Tagarchief: nachtmerrie

Geen titel

De verhuisdag begint met verhuizers die drie uur te vroeg op de stoep staan. Snel schiet ik een T-shirt en spijkerbroek aan en doe met slaperige ogen en verward haar de deur open. Vanaf dat moment gaat alles in uptempo, mannen lopen in en uit, dozen worden voortvarend ingepakt, ik kan nog net m’n make-uptas veiligstellen als ik even later de douche uitkom. Klusvrouw heeft zich maandag wéér niet aan de afspraak gehouden, ze zou eindelijk de muren afmaken en rails ophangen in de slaapkamer. Dinsdagavond werd ze gespot door m’n Tsjechische tapijtlegger en zei tegen hem dat ze de dag erna nog wel even kwam schilderen. Waar zit in godsnaam je verstand om dat tegen alle afspraken in zonder overleg uitgerekend op de verhuisdag te gaan doen!?

Ik vrees het ergste als ik op weg ga naar m’n nieuwe huis. Eenmaal binnen tref ik klusvrouw aan die sinds een half uurtje nonchalant met een lakrollertje in de weer is. De muren zijn nog niet af, de rails is niet opgehangen en het is overal één grote teringbende van verfblikken en rollers. Ik moet me bedwingen om niet in tranen uit te barsten en zeg tegen haar dat ze onmiddellijk moet stoppen met verven en de troep moet gaan opruimen aangezien de verhuizers al onderweg zijn. De stress schiet door m’n lijf. Ondanks m’n rugblessure – ik moet eigenlijk revalideren niet verhuizen – stort ik me op de keuken, ruim verf op, boen kastjes uit. Ik vlieg door het huis en probeer niet in paniek te raken. Er komt maar geen einde aan deze nachtmerrie.


‘De Schreeuw’ Edvard Munch (Internet)

‘Heb je nu in stilte kunnen slapen? Want daar is het toch allemaal om begonnen! #verhuizing #benieuwd’ twitterde @AadVerbaast gisteren. ‘Het korte antwoord is nee. #hetlangeantwoordwiljenietweten’, antwoordde ik. Vier dagen woon ik hier nu. Inmiddels weet ik dat in tegenstelling tot wat de makelaar beweerde het appartement onder mij wat te koop staat niet leeg is maar er een gezin woont. Als ik geen onjuiste info had gekregen was ik natuurlijk eerst gaan kijken wat voor mensen dat waren. Kortom, als ik had geweten dat ik 1 augustus in een onbewoonbaar huis terecht zou komen met allerlei verborgen gebreken – om het raampje in de slaapkamer open te doen bijvoorbeeld moet je telkens op bed/vensterbank gaan staan – en dat er een luidruchtig gezin woonde, dan had ik nooit het contract ondertekend en was voor het andere huis gegaan.
Marjelle

Melancholie met Satie

Aan de ene kant een doos met persoonlijke spullen. Met pijn en moeite in elkaar geklapt en gevuld. Door een rugblessure kan ik weinig en mag ik beslist niet tillen en sjouwen, maar in de praktijk is dat erg lastig met een verhuizing die morgen al plaatsvindt. Alles wat mis kon gaan is ook misgegaan, je kunt het zo gek niet bedenken of het is gebeurd. Van plafonds die er niet inzaten, een douche zonder deur, de afvoer die niet stroomt, een schilder die het tot drie keer toe dagenlang heeft laten afweten zonder enig tegenbericht, stukadoors die eigele vlekken maakten op m’n pas geschilderde muren, tapijt wat ik door extreme tijdsdruk in een verkeerde kleur moest nemen, vrienden die net op vakantie waren, een aannemer die tierend tegenwerkte, grove nalatigheid van de verhuurder tot mensen die hulp aanboden en vervolgens niets meer lieten horen. De lijst is schier eindeloos. Zelden heb ik zoveel druk en stress ervaren in zo’n korte tijd. Voor een simpele verhuizing waar mensen vaak zwaar over lopen te stressen draai ik m’n hand niet om. Dit wordt m’n twaalfde keer. Maar de nachtmerrie waarin ik vanaf 31 juli ben beland, met als dieptepunt dat ik kort erna ook nog finaal door m’n rug ging en helemaal niks meer kon, wens ik niemand toe.


Klik op de foto voor grotere cactusjes

Aan de andere kant een lege doos die me uitnodigend aankijkt. ‘Vul mij’. Brieven, kaarten, gedichten en foto’s glijden door m’n handen. Sommige lees ik met hernieuwde aandacht, andere gooi ik op de stapel. Bekende tekstflarden* komen voorbij, herinneringen worden wakker geschud. Het verleden leeft even op. Er is veel van mij gehouden door een paar mensen. Ik lees de brief van zes kantjes van m’n laatste ex, vlak voordat hij met z’n nieuwe vriendin op vakantie ging en voorgoed ons huis zou verlaten. Ik lees de emotionele mail van ex-liefste vriend waarmee ik een half leven lief en leed gedeeld heb. Ik heb veel van hem gehouden, maar hij had ook een andere kant en kon rücksichtlos zijn zoals ik aan den lijve heb ondervonden. Veel dingen gooi ik weg, ondanks m’n rugproblemen is het me gelukt om in een paar weken tijd tussen het plannen door stukje-voor-beetje m’n hele huis op te ruimen. Het voelt goed om ook wat spullen betreft een streep te zetten onder wat is geweest. Tegelijkertijd overvalt me een gevoel van melancholie. Van gemis. Soms moet je ruimte creëren om meer lucht te krijgen. Maar nu eerst morgen verhuizen en afwachten in welke staat ik m’n huis aantref. De schilder die de laatste muren zou doen is spoorloos verdwenen. Ik vrees het ergste.
Marjelle

