Nadat de behulpzame receptioniste m’n zadel lager heeft gezet gaan huurfiets en ik door de hotellobby naar buiten. Al is ’t niet het beloofde 15-gradenlenteweer, het regent gelukkig niet. Met een plattegrondje in m’n tas en m’n trouwe camera om m’n nek fiets ik over onbekende wegen en bosrijke paden. Onderweg pols ik bij een aantal voorbijgangers of ik nog wel de goede kant opga, want kaarten en ik zijn geen vrienden. Iedereen is erg aardig, dat was me gisteren ook al opgevallen, maar één vrouw vooral. Ze vertelt uitgebreid over parken, kastelen, bossen en paarden in de buurt, vraagt geïnteresseerd hoe ik zo in Velp terechtgekomen ben en vindt het knap dat ik een paar dagen in m’n eentje eropuit getrokken ben. ‘Ik ook’, zeg ik met een brede glimlach, ‘het is m’n eerste keer, ik wilde eindelijk eens lekker slapen zonder burenoverlast.’
Toen ik vanochtend de serre inliep stuitte ik op een groot gezelschap, nadat ik me langs diverse mensen heen geworsteld had belandde ik ten slotte in de ontbijtruimte waar bij binnenkomst opeens alle ogen op mij gericht waren. Vroeger had ik dat vreselijk gevonden, nu voel ik me hooguit een beetje ongemakkelijk en probeer me daar weer snel overheen te zetten, zoals ik me de afgelopen jaren over veel dingen heen heb moeten zetten. ‘Gelukkig kan ik me goed amuseren, dat scheelt een hoop. Of stel je voor dat je niet met jezelf kunt opschieten en daar dan een paar dagen mee opgescheept zit’, hoor ik mezelf zeggen. Nadat ze me verteld heeft waar ze werkt, neemt ze met een ‘misschien zien we elkaar nog’ afscheid.
Kasteel Biljoen zie ik na een tijdje in de verte liggen, de laatste bewoner is recent overleden en het slot ligt er enigszins verweesd bij. Mooi melancholisch beeld, die wuivende boompjes ernaast tegen een mistige achtergrond. Door het uitgebreide buffet vanochtend met knapperige pistoletjes, verse croissants, diverse soorten jus, allerlei warme gerechten waaronder vrolijk glimmende worstjes en roerei is m’n hongergevoel verdwenen. Ik besluit de lunch over te slaan en deze keer niet om 20.00 uur te gaan eten maar rond 18.00 uur, wat extreem vroeg is voor mij. Na een zeer korte nacht, het matras en ik zijn ook geen vrienden, en een fietstocht door het groene land ben ik inmiddels zo moe dat het me niet zou verbazen als ik ditmaal een persoonlijk record slapengaan vestig en al in bed lig voordat de klok twaalf uur slaat, bijzonder voor een nachtbraker als ik.
Marjelle
Crazy in love Antony and The Johnsons