Tagarchief: verdriet

Een boek!

Afgelopen dagen heb ik heel weinig achter de pc gezeten. Gisteren kon ik zelfs de minuten tellen op de vingers van één hand. Een vreemde gewaarwording om van het ene moment op het andere af te kicken. Niet meer mailen, facebooken, tweeten, niet meer gedachtenloos klikker-de-klikken op een keur aan open vensters tussen alle dagelijkse dingen door.  Door een aantal redenen was ik opeens pc-loos. In eerste instantie kreeg ik m’n computer niet meer aan. Wat ik ook deed, de ene keer bleef het knopje steken – het frontje zit niet goed –  de andere keer gaf de computer gewoonweg geen krimp. Hij vond een kamertemperatuur van 13 ° C te koud, denk ik. Daarom had ik ‘m dan ook al tijden dag en nacht aan staan, wat steeds meer protest oplevert in de vorm van toenemend gereutel.
blog 300In tweede instantie, toen de pc dan toch eindelijk acte de présence gaf na een aantal uur, begon het te draaien voor m’n ogen terwijl ik op het beeldscherm zat te turen. Dit was de tweede keer in een paar weken tijd, maar nu erger. Niet alleen kreeg ik vlekken voor m’n ogen en werd ik duizelig en misselijk, deze keer zag ik ook flikkeringen. De zinnen op de monitor sprongen op en neer en toen ik naar de keuken wegvluchtte deinden de flikkerende lichtstootjes met me mee. Best een enge gewaarwording als je alleen thuis bent. Ik sprak mezelf moed in en hield me rustig. Zsm de opticien bellen, nam ik me voor. Inmiddels staat de afspraak gepland voor morgen. Ik ben zeer benieuwd of een aangepaste beeldschermbril met Blue Control-coating m’n ogen weer helemaal in het gareel krijgt.

Die middag stonden m’n bammetje met kaas, jus d’orange en beker rooibosthee er een beetje verloren bij. Ik lunch meestal met de online Volkskrant. Een boek!, dacht ik, ik ga een boek lezen. Lang geleden dat ik daar echt voor ben gaan zitten. Na mijn studietijd boordevol empirische en filosofische geschriften, vaak ook in het Duits, ben ik van een hongerige veellezer veranderd in een kortestukjeslezer. Ik pakte vastberaden ‘A prologue to love’ van Taylor Caldwell uit de kast, een van m’n favoriete boeken, op de voet gevolgd door ‘A word child’ van Iris Murdoch. Het boek is beduimeld, de kaft hangt los, ik heb het zo’n vijf tot tien keer gelezen. Een ontroerend verhaal, intens verdrietig, aangrijpend – over  eenzaamheid, wanhoop en liefde. Gisteravond toen ik de laatste bladzijde omsloeg besefte ik dat ik in deze fase van m’n leven de essentie van het boek meer voelde dan ooit.
Marjelle

Foto Pixabay

My guardian angel

Klik op de foto voor een groter formaat

Gisteren op de terugweg na de zoveelste huisbezichtiging zonder resultaat, ditmaal een benedenwoning op de Paradijslaan in Kralingen-Crooswijk, zag ik aan de overkant een baksteenrode muur waar groen bovenuit stak. Aangezien ik toch zeeën van tijd had besloot ik er een kijkje te nemen. ‘Begraafplaats St. Laurentius‘ stond er met grote letters op het bord. Al heb ik helemaal niets met begraafplaatsen, kruisen of religies,  op de een of andere manier voelde ik toch de behoefte om door de poort naar binnen te lopen. Het was ijskoud, ik huiverde in m’n winterjas. De graven waren zachtjes toegedekt met sneeuw, hier en daar stond een altijdgroene spar. Het was ook stil, alleen ik, de doden en een voorbijhuppelend konijntje waren aanwezig. Toen ik daar zo stond te midden van de diverse grafstenen, sommige bedolven onder bloemen, en de liefdevolle inscripties en hartekreten las voelde ik opeens een ander soort energie. Zomaar tussen twee graven in sprongen de tranen in mijn ogen. Toch was het goed om daar te zijn, al was het maar voor even.
Marjelle

Je bent een engel!

Liever verliefd?

Met mijn gedachten ergens anders ben ik altijd overal, deze spreuk van Loesje is mij op het lijf geschreven. Als ik de fiets in het gras zet en het nest met mamaooievaar bekijk dat zich aftekent tegen de strakblauwe lucht komt opeens de herinnering aan Angistri in me op, een toen nog ongerept Grieks eilandje waar ik ooit was met ex-liefste vriend Hans. Ik proef haast de fasolakia, drink bijna een slokje retsina en geniet net niet van het uitzicht op de baai. Vervolgens dwalen mijn gedachten naar Glil Yam, een van de kibboetsen waar ik geweest ben. Weer zie ik het knappe gezicht van Uri voor me, vakantieliefje met mooie donkere krullen, een echte macho toen al, hij net 16 ik 19.


