Tagarchief: asielzoekerscentrum

Open azc

Vandaag is de eerste landelijke open dag van azc’s, een initiatief van COA en VluchtelingenWerk. Het plan is om naar het dichtstbijzijnde centrum in Oisterwijk te gaan, maar daar blijkt geen bus te komen en je kunt ook geen fiets huren op het station. Na wat heen en weer gegoogle wordt duidelijk dat het 15 km fietsen is van deur tot deur. Ruim 30 km op en neer, een afstand die ik zelden fietsend overbrug. Uiteindelijk besluit ik het er toch maar op te wagen. In het ergste geval zet ik mezelf en fiets in Oisterwijk op de trein terug, al zou ik die € 8,60 extra graag willen besparen. Na een fietstocht van vijf kwartier en de aanwijzingen van drie behulpzame Oisterwijkers en één Japanse zie ik ten slotte een bordje met azc verschijnen waaronder een eenzame ballon bungelt. Een deprimerend gezicht.

Bij de ingang moet je je eerst melden en legitimeren. Een vrouw in uniform met stropdas schrijft de bezoekers in, erg veel zin heeft ze er niet in zo te zien. Er hangt een enigszins beklemmende sfeer van regels en in de pas lopen. Niet echt iets voor mij. Ik wil altijd weten waarom dingen gebeuren, waarom dingen niet mogen. De bedoeling is vervolgens dat je met een groep rondloopt onder leiding van een gids. De twee mensen voor me die de verkeerde kant uit lopen worden teruggefloten, ‘waar denken die dat ze naartoe gaan’. ‘Kunnen we hier niet gewoon zelf eerst rondkijken en -lopen?’ vraag ik verwonderd. Als ik ergens niet van hou is het wel in groepsverband dociel achter iemand aan hobbelen. Mijn rebelse kant komt altijd wat meer naar boven in dit soort omgevingen. Toch plak ik braaf de Bezoeker-sticker op m’n bloes.

Oisterwijkse bossen en vennen

Ik sluit me aan bij een trosje mensen vlakbij en vraag vriendelijk, ‘wachten jullie op iemand?’ In spreekkoor klinkt het: ‘op de gids.’ Een aardige man ziet de uitdrukking op mijn gezicht en zegt dat ik ook naar punt F kan gaan. Ik loop verder en voel de verbaasde blikken in m’n rug prikken. Onderweg kijk ik om me heen, het is groot hier, uitgestrekt; het lijkt wel een dorp, diep verscholen in de Oisterwijkse bossen, ver weg van winkels en station, zonder OV-verbinding. Ik maak een paar foto’s van de huizen, loop de recreatieruimte en keuken binnen en begroet passerende kinderen en volwassenen. De zon schijnt, kinderen spelen op het veldje voor me, flarden muziek komen uit een van de openstaande ramen. Bij een kraampje les ik m’n dorst met een bekertje jus d’orange wat ik van een behulpzame jongen krijg. Vreemd, denk ik, terwijl ik daar rondloop: aan de ene kant de nadruk op snelle integratie en zo gauw mogelijk de taal leren en vervolgens asielzoekers zo ver weg stoppen waardoor die eerste twee dingen juist veel lastiger worden in de praktijk…
Marjelle

Landelijke open dag azc’s

Het programma was verdeeld over twee locaties, helaas heb ik de andere locatie, het natuurtheater, waar het actieve programma plaatsvond niet meer kunnen bezoeken.

Een zee van witte paraplu’s…

Gisteren werd ik na een paar uur om 06:17 uur wakker en kon niet meer in slaap komen. Eenmaal uit bed merkte ik pas goed hoe moe ik was en dat uitgerekend op de dag dat ik naar Utrecht zou gaan. Al ben ik niet zo’n ‘demonstratief’ type en hou ik helemaal niet van groepen, toch had ik deze keer besloten om me daarover heen te zetten en op Wereldvluchtelingendag mee te lopen met de Umbrella March van VluchtelingenWerk. Onderweg in de trein besloot ik de paraplu te laten zitten, aangezien ik met tas om m’n nek en plu in m’n hand geen fotoserie kan maken. Later bleek ik een van de weinige mensen zonder te zijn.

De zon brak door toen ik op Centraal uitstapte en verder liep naar Park Nieuweroord, het vertrekpunt. Er stonden al een hoop mensen te wachten en ik zag onder andere de bekende gezichten van Dieuwertje Blok en Aleid Wolfsen. De sfeer was gemoedelijk, het viel me op hoe vriendelijk de mensen waren. Nadat Dieuwertje het startsein had gegeven, ging de witte stoet op weg onder begeleiding van een drumband en een aantal politieagenten. Ik sloot me erbij aan en belandde uiteindelijk achter de eerste rij deelnemers met ondermeer Dorine Manson, directeur VluchtelingenWerk. Af en toe sprintte ik even voor de meute uit om foto’s te maken.

Na een wandeling van een uur kwamen we ten slotte bij het asielzoekerscentrum aan. De drumband gaf een toegift, daarna volgden een aantal sprekers, waaronder Paul Mbikayi en Aleid Wolfsen, de laatste benadrukte dat ‘asielrecht een mensenrecht is en dat het jammer is dat daar in Nederland soms vraagtekens bij worden gezet’. Met de komst van Gerd Leers was ik een stuk minder blij, ik herinner me nog de harde woorden die hij bij P&W sprak over asielbeleid en zijn beklemtoning van het verschil in verantwoordelijkheid als burgemeester en als minister. Bij zijn ‘mensen die echt in nood zitten, zijn welkom in Nederland’, voelde ik m’n wenkbrauwen dan ook steil omhooggaan.

Cruciaal daarbij is natuurlijk welke interpretatie wordt gegeven aan het woordje ‘écht’. Het geheel werd op een ontwapenend-enthousiaste manier aan elkaar gepraat door Dieuwertje. Tussendoor trad ook nog Nihad Hrustanbegovic op, een klassieke accordeonist uit Bosnië. Moe van het slenteren, hangen en stilstaan en blij dat ik toch gegaan was besloot ik geen gebruik te maken van de bussen die klaarstonden om iedereen weer bij het station af te leveren, maar de drie kilometer terug te lopen. Nadat ik op Centraal gauw een meeneembroodje & thee had gekocht, haalde ik nog net één minuut voor vertrek de trein naar Rotterdam.
Marjelle

Zwaarste last vluchtelingen voor arme landen

Aicha Cheb Khaled