Tagarchief: trompenburg

‘Wat niet kan, is nog niet gebeurd’

De zon kijkt me stralend aan. Al voel ik de warmte op mijn gezicht, met mijn gedachten ben ik ergens anders. Het naderende bezoek aan de specialist spookt door m’n hoofd. Zou de pijn die ik nu heb inderdaad niets betekenen, maar nog steeds een nawee zijn van de ingreep? Opeens schiet er een zinnetje door m’n hoofd: het komt allemaal goed. Mensen zeggen dat te pas en te onpas, vaak niet gehinderd door enige kennis van zaken. Ik denk ook aan m’n financiën. Sinds kort weet ik dat ik een ‘onzekere werknemer’ ben. Konden ze daar nu echt geen mooier woord voor bedenken? ‘Flexplusser’ heeft wel wat. Het geeft die structurele, knagende onzekerheid in ieder geval aardig weer.


Neppaard ‘Jules Deelder’ beschilderd door Carine Mauritz

De zon schijnt nog steeds uitbundig. Ik druk mijn gedachten weg. Piekeren helpt niet, dingen onder ogen zien wel. Ik denk aan wat er allemaal gelúkt is dit jaar. Het is me gelukt om de vicieuze cirkel van jarenlange geluidsoverlast in een huis dat van plakband aan elkaar hing, te doorbreken. Sinds een half jaar woon ik nu in een flat met normale verwarming en dito sanitair. Een verademing. Nadat ik tien jaar andere dingen heb gedaan onder andere boeken vertalen, Puzzelcorner.nl oprichten  heb ik een paar jaar geleden m’n vroegere correctie-/redactiewerk ook weer opgepakt. Ja, er zit een stijgende lijn in wat wonen en werken betreft. Die moet ik zien vast te houden.


Trompenburg Tuinen & Arboretum

Ik droom ervan om later als ik genoeg verdien, terug te verhuizen naar Rotterdam, stad van mijn hart. Dat je dan gewoon het nummer van een makelaar intoetst en een leuke flat kunt regelen in plaats van jarenlang op een socialewoningbouwlijst te staan met ‘zoveel wachtenden voor u’. Ik denk aan de prachtige Kralingse plas, het parkje Muizenpolder lieflijk verscholen in het groen naast grote zus Het Park. De waterbus waar je op hete dagen op het dek lekker kunt uitwaaien. De Willemskade met in de verte hotel New York, watertaxi’s die voorbijschuimen, ontspannen bij Loos met een krantje en tosti-met-kaas. De Euromast waar mensen met of zonder hoogtevrees koelbloedig vanaf buitelen.


Levend beeld Nieuwe Binnenweg… leeft!

Ik denk ook aan het centraal station, in de volksmond ‘Station Kapsalon’ genoemd, de bibliotheek met haar opvallende glimmendgele buizen. Met de Rotterdampas (geweldig initiatief) naar de Kunsthal gaan waar voor het terras konijnen spelen, of op een regenachtige middag gewapend met paraplu naar museum Boijmans van Beuningen. Al ben ik bepaald geen diehard museumfan, het net van Pippilotti Rist, de Spiegelkamer en de Merry-Go-Round Coat Rack hebben indruk gemaakt. Ja, ik moet die stijgende lijn vasthouden.
Wat niet kan, is nog niet gebeurd.
Marjelle

E-book Rotterdam

Verstoppertje?


Met vierkante ogen

Voor het eerst dit jaar ben ik in Trompenburg Arboretum, een prachtige botanische tuin in hartje Kralingen. Het zomert in Rotterdam, maar niet in mijn hoofd. Toen ik vandaag na een leuke dag gisteren opstond, had ik weer dat knagende gevoel in m’n maag. Ik mis niet alleen uitdagingen en een doel, nog meer mis ik een paar mensen, waaronder H.* De laatste tijd vraag ik me steeds meer af waar al die lieve, intelligente mannen zijn gebleven, die niet alleen een speelse kant hebben en enige zelfspot, maar ook op een eerlijke, directe manier kunnen communiceren. Ik mis een maatje dat mij met een half woord begrijpt, verbondenheid en tederheid.


In een poging die leegte te vullen, slenter ik door weelderige tuinen, loop over idyllische bruggetjes en hoor opgewonden gezoem en gekwetter om me heen. Ik laat de zomerwarmte binnen, adem heerlijke bloemengeuren in en probeer te genieten van de schoonheid die me omringt. Steeds vaker verlang ik vanaf éénhoog-Crooswijk naar de natuur, naar ongereptheid, naar hier en nu aards. Datzelfde spreekt me ook in mensen aan, iets onschuldigs en puurs. Ik denk aan het zonovergoten terrasje in de Oude Haven met I. gisteren en aan mijn wandeling erna door de stad op zoek naar een ander zomers luchtje. Eenmaal bij de kassa kon ik niet kiezen, de een verleidelijk zacht, de ander deed me aan zon en zee denken. Ten slotte heb ik mezelf getrakteerd op allebei, de mensen in de rij moesten glimlachen omdat ik zo stond te twijfelen.
Marjelle

Little garçon Born Ruffians
Met dank aan Oor 

 
*Ex-liefste vriend











‘Marjelle in hortus ambulat’

