Tagarchief: den haag

Verlangen

Klik op de foto voor een grotere Japanse tuin

Nog 49 dagen tot de lente. Het leek zo dichtbij, ik had in gedachten muts, handschoenen en onvermijdelijke jas alweer bijna aan de kapstok gehangen. Mijn enthousiasme kwam iets te vroeg. Deze week wordt het echt winterkoud*, voorspellingen van -5 graden ’s nachts en mogelijk later in de week ook sneeuw. Even doe ik  m’n ogen dicht en zie wat lenteflarden van vorig jaar voor me. Heerlijk in een T-shirtje op een terras met vriendin, wandelen over het Scheveningse strand en pootjebaden in de golven. Allang geen stamppotweer meer, maar tijd voor frisse salades met knapperig stokbrood en witte wijn met ijs. Verlangen naar het voorjaar, dartelende lammetjes en vlinders, warme lentezon. Alles groeit en bloeit weer, de natuur veert op. Hopelijk geldt dat ook voor mij en kan ik dit jaar wel met volle teugen ervan genieten vanuit een ander huis zonder burenoverlast.
Marjelle

* Marathon op natuurijs dinsdag of woensdag Volkskrant 12-01-2013

Foto gemaakt op landgoed Clingendael (juni 2012)

‘It’s not easy being green’


Kermit

Voor het zingen de kerk uit!

Kleumend sta ik te wachten op lijn 7, m’n Gazellemaatje is onlangs gestolen in hartje Rotterdam en ik moet weer wennen aan het openbaar vervoer. Expres heb ik een trein eerder gepland, om 19.25 uur gaat de deur onverbiddelijk dicht las ik op de site en ik wil beslist niet te laat komen. Op het station blijkt er uitgerekend tussen Rotterdam en Den Haag een wisselstoring te zijn, op het bord voor me komen er telkens extra vertragingsminuten bij. Wanneer uiteindelijk de trein op z’n gemak het station binnenrolt vraag ik me af of het me nog wel zal lukken om op tijd te zijn voor het Lied van de Ziel. De 17,50 € is al overgemaakt, m’n diner bestaande uit een boterham met ei zit in m’n tas, ook nachtegaalwater heb ik bij me, kortom met alles is rekening gehouden behalve met de wisselvalligheden van het treinverkeer. Tergend traag glijdt de Sprinter die ze beter de Slak hadden kunnen noemen langs stationnetjes als Delft-Zuid en staat af en toe zelfs domweg stil.


Tegenover mij zitten twee vrouwen
druk te babbelen over New York. ‘Heerlijk al die Gucci daar’, zegt de blonde. ‘Met wie ga je?’, vraagt de donkere. ‘Met Ná-thalie’, antwoordt nummer  één. ‘O, díe!’, zegt de ander met nauwelijks verholen afkeer. ‘Ja, we zijn heel anders’, ginnegapt de eerste, ‘zij houdt van geschiedenis, musea en ander intellectueel geblaat.’ Ze trekt een vies gezicht. ‘Nou, dat zal wat worden!’, zegt dame twee vol leedvermaak. Ik probeer niet te staren en besef weer terdege waarom ik meestal beter met mannen kan opschieten. Om 19.05 uur kom ik ten slotte aan op Den Haag HS, ik bel naar het nummer wat op de site staat om te vragen of het nog zin heeft om nu lijn 1 te nemen naar de Vredeskapel maar ze nemen niet op. Even later krijg ik een gratis beker thee en een ‘sorry voor het ongemak’ van een besnorde conducteur. Daar sta ik dan, koud, moe, geen noot gezongen en anderhalf uur gereisd. Ik verman me en kijk op de dienstregeling wanneer de volgende trein weer teruggaat naar Rotterdam.
Marjelle

Zing jezelf

We’ve got a thing going on CT Heida & Jan Kortie-koor

Foto Witold Riedel

Hittegolven

Op de heetste dag van het jaar besluit ik uit te gaan waaien op het strand, klinkt logisch maar of het dat ook echt is… De hitte valt op me als ik de deur uit loop, in zomertempo fiets ik naar Rotterdam Centraal waar mijn trein vertraging blijkt te hebben. Als ik uiteindelijk op Den Haag CS arriveer ga ik op zoek naar een OV-fiets. Zelden zo’n onbeschofte man meegemaakt als deze meneer, onder luid gemor draait hij op m’n vriendelijk verzoek – ik ben niet handig en ook niet zo groot – het zadel lager. Slingerend vervolg ik mijn weg, het zadel staat scheef, bij het eerste stoplicht wrik ik ‘m recht en veeg het zweet van m’n voorhoofd. 32 graden en ik heb nog een km of 15 voor de boeg voordat ik weer thuis ben.


