden en roep ‘klootzak’, maar met veel minder overtuiging dan daarnet. Ik voel me vooral verdrietig nu, gevangen op eenhoog in Rotterdam, vier mensen boven me, zes mensen onder. Ik wil mijn leven terug, denk ik.
Iemand nog een rustige etage te huur?
Marjelle

*(Deels fictief) verhaal n.a.v. een schrijfoefening op Schrijven Online

Flikvlooien

The Guests Antony and the Johnsons

Three’s a crowd


If It Be Your Will Antony Hegarty (‘Leonard Cohen: I’m Your Man’)