Het gedachtesprongetje naar Martin, mijn eerste liefde
, is gauw gemaakt. Ik ging juist naar Israel om hem te vergeten nadat er een eind was gekomen aan onze relatie op mijn verjaardag. Ik herinner me een foto waarop ik bruinverbrand in rode bikini op het harde kibboetsbed zit, stokbrood en chocola in een hand, de toekomst aan m’n blote voeten. Cuby en Martin zijn ook onlosmakelijk verbonden, ik heb dat bluesnummer grijs gedraaid toen ik erachter kwam dat hij was vreemdgegaan. Ik toen nog zo jong en onervaren, vol vertrouwen, hij een aantal jaar ouder, energiek en lief, maar ook onbetrouwbaar. Geen toeval dat ik daarna een lange periode alleen maar korte relaties heb gehad. Allerlei namen schieten door m’n hoofd, hoe zou het nu met Louis gaan of met Delano? Ik zou ze allemaal best nog één keer willen zien.
Marjelle

The Fun Powder Plot Wild Beasts

* ‘Liever verliefd’ naar het boek van Simone Lensink en de gelijknamige film van Pim van Hoeve

‘Run, baby, run!’

Het beloofde mooie weer laat vandaag op zich wachten, maar op het moment dat ik de deur uitga breekt de zon dan toch door. Ondanks het klamme weer fiets ik in een stevig tempo naar het Langepad aan de rand van het Kralingse bos waar de Run for KiKa wordt gehouden. Doel van deze sponsorloop is geld inzamelen om daarmee kinderkanker nóg beter te behandelen en te genezen. Het is kwart over drie, om half vier begint de KidsRun van 1 km. Voordat ik de kleine lopertjes op de foto ga zetten, eet ik eerst nog snel een tosti-zonder-ham op het vlakbij gelegen Taste-terras.

Met een kop thee in m’n hand en de zon op m’n gezicht kijk ik met respect  naar de laatste vermoeide volwassenen die voorbijdraven en er inmiddels bijna 10 km op hebben zitten. Opeens komt er uit het niets een meisje op skates in volle vaart op me af, het gaat zo snel dat ik niet eens iets roep, alleen maar m’n handen bezwerend voor me uitsteek, gelukkig heeft niemand zich pijn gedaan. Op weg naar de start kom ik nog een bekend gezicht tegen, ik twijfel geen seconde en maak een foto van Joanna met haar Engelse bulldog. Daarna zijn de KiKa-kids aan de beurt, klein en groter door elkaar, enthousiast zijn ze allemaal. Ik glimlach terwijl ik het ene plaatje na het andere schiet.
Marjelle

Sun it rises Fleet Foxes

Een zee van witte paraplu’s…

Gisteren werd ik na een paar uur om 06:17 uur wakker en kon niet meer in slaap komen. Eenmaal uit bed merkte ik pas goed hoe moe ik was en dat uitgerekend op de dag dat ik naar Utrecht zou gaan. Al ben ik niet zo’n ‘demonstratief’ type en hou ik helemaal niet van groepen, toch had ik deze keer besloten om me daarover heen te zetten en op Wereldvluchtelingendag mee te lopen met de Umbrella March van VluchtelingenWerk. Onderweg in de trein besloot ik de paraplu te laten zitten, aangezien ik met tas om m’n nek en plu in m’n hand geen fotoserie kan maken. Later bleek ik een van de weinige mensen zonder te zijn.

De zon brak door toen ik op Centraal uitstapte en verder liep naar Park Nieuweroord, het vertrekpunt. Er stonden al een hoop mensen te wachten en ik zag onder andere de bekende gezichten van Dieuwertje Blok en Aleid Wolfsen. De sfeer was gemoedelijk, het viel me op hoe vriendelijk de mensen waren. Nadat Dieuwertje het startsein had gegeven, ging de witte stoet op weg onder begeleiding van een drumband en een aantal politieagenten. Ik sloot me erbij aan en belandde uiteindelijk achter de eerste rij deelnemers met ondermeer Dorine Manson, directeur VluchtelingenWerk. Af en toe sprintte ik even voor de meute uit om foto’s te maken.

