Tagarchief: centrale bibliotheek

Hélemaal gewéldig!


Op een terrasje

A: ‘Dit doe je echt vanuit je passie en dan lijkt het geen werk. Dat maakt het anders. Als het gewoon om werk gaat dan wil je er genoeg voor verdienen.’
B: ‘O ja, ja.’
A: ‘Dat je echt moet uitkijken of je iets doet omdat je het zelf wilt of omdat je er wat mee verdient. Dat je het voor eigen zingeving fijn vindt.’
[Ze herhaalt zichzelf nog een aantal keer]
B: ‘Ja, ja.’
[Paar zinnen vallen weg door overvliegende helikopter]
A: ‘En inderdaad dat je denkt een vrijdag is toch een dag voor nieuwe uitdagingen. Nou ja, ik zeg maar wat.’
[A en B lachen]
A: ‘Dat terras bij Weimar is ook zó leuk! Maar ja we hebben vorige keer al bij Weimar gegeten…’
[B probeert ertussen te komen]
A ratelt door: ‘O ja, die Splashtours, eíndelijk gedaan! Hartstikke leuk, joh, helemaal gezellig! Ik vond het helemaal prima, als het niet plenst van de regen vind ik alles best.’
B: ‘Wat leuk–‘
A: ‘Wij gaan samen toch ook nog een weekendje weg, hé, zin in!’
B: ‘Zullen we dat het weekend van de 27ste doen of moet je dan vakantie opnemen?’
A: ‘Nee joh, geen vakantiedagen, vind ik zónde, maar gewoon snípperrr!’
Marjelle

Foto gemaakt in de Laurenskerk

‘Work, work!’

De grote schaakstukken in de hal van de Centrale Bibliotheek met een aantal mannen zwijgend eromheen vormen een mooi schouwspel. Ik wil de serene rust niet verstoren, hou m’n camera in het gareel en loop door naar de informatiebalie. Het is 14:02 uur, de workshop is net begonnen maar moet nog betaald worden. Toen ik daarnet volkomen verkeerd gereden was, besloot ik een stuk af te snijden en baggerde eigenwijs voorbij het bord ‘Verboden voor onbevoegden‘. Helaas bood de andere kant van het hek geen enkele ontsnappingsmogelijkheid en inmiddels verhit fietste ik door de plassen het hele eind weer terug.




gehaast reken ik af en ren de roltrap op. echt iets voor mij om te laat binnen te vallen met alle ogen op mij gericht. terwijl ik breedglimlachend m’n excuses rondstrooi, kijken mensen me verstoord aan, op één man na die gauw een stoel vrijmaakt en me een blanco naambordje geeft waarop ik in sierlijke letters marjelle stift. k., het workshophoofd, is een van de schrijfdocenten aan de skvr. ik probeer me te concentreren op zijn verhaal over dialogen en zet ondertussen nog even snel m’n mobieltje uit. z’n stem en manier van vertellen boeien me niet zo, ik kijk om me heen naar de anderen die hem met interesse lijken te volgen en lachen om z’n grapjes.

‘Blijft dit steken bij een hoorcollege of gaan we nog wat doen’, vraag ik me een half uur later af terwijl ik ook het tweede blaadje voldroedel. Ik wil liever dingen dóen in plaats van passief luisteren, dat had ik op school al en later tijdens colleges werd dat nog sterker. Het is dan ook geen wonder dat ik ze in die tijd zo min mogelijk volgde en het vooral moest hebben van zelfstudie. ‘Hé, vrij associëren, leuk’, zes minuten lang schrijf ik elke gedachte, elke impuls op die door m’n hoofd schiet. Ondertussen hoor ik m’n maag en die van de buurvrouw knorren, ik ben niet gewend om zo lang niets te eten en neem nog maar een slok water.