Zo vlakbij is dit historisch lapje Kralings groen en toch ben ik er nog nooit geweest in de negen maanden dat ik nu in Rotterdam woon. Mijn nieuwe-oude stad waar ik me steeds meer thuisvoel, maar tegelijk ook steeds meer echte verbondenheid mis. Toen ik over Trompenburg Tuinen & Arboretum las moest ik onmiddellijk aan dat ene Latijnse zinnetje denken, ‘Marcus et Aurelia in hortus ambulant‘, Een van de weinige dingen die ik van die paar jaar Latijn onthouden heb op de slang na, die heeft ook indruk gemaakt kennelijk. Aangezien mijn kennis ervan inmiddels miniem is ben ik even gaan spieken bij de werkwoordsvormen, nietsvermoedend klikte ik op ambulant


Het is een benauwde 25 graden als ik op de fiets stap, boze wolken verzamelen zich al aan de hemel, klaar om los te barsten. ‘Wacht nog even’, zeg ik tegen de dondergoden, ‘ik wil graag droog blijven en m’n camera ook’. Onder aan de Honingerdijk zie ik Trompenburg liggen, ik ben nog nooit zo dicht bij Hans z’n huis geweest en tegelijk zo ver weg.
De ingang zit naast In Den Rustwat, een restaurant waar ik ooit met Martin, m’n eerste liefde, ben gaan eten, Veel te duur en te chic voor ons, maar voor een keer is het leuk, zeker als je verliefd bent. Nadat ik een half uur door het groen heb geslenterd, besluit ik de pijlen naar de Uithoek te volgen, het wordt steeds warmer en ik heb zin om wat te drinken in het Theehuis.





het gekeuvel van een paar dames achter me, het ruisen van de bomen, de geluiden kabbelen om me heen op het terras waar ik aan een boomstamtafel zit te schrijven. dit is het op een na rustigste plekje in rotterdam, misschien maak ik nog wel eens een paar rotterdam-topvijfjes of een ‘eten & drinken in rotterdam’-groep aan. het gevoel dat het leven hier stilstaat is aangenaam voor even. de mensen praten ook zachter, ze lijken op kousenvoeten te lopen, zo stil. de bediening in deze uithoek is vriendelijk-beheerst en doet me aan die van de wereldwinkel denken, maar dan professioneler. gelukkig kan ik ook heel goed stil zijn, al zou je dat niet zeggen als je me hoort praten.






ik kijk rond en ga op in het groen om me heen, hoewel dat letterlijk niet lukt met m’n felrode shirt dat afsteekt tegen de bob ross-tinten. die man is toch op een bepaalde manier blijven hangen met z’n rustige, baardige stem die mij lang geleden ’s nachts soms bijna in slaap wiegde. hij zou naadloos passen in deze omgeving.
De dreigende luchten klaren op, zouden de dondergoden mij dan toch gunstig gezind zijn?
Heerlijk ook dat deze tuinen hondvrij zijn, hoeveel ik ook van dieren hou, het loopt heel wat relaxter als je weet dat er niets vanachter een boom of struik tevoorschijn kan schieten. Ik probeer zo min mogelijk op alles wat rond m’n hoofd fladdert te letten en heb me vooral gericht op kijken en foto’s maken. Zachtjes zet ik m’n kopje op de stam, het werkt aanstekelijk. Ik blik even op m’n plattegrondje en hoop dat ik de weg vind naar het oude deel.






‘dit zou ook een taart kunnen zijn voor wilma’, hoor ik de vrouw achter me met een enigszins raspende stem zeggen, de man naast haar bromt iets. ze herhaalt de zin en hij mompelt weer wat. de energie en chemie spátten er bepaald van af, hoewel je nooit kunt oordelen op basis van een paar minuten uit een mensenleven.
‘Passie wil ik’, mijmer ik, ‘veel herkenning en samen lachen, dat je voelt dat je leeft en er echt toe doet. Liever alleen dan in een voorspelbaar patroon gevangen zitten en elkaar niets meer te vertellen hebben’. Echte vriendschap vinden is nu het belangrijkste, daar hadden Leila en ik het gisteren nog over aan de plas, maar ik dwaal af. Ik ga zo m’n rugzak weer pakken en dan verder dolen in deze hortus waar geen tijd bestaat. Eerst maar eens op zoek naar de historische Overtuin.






om daar te komen moet je langs een privédomein, vervolgens op een knop op het hek erachter drukken en de straat oversteken. tot zover geen probleem, maar wat dan? op het ene pand staat een bordje met ‘hier is bewaking’ en het andere ziet er ook niet uit alsof het nog bij het arboretum hoort. het zou echt iets voor mij zijn om nu pontificaal het verkeerde huis binnen te stappen, waar dan natuurlijk wel meteen een grote hond naar buiten stuift. ik besluit terug te gaan en een ander lapje groen te zoeken. onderweg zie ik overal gelijksoortige ranke, witte bruggetjes en ook de flora en fauna lijken hier op elkaar, op een gegeven moment heb ik geen flauw idee meer waar ik ben, de volgende keer misschien toch een kaartlezer meenemen. een vriendelijke man wijst me de weg ‘met je gezicht naar de zon en die volgen’, zegt hij. eenmaal terug bij de ingang besluit ik de rest van de tuin te laten voor wat-ie is en door te fietsen naar het kralingse bos, maar in de waterloostraat wordt m’n blik getrokken door de magneet. ik stap af en bestel thee, cola light, water en een stokbroodje met. het is heet in rotterdam.
marjelle


Muziek: Bein’ Green Kermit