Tagarchief: antony and the johnsons

Flikvlooien

The Guests Antony and the Johnsons

Kriebeltruien & uiensoep

M’n nagel blijft aan een mouw haken, ik pak snel een schaartje en knip hem in model. Het doet me terugdenken aan toen ik nog klein was en teen- en vingernageltjes voor me geknipt werden, alleen wel pijnlijk kort zodat ze weer een hele tijd mee konden. Ook de aanraking van wol op mijn huid ben ik niet vergeten, ik had een hekel aan die door m’n moeder gebreide kriebeltruien en krijg nog jeuk als ik eraan denk. Sindsdien is zacht en donzig een voorwaarde als ik wat nieuws koop. Het dagelijkse verplichte glas melk is een andere minder goede herinnering, ik werd altijd misselijk van de roomsmaak en heb daarna nooit meer één slok gedronken. Hetzelfde geldt voor uiensoep, dat komt bij mij niet eens de keuken in laat staan m’n mond.


M’n gedachten gaan op en neer tussen vervelende en leuke ervaringen, zoals die keer op het strand met een picknickmand vol verse boterhammen met stroop of die foto waarop ik huilend van blijdschap op m’n moeder afren als ze me na de  vakantie op komt halen. Een ander plaatje verschijnt in beeld, eentje waarop ik met een sluier over m’n hoofd gedrapeerd en een witte bloem in m’n donkerblonde haren schattig sta te zijn. Dat doet me aan de zwarte lakschoentjes denken waar ik toen in België als kind van droomde, m’n moeder vond dat soort dingen onzin, maar die schoenen glommen zo mooi en hadden zo’n leuk overdwars bandje. Al was ik geen typisch meisje-meisje ondanks m’n Barbiepoppen en latere voorliefde voor make-up, ik heb altijd ook een wilde, jongensachtige kant gehad. Nog steeds trouwens.
Marjelle

Sing for me Antony and the Johnsons

Wegwezen!

Nadat de behulpzame receptioniste m’n zadel lager heeft gezet gaan huurfiets en ik door de hotellobby naar buiten. Al is ’t niet het beloofde 15-gradenlenteweer, het regent gelukkig niet. Met een plattegrondje in m’n tas en m’n trouwe camera om m’n nek fiets ik over onbekende wegen en bosrijke paden. Onderweg pols ik bij een aantal voorbijgangers of ik nog wel de goede kant opga, want kaarten en ik zijn geen vrienden. Iedereen is erg aardig, dat was me gisteren ook al opgevallen, maar één vrouw vooral. Ze vertelt uitgebreid over parken, kastelen, bossen en paarden in de buurt, vraagt geïnteresseerd hoe ik zo in Velp terechtgekomen ben en vindt het knap dat ik een paar dagen in m’n eentje eropuit getrokken ben. ‘Ik ook’, zeg ik met een brede glimlach, ‘het is m’n eerste keer, ik wilde eindelijk eens lekker slapen zonder burenoverlast.’

Toen ik vanochtend de serre inliep stuitte ik op een groot gezelschap, nadat ik me langs diverse mensen heen geworsteld had belandde ik ten slotte in de ontbijtruimte waar bij binnenkomst opeens alle ogen op mij gericht waren. Vroeger had ik dat vreselijk gevonden, nu voel ik me hooguit een beetje ongemakkelijk en probeer me daar weer snel overheen te zetten, zoals ik me de afgelopen jaren over veel dingen heen heb moeten zetten. ‘Gelukkig kan ik me goed amuseren, dat scheelt een hoop. Of stel je voor dat je niet met jezelf kunt opschieten en daar dan een paar dagen mee opgescheept zit’, hoor ik mezelf zeggen. Nadat ze me verteld heeft waar ze werkt, neemt ze met een ‘misschien zien we elkaar nog’ afscheid.

Kasteel Biljoen zie ik na een tijdje in de verte liggen, de laatste bewoner is recent overleden en het slot ligt er enigszins verweesd bij. Mooi melancholisch beeld, die wuivende boompjes ernaast tegen een mistige achtergrond. Door het uitgebreide buffet vanochtend met knapperige pistoletjes, verse croissants, diverse soorten jus, allerlei warme gerechten waaronder vrolijk glimmende worstjes en roerei is m’n hongergevoel verdwenen. Ik besluit de lunch over te slaan en deze keer niet om 20.00 uur te gaan eten maar rond 18.00 uur, wat extreem vroeg is voor mij. Na een zeer korte nacht, het matras en ik zijn ook geen vrienden, en een fietstocht door het groene land ben ik inmiddels zo moe dat het me niet zou verbazen als ik ditmaal een persoonlijk record slapengaan vestig en al in bed lig voordat de klok twaalf uur slaat, bijzonder voor een nachtbraker als ik.
Marjelle

Crazy in love Antony and The Johnsons

Als ik dood ben…

De zon brandt op m’n gezicht, ik moet oppassen, besef ik. Sinds ik de vorige keer in Apeldoorn met T. bijna de hele dag in parken en op terrasjes heb gezeten, is m’n zonne-allergie weer teruggekomen. Die rode bultjes vormen nog een herinnering aan een leuke ontmoeting. Voor het eerst in tijden zit ik weer op het terras van de Kunsthal die ik altijd nog eens van binnen wil bekijken, maar niet met deze zomerse temperaturen. De drie konijnen voor me baden in de zon, straks zet ik ze op de foto. Dat is het makkelijke van deze exemplaren, ze zitten muisstil, niet te vergelijken met het onstuimige gedrag van hun pluizige soortgenootjes van de kinderboerderij.

Een paar kinderen gebruiken het voorste konijn als glijbaan, het speels-nostalgische doet me denken aan Hairnet Paradise, een nummer van CocoRosie dat me eergisteren dwars door m’n ziel sneed. Zo boordevol heimwee, verlangen, lief en pijnlijk tegelijk. De emoties van het afgelopen jaar kwamen er weer uit, net als een aantal weken geleden toen ik bij A. was en hij over z’n vader vertelde die recent is overleden en nooit knuffelde of iets positiefs zei. Tot m’n schrik sprongen opeens de tranen in m’n ogen, omdat ik m’n eigen vader deels in het verhaal herkende. Dat intens verdrietige gevoel – om dingen en mensen die er niet meer zijn of nooit zijn geweest, om het leven dat af en toe z’n eigen onbegrijpelijke gang gaat waarbij je soms alleen maar machteloos toe kunt kijken – is de afgelopen dagen blijven hangen.



Als het nummer op een cd had gestaan in plaats van op Youtube, dan had ik het inmiddels grijsgedraaid. ‘Misschien wel een geschikt lied voor als ik straks dood ben’. Die gedachte komt plotseling in me op. Ik moet het er toch eens met m’n broer over hebben de volgende keer dat ik in Tilburg ben. Waarschijnlijk deze zomer nog, we zien elkaar zo’n beetje elk jaar. M’n vriendin begon er recent over, niet meteen over als ik dood was, meer in het kader van wie er gewaarschuwd moest worden als ik onverhoopt een ongeluk kreeg en in het ziekenhuis belandde. Dat krijg je als je alleen woont en op-een-na geen familie hebt, dan moet je dat soort dingen regelen. Misschien moest ik dat ook maar eens echt gaan doen.
Marjelle

Beautiful Boyz
CocoRosie & Antony Hegarty