aan het eind moeten we een korte dialoog schrijven, ook leuk om te doen, alleen best lastig in een tijdsbestek van tien minuten. aan voorlezen waag ik me nog even niet, wel knap van sommige anderen die dat zonder slag of stoot durven. na de workshop besluit ik bij hoge uitzondering iets bij de hema te gaan eten aangezien ik inmiddels rammel van de honger. als ik even later de kale buffetruimte en de vermoeide gezichten onder de felle lampen zie, overvalt me een gevoel van beklemming. ik wil hier helemaal niet zijn en loop de winkel weer uit. ‘wat was het dan laatst lekker op het scheveningse strand’, bedenk ik als ik op straat sta, ‘daar zou ik nu wel willen zitten met de zee aan m’n voeten’.
marjelle

Corner of your heart Ingrid Michaelson

Friet van Ladage!

Vorige zaterdag
Leila belt of ik vanavond wil dansen op station Haarlem. Ik was net aan het bedenken naar welke nieuwe groene oase ik vandaag zou fietsen. Zin in dansen heb ik altijd – ik besef dat de laatste keer erg lang geleden is, toen woonde ik zelfs nog in Weesp – maar het gedoe eromheen met fiets en trein zie ik minder zitten. Bovendien is m’n fietslamp kapot en een armreflector kon ik daarstraks niet krijgen.


Op de terugweg zag ik een agent bij een stoplicht staan en besloot hem naar verlichting en regels te vragen. Voordat ik er erg in had, hoorde ik mezelf zeggen ‘m’n lamp is kapot en-’, hij keek enigszins bedenkelijk naar mij en m’n fiets waar het losse draadje aan bungelde. Ik praatte er snel overheen en vroeg hem hoe dat zat met boetes als ik alleen zo’n lichtgevend klikgeval op m’n mouw had. Een ledlampje op m’n koplamp was dé oplossing volgens hem en ik knikte instemmend.


Voor het eerst in tijden bijt ik ’s middags weer in echt knapperigvers stokbrood dat met een stralende glimlach geserveerd wordt. De berg sla schuif ik gauw opzij. Ik hou er niet van als broodje en kaas zo’n weeïg geheel worden. Ik zit hoog op het terras van de Centrale Bibliotheek met onder andere uitzicht op de frietkraam van Ladage. Lekker vond ik toen die goudgele frieten in puntzak die ik samen met Hans opat.


Markttaferelen spelen zich af onder mij in het bruisende hart van de stad, een witte bloes in een kledingkraam wappert in de zon en lijkt heel erg op de mijne die Robijntjezacht in de kast ligt. ‘Ja, maar jij hebt ontzettend weinig met Nederlands in je hoofd’, vang ik een flard op van het gesprek tussen het knorrige stel naast me. Beneden zie ik een vrouw worstelen met een te grote plant die maar niet in haar fietstas wil. Opeens komt de nachtmerrie van eergisteren weer terug, ik droomde dat jongens voor m’n ogen een gans doodsloegen, het bloed spatte in het rond terwijl ik steeds wanhopiger gilde en niemand om me heen iets deed.

Dansen op het station kan helaas niet meer, want dat zit in de zomer nu in Zandvoort en vanaf oktober op een andere locatie, google ik even snel als ik weer thuis ben.

Dat is nog een stuk verder met de trein zelfs, al heeft die stad wel de zee aan haar voeten. Misschien ga ik binnenkort toch een keer naar het strand, eerst pootjebaden en aan zandkastelen denken, daarna dansen tot de zon ondergaat. Wie weet.

Deze zaterdag
Elly belt of ik zo meteen ook naar een terrasje wil in het centrum. Ik dacht net aan haar en waar ik vandaag naartoe zou gaan. Zin in terrasjes heb ik altijd, vooral als het zo’n schitterend weer is. Ik douche in een recordtempo en trek een sprintje op de fiets. Van Bavaria City Racing is nog niets te merken, alleen de dranghekken en gesloten hamburgerkraampjes langs de kant zijn de nu nog stille getuigen van het racespektakel van morgen.

Marjelle


Morning Lullabies Ingrid Michaelson