Gisteren
De zomer is terug, Rotterdam veert op. Wat een verschil met het regengordijn dat wekenlang boven de stad hing en zelfs de groenste plekjes in een grauwsluier dompelde. Toch voel ik me niet in een juichstemming, de situatie met vriendin zit me dwars en het gesprek met M., bijzondere vrouw, heeft nog meer vragen opgeroepen. Omstandigheden kunnen veranderen, dat begrijp ik, maar daarmee hoeft de intentie, empathie en interesse niet minder te worden. Als dat wel gebeurt wordt het tijd om te praten. Iets waar ik niet naar uitkijk, mensen voelen zich algauw aangevallen terwijl ik alleen maar duidelijkheid wil in plaats van afwachten wat ik te vaak gedaan heb. Met vriendin nog in m’n hoofd besluit ik naar Trompenburg Tuinen te gaan, dankzij Rotterdampas kan ik deze keer gratis naar binnen.
Ik heb behoefte aan rust, aan natuur om me heen, puur & ongekunsteld, even ver weg van lawaaierige buren en oppervlakkige contacten. Het weer is prachtig, de botanische tuinen schitterend, maar het knagende gevoel blijft. Ik mis de laatste jaren herkenning, iemand met dezelfde humor, intelligent, niet doorsnee. Op de terugweg kom ik langs de flat van H., ex-liefste vriend, ertegenover zie ik een makelaar en in een opwelling loop ik naar binnen. ‘We verhuren voornamelijk aan expats’, zegt de man en kijkt naar m’n hoopvolle verhitte gezicht, ‘vanaf 1100 euro begint het zo’n beetje.’ Dat is vér boven m’n budget. Ik dwaal verder over de Oostmaaslaan langs luxeappartementen en koophuizen. De term haves and have-nots komt opeens in me op, die tweedeling is ook in Rotterdam steeds meer zichtbaar.
H. zei ooit tegen me toen we nog in Kralingen woonden op een achenebbisj etage met boven en onder slaande en stonede buren, ‘ik wil aan de goede kant terechtkomen later’. Hem is dat gelukt, en gegund denk ik erachteraan, ik zit nu al bijna vier jaar vast in Crooswijk in een van de meest gehorige flats die ik ooit heb gehad, je hoort hier letterlijk het water van de buren stromen. Het doet me denken aan een nummer van Tom Waits, Fumblin’ with the blues. Ik wandel verder in de brandende zon, zie de Willemsbrug in de verte, m’n voeten doen pijn van het urenlang lopen maar ik wil nog niet naar huis. Nooit meer terug naar stampende buren, stress en slaapproblemen, naar de eindeloze cirkel die me soms de adem beneemt. Opeens zie ik rechts een leuke flat, ‘daar zou ik wel willen wonen’, denk ik. Dan valt m’n oog op het bord ernaast: Wilt u hier huren? Já, zeg ik, maar niemand die het hoort.
Marjelle
Vandaag voel ik me beter na een wandeling met L. rond de Kralingse plas, Rotterdam is mooi, ik hou van de zomer. Bij thuiskomst vind ik een uitnodiging voor de bezichtiging van een fout huis (duurder, kleiner, mensen boven me) op een goede locatie (Blijdorp) op dezelfde tijd als morgen mijn gesprek is met de woningbouw en bovenburen. Donderdag ga ik een goed huis bekijken (gerenoveerd, maisonettemodel, geen bovenburen) op een foute locatie (Spangen). Geen idee of ik überhaupt voor een van beide in aanmerking kom.