* ‘Jij bent nu jarig
En ik ben ook jarig
We doen toch alles samen?
Gisteren, vandaag en morgen
En vanaf morgen meer dan ooit
Hoop ik

Gnossienne No. 1 Erik Satie

Het regent zeehonden

De laatste week slaap ik veel dieper en ontwaak ik steevast ’s ochtends midden in een droom die vaak meer weg heeft van een nachtmerrie. De vreemdste fragmenten komen voorbij, ik worstel me omhoog tegen een wand van water terwijl zeehonden en wolven boven op me vallen en ik snakkend naar adem telkens weer kopje onderga tot ik bezweet wakker word. Of het surrealistische tafereel van vandaag, een huiskamer met onbekende mensen transformeert opeens in een soort van zaaltje waar iedereen een bordje met ‘Live‘ voor zich houdt in afwachting van een optreden dat uiteindelijk niet doorgaat omdat er een woedende vrouw thuiskomt.

Mijn droom eindigt als ik argeloos de verse groenten die ik gekregen heb uit het papier wikkel en tussen de trossen bananen en sperziebonen opeens een spin ontwaar, daarna kruipt er nog een voorbij, tarantulaformaat. Ik probeer koortsachtig te bedenken hoe ik het monster de kop in kan slaan – in m’n droom zoek ik een telefoonboek wat ik in werkelijkheid niet heb – maar dan komt er plotseling beweging in het papier, de opperspider gaat aan de haal met het groentepakket, steeds sneller, tot ze uit m’n gezichtsveld verdwenen zijn. Ik ren de keuken uit en… doe m’n ogen open en kijk slaperig om me heen. Was mijn temperatuur de afgelopen tijd door een te trage schildklierwerking onder normaal beland, 35,5 °C was geen uitzondering, deze dagen is hij weer wat hoger door een ontsteking in combinatie met herfstkou.

Als de blaadjes op de grond vallen, ik van Spanje droom als ik niet nachtmerrie, keldert m’n weerstand. Het enige positieve van verhoging is dat ik meer droom en m’n dromen beter herinner. In plaats van toe te geven aan niet-lekker besluit ik wat regeldingen aan te pakken. M’n ex waar ik zakelijk contact mee heb over een nieuwe puzzelsite en al een paar maanden niets meer van gehoord heb stuur ik een vriendelijk mailtje, bij het bureau waarvoor ik laatst een proefopdracht heb gedaan informeer ik waarom ik ondanks m’n goede beoordeling toch net niet genoeg punten kreeg om met een project te starten. Van die dingen, op een kouwe grauwe dag als vandaag.
Marjelle

Makassar?

Sinds een aantal weken word ik weer regelmatig wakker met een droom in m’n hoofd. De laatste keer lag ik heel stil, roerloos bijna, om de slang die zich overal kon bevinden niet boos te maken. Gelukkig bleek ik in werkelijkheid niet in die kale ruimte te zijn met op de grond versleten tapijt en op de vensterbank planten in met water gevulde vuilniszakken die op knappen stonden. Ik draaide me behoedzaam op m’n zij op het vertrouwde matras en rook de geurige Bee & Flower-zeep op het tafeltje naast me die me altijd een goed gevoel geeft. Door de donkerrode veloursgordijnen viel een spleetje licht op m’n kussensloop.

‘Dit is Rotterdam-Crooswijk, hier zijn geen slangen en hangt ook niet dat pluizige waterwaas uit m’n droom als een spintgordijn tussen het groen’, besefte ik, ‘dit is mijn huis, ik hoef niet bang te zijn’. Een paar woorden bleven in m’n hoofd rondtollen, regenslang en makassar, geen idee wat het precies betekende. De afgelopen periode mail ik af en toe zo’n droom naar m’n vriendin in het buitenland die geïnteresseerd is in dromen en in mij. Samen proberen we er een beetje achter te komen waar de elementen uit de droom voor zouden kunnen staan. Deze keer speelde H.* ook een rol, ik waarschuwde hem voor de slang die levensgevaarlijk was als hij te dichtbij kwam, maar hij wuifde het weg.


Ooit heeft mijn intuïtie hem waarschijnlijk het leven gered, dit in combinatie met het feit dat hij dat voorgevoel toen ook onmiddellijk serieus nam, bedenk ik terwijl ik dit typ, maar dat is een heel ander verhaal. Ik google op ‘makassar’ en kom in Indonesië terecht. Makassar, het vroegere Ujung Pandang is de hoofdstad van Zuid-Sulawesi. ‘Ondanks de snelle groei is Makassar een plezierige stad. Dankzij frisse zeewinden is het er niet zo verstikkend als in de meeste Indonesische steden. De stad is rijk aan groen. De voetganger hoeft er niet voor z’n leven te rennen, er zijn voldoende voetpaden, en  het verkeer lijkt zelfs met deze in Indonesië bedreigde diersoort rekening te houden‘.

Die beschrijving klinkt aantrekkelijk en ook de zonsondergang ziet er aanlokkelijk uit. Wat me direct opvalt is dat het centrum rond Fort Rotterdam ligt, er bestaat dus een link met de stad uit m’n droom en de stad waar ik woon. Nieuwsgierig geworden zoek ik verder, nu op ‘regenslang’. Op een paar Surinaamse sites kom ik het woord tegen, het zou gaan om een swipi, een groene boomslang of paradijsboomslang, ook wel zweepstaartslang genoemd. Welk addertje zou hier onder het dromerige gras zitten, vraag ik me af, meteen komen er een paar namen in me op van mensen die het afgelopen jaar hun valse kant hebben laten zien.
Marjelle

Huil honderd tranen Jan Rot (geboren in Makassar)

*Ex-liefste vriend