Vorige week
Langzaam kom ik weer tot leven naast de open haard. Eerst beginnen m’n verkleumde vingers te tintelen, vervolgens ontdooit ook het tipje van m’n neus. Ik kan m’n ogen nauwelijks openhouden, niet zo verwonderlijk na vier uur slaap. Wat zou ik graag met een deken om me heen bij de vlammen in slaap vallen en uitgerust ontwaken. Laat dat wakker kussen door een prins maar zitten – ik geloof niet in sprookjes – al zou het wel heel wat prettiger zijn dan ruw uit je slaap gerukt te worden door een woedeaanval van de buurjongen zoals vanochtend weer het geval was. M’n tafeltje kijkt uit op golven en strand waarop hier en daar een paar winterharde wandelaars tegen de wind opboksen. Voor me ligt een ovenvers pistoletje met kaas en krulsla, het ziet er veelbelovend uit. Columbus is de ideale plek om bij te komen na een pijnlijke behandeling, warm, knus, aardige bediening.
‘Ik ben niet blij’, zei m’n therapeut vanmiddag toen hij de triggerpoints in m’n door rsi geplaagde schouder probeerde te deactiveren. ‘Same here’, reageerde ik. ‘Je bent goed bezig met sporten, maar die spier is overbelast door de muis en hoe zorgen we ervoor dat je ontspannen achter de computer zit?’ Ik wees naar de witte skippybal, ‘waarvoor is die?’ ‘Dat zou iets voor jou kunnen zijn in plaats van een bureaustoel’, antwoordde hij terwijl ik hevig balancerend in skippyzit probeerde te komen. ‘Zo kun je toch niet achter je pc werken’, riep ik. Hij grinnikte, ‘het is wel even oefenen inderdaad, misschien is een ponyseat geschikter voor jou.’ Met de belofte daarop te googlen nam ik afscheid. Inmiddels ben ik soms zo moe van de gebroken nachten, geluidsoverlast en protesten van mijn lijf dat ik alleen nog maar wil winterslapen, veilig opgerold op een vredig plekje zonder buren*, geschreeuw, gestamp en slaande deuren.
Marjelle
Wintersong Ingrid Michaelson & Sara Bareilles
*Sinds een week lijkt het wat rustiger nadat de woningbouw contact heeft opgenomen met een aantal mensen (wordt vervolgd)