Na een wandeling van een uur kwamen we ten slotte bij het asielzoekerscentrum aan. De drumband gaf een toegift, daarna volgden een aantal sprekers, waaronder Paul Mbikayi en Aleid Wolfsen, de laatste benadrukte dat ‘asielrecht een mensenrecht is en dat het jammer is dat daar in Nederland soms vraagtekens bij worden gezet’. Met de komst van Gerd Leers was ik een stuk minder blij, ik herinner me nog de harde woorden die hij bij P&W sprak over asielbeleid en zijn beklemtoning van het verschil in verantwoordelijkheid als burgemeester en als minister. Bij zijn ‘mensen die echt in nood zitten, zijn welkom in Nederland’, voelde ik m’n wenkbrauwen dan ook steil omhooggaan.

Cruciaal daarbij is natuurlijk welke interpretatie wordt gegeven aan het woordje ‘écht’. Het geheel werd op een ontwapenend-enthousiaste manier aan elkaar gepraat door Dieuwertje. Tussendoor trad ook nog Nihad Hrustanbegovic op, een klassieke accordeonist uit Bosnië. Moe van het slenteren, hangen en stilstaan en blij dat ik toch gegaan was besloot ik geen gebruik te maken van de bussen die klaarstonden om iedereen weer bij het station af te leveren, maar de drie kilometer terug te lopen. Nadat ik op Centraal gauw een meeneembroodje & thee had gekocht, haalde ik nog net één minuut voor vertrek de trein naar Rotterdam.
Marjelle

Zwaarste last vluchtelingen voor arme landen

Aicha Cheb Khaled

Zal ik weggaan of zal ik blijven?

Wat zal ik doen? M’n ex bellen naar aanleiding van z’n mail over puzzeldingen en andere dingen die voorbijgaan, een nummer van de Fleet Foxes opzetten, piekeren over de verkeerde dingen en mensen, nog meer toegeven aan m’n Tweetbui, van het kastje naar de muur lopen, kijken of er tussen wolk en zon nu wel een regenboog tevoorschijnkomt, niet aan H. denken en ook niet aan–, googlen op fitness-dvd’s, m’n mail checken, gro(o)t(s)e plannen maken, een duik nemen in de kast op zoek naar chocola, een druilerig zondagmiddagblogje schrijven, Ceylon-thee zetten, hopen dat het morgen niet regent in verband met m’n wandelafspraak, alvast een ei hardkoken voor in de sla, een wereld aan mogelijkheden strekt zich voor me uit, maar om met het begin te eindigen…
Zal ik weggaan of zal ik blijven?

Marjelle

Mykonos Fleet Foxes

Zal ik weggaan?
Zal ik verdrietig worden en weggaan?
Zal ik het leven eindelijk eens onbelangrijk vinden,
mijn schouders ophalen
en weggaan?
Zal ik de wereld neerzetten (of aan iemand anders geven), denken:
zo is het genoeg,
en weggaan?
Zal ik een deur zoeken,
en als er geen deur is: zal ik een deur maken,
hem voorzichtig opendoen
en weggaan- met kleine zachtmoedige passen?
Of zal ik blijven?

Zal ik blijven?
Toon Tellegen

Tying your tongue in a knot…

Tussen zeggen en doen ligt de zee

‘Du don des nues…’ een zinnetje uit ‘Les visages, les figures’, terwijl ik ernaar luister wordt m’n stemming nog melancholischer. Bittersweet, allerlei gedachten schieten door me heen. Soms zijn er geen woorden. Van het kastje naar de muur, van de tafel naar de stoel. Zo moe. Uiteindelijk ben je op jezelf aangewezen. Altijd, overal. Ik moet opeens aan het boek van Simone de Beauvoir denken, ‘Niemand is onsterfelijk’. Godzijdank.



Voor de mensen die alles beter weten.1

Voor degenen die niet vragen, maar veroordelen.2
Voor de hypocrisie die zijn weerga niet kent.3
Voor iedereen zonder compassie.4
Voor de bakken vol projectie.5
Voor alle klootzakken, pesters en ego’s in het kwadraat.6
Voor de mensen die a zeggen en b doen.7
Voor degenen die het leuk vinden om anderen te kwetsen.8
Voor iedereen die meelult, napraat en blind bewondert.9
Voor hen die hun angst verbergen achter machotaal…10
Fuck you.
Marjelle

Noir Désir

Als ik dood ben…

De zon brandt op m’n gezicht, ik moet oppassen, besef ik. Sinds ik de vorige keer in Apeldoorn met T. bijna de hele dag in parken en op terrasjes heb gezeten, is m’n zonne-allergie weer teruggekomen. Die rode bultjes vormen nog een herinnering aan een leuke ontmoeting. Voor het eerst in tijden zit ik weer op het terras van de Kunsthal die ik altijd nog eens van binnen wil bekijken, maar niet met deze zomerse temperaturen. De drie konijnen voor me baden in de zon, straks zet ik ze op de foto. Dat is het makkelijke van deze exemplaren, ze zitten muisstil, niet te vergelijken met het onstuimige gedrag van hun pluizige soortgenootjes van de kinderboerderij.

Een paar kinderen gebruiken het voorste konijn als glijbaan, het speels-nostalgische doet me denken aan Hairnet Paradise, een nummer van CocoRosie dat me eergisteren dwars door m’n ziel sneed. Zo boordevol heimwee, verlangen, lief en pijnlijk tegelijk. De emoties van het afgelopen jaar kwamen er weer uit, net als een aantal weken geleden toen ik bij A. was en hij over z’n vader vertelde die recent is overleden en nooit knuffelde of iets positiefs zei. Tot m’n schrik sprongen opeens de tranen in m’n ogen, omdat ik m’n eigen vader deels in het verhaal herkende. Dat intens verdrietige gevoel – om dingen en mensen die er niet meer zijn of nooit zijn geweest, om het leven dat af en toe z’n eigen onbegrijpelijke gang gaat waarbij je soms alleen maar machteloos toe kunt kijken – is de afgelopen dagen blijven hangen.



Als het nummer op een cd had gestaan in plaats van op Youtube, dan had ik het inmiddels grijsgedraaid. ‘Misschien wel een geschikt lied voor als ik straks dood ben’. Die gedachte komt plotseling in me op. Ik moet het er toch eens met m’n broer over hebben de volgende keer dat ik in Tilburg ben. Waarschijnlijk deze zomer nog, we zien elkaar zo’n beetje elk jaar. M’n vriendin begon er recent over, niet meteen over als ik dood was, meer in het kader van wie er gewaarschuwd moest worden als ik onverhoopt een ongeluk kreeg en in het ziekenhuis belandde. Dat krijg je als je alleen woont en op-een-na geen familie hebt, dan moet je dat soort dingen regelen. Misschien moest ik dat ook maar eens echt gaan doen.
Marjelle

Beautiful Boyz
CocoRosie & Antony Hegarty

Verraden

In een brandende 33 graden fiets ik woensdag naar Loods Celebes, ver voorbij de Erasmusbrug. Het zweet gutst van m’n voorhoofd terwijl ik ingespannen kijk of ik een groene container zie. Wijn of water, alleen al om de naam wilde ik ernaartoe, blijkt nog gesloten ondanks de informatie op de site. De vriendelijke jongen biedt me iets te drinken aan. Met een glas tonic sta ik even later in de zinderende hitte op het terras en laat het uitzicht op me inwerken. Er hangt een vreemde sfeer, een gevoel van leegte, grote en kleinere schepen die roerloos aan de kant liggen in afwachting van actie, hier en daar een verdwaalde werknemer die geniet van z’n sigaret, hoge gebouwen met spiegelende ramen die niets verraden van wat zich erachter afspeelt.

Op de terugweg maak ik foto’s van alles wat er op het water deint en golft, een politieauto rijdt loom de hoek om, ook agenten hebben het warm. Dit is een voor mij nog relatief onbekend stuk Rotterdam, ik rijd langs de Euromast, ‘hoog, Sammy, kijk omhoog’, met aan de voet ervan groepjes toeristen. Ik kom langs een drijvend wokrestaurant, zie café De Ballentent voorbijflitsen en beland uiteindelijk weer op de mij zo vertrouwde Boompjes. Ondertussen droom ik van een verkoelende douche en van de zee waar ik morgen misschien m’n pootjes in ga baden, afgewisseld met gedachten aan H. Gisteren voelde ik weer die pijn opvlammen, verdriet om wat opeens weg is na vijfentwintig jaar en tranen om de manier waarop.



‘Ik voel me verraden’, besefte ik, terwijl m’n handen automatisch doorgingen met borden afspoelen, ‘door de laatste persoon waarvan ik het ooit had verwacht’. Het heeft m’n vertrouwen in liefde en oprechtheid een klap gegeven. Toch ben ik niet eens kwaad, maar misschien zit die primaire woede veel dieper weggestopt, bovendien ben ik heel loyaal en kost het me zelfs nu nog moeite om een woord als ‘verraden’ in combinatie met hem te gebruiken. Maar mijn waarheid moet er ook uit, mijn onderste steen boven, ik heb hem lang genoeg beschermd.
Van de voornamelijk vrouwen die ik de afgelopen paar jaar heb ontmoet heb ik bij bijna niemand echte herkenning of momenten van verbondenheid gevoeld, wel verbazing af en toe over hoe bang mensen kunnen zijn voor openheid en eerlijkheid, nu was ik vooral vriendschap met mannen gewend. Steeds meer vraag ik me af of ik die ooit nog tegenkom, mensen die me raken en geraakt worden door mij. Zonder liefde staat mijn wereld stil.
Marjelle

The Chain Ingrid Michaelson