‘Parkpop is vandaag’
, zegt het aardige blonde meisje bij de bushalte en legt me uit dat ik beter een andere route kan nemen. Op haar aanwijzing rij ik alsmaar rechtdoor tot ik geen flauw idee meer heb waar ik ben. Opeens zie ik een popperig restaurantje opduiken, Chalet ten Bosch, Hans en Grietje zouden er hun vingers bij aflikken. Ik ben blij dat ik even in de schaduw kan uitrusten en bestel een tonic en een potje thee. De twee mannen naast me zijn verdiept in hun gesprek, af en toe vang ik een flard op, ‘geloof jij in een ziel?’ Als ik wil afrekenen blijkt de pinautomaat stuk. ‘Ik heb geen cash bij me, hopelijk geloof je me op m’n eerlijke ogen, ik maak het geld vanavond over’,  ze ziet dat ik het meen.


Met hernieuwde energie stap ik op de fiets en rij over mooie lommerrijke bospaden, het ruikt er ook heerlijk. Onderweg word ik ingehaald door een leuke man met een paardenstaart, ja ze bestaan nog. ‘This is the place to be’, mijmer ik, schaduw en zon wisselen elkaar af in een prachtig groene omgeving. Het kompas in m’n hoofd wordt wel een beetje tureluurs van al die kronkelweggetjes, gelukkig wordt ‘Scheveningen’ aangegeven met pijlen, daar vertrouw ik meer op dan op mijn richtingsgevoel. Het regent vliegjes en wespen, ik kom bijna in botsing met een vlinder en dan… zie ik in de verte de duinen, m’n vissenhart springt op nu ik zo dicht bij de zee ben.


Als ik even later m’n fiets
op slot heb gezet tegenover het casino herhaal ik als een soort van mantra, ‘Simonis, casino, pier’. Het zou echt iets voor mij zijn om niet meer te weten waar m’n fiets staat. In de brandende zon ploeg ik door het zand om pootje te baden in de verkoelende golven. Het mooiste moment van de dag: met m’n blote voeten in het zilte water, zon in m’n rug, wind door m’n haar… Was het al die moeite waard, flitst door me heen. Dat soort dingen moet je je eigenlijk niet afvragen, anders kom je nooit meer ergens aan toe. Ik drink nog een tonic met ijs en citroen voordat ik de hete terugtocht naar Rotterdam aanvaard. Eenmaal thuis kijkt een zongestoofde tomaat me in de spiegel aan.
Marjelle

We still got the taste dancin’ on our tongues Wild Beasts

Dodensprong?

We shall burn bright Husky Rescue

De vuurkorven vlammen

In de trein is het behaaglijk, op het bord voor me staat in grote letters wat de temperatuur binnen en buiten is en met welke snelheid hij door het landschap raast. 138 km per uur, over 31 minuten ben ik in Den Haag. Om 14:00 uur hebben H. en ik op Centraal afgesproken, waarna we met lijn 9 naar Scheveningen gaan om vervolgens bij het vertrouwde Kurhaus uit te stappen. Het doet me even denken aan m’n uitstapjes met I., de afgelopen jaren ben ik vaker met haar naar het strand geweest totdat een boze mail een einde maakte aan onze vriendschap. Na lezing ervan was elk spoortje gevoel wat ik ooit voor haar heb gehad verdwenen als sneeuw voor de zon.


Beachcam

Vanmiddag ga ik voor het eerst met H.
naar datzelfde restaurantje waar ik toen regelmatig kwam, Columbus, waar de vuurkorven vlammen, de sfeer goed is en de mensen erg vriendelijk zijn. We naderen station Den Haag, snel haal ik m’n chipkaart uit m’n tas, niet vergeten om uit te checken straks. Dat was nog het meest wennen in het begin, verder bevalt de kaart prima. Inmiddels kun je zelfs ‘gratis’ reizen als je een speciaal programmaatje downloadt, illegaal dat wel. H. staat al op me te wachten als ik even over tweeën bij de uitgang arriveer.

We kennen elkaar nu een aantal maanden en elke keer moet ik weer wennen als ik haar zie. Ze is niet erg benaderbaar, we zoenen zelfs niet eens. Daarnaast mis ik een zelfde gevoel voor humor en ook qua energie zitten we niet op dezelfde frequentie, meestal zijn dat dé factoren die een goede vriendschap in de weg staan. Ik schud dit soort gedachten van me af en richt m’n aandacht weer op haar. Laat ik proberen er een leuke middag van te maken, ondanks en dankzij, echte vrienden zijn zeldzaam, ik denk aan de hartsvrienden die ik heb gehad. Gisteren heb ik voor het eerst in tijden de naam van m’n ex-liefste maatje gegoogled, ik miste hem opeens zo.
Marjelle

Johnny Cash

Beeld van een blogger (9) – Met Henk op het Binnenhofplein

Na 22 ‘Bloggers in beeld’ was ik toe aan iets anders, toen werd het idee voor een nieuwe serie geboren die ‘Beeld van een blogger’ als titel meekreeg. Virtuele associaties hebben plaatsgemaakt voor een kijkje in het echte leven. Op zoek naar de mens achter de avatar ontmoet ik een blogger (M/V) in zijn stad. Het is daarbij niet de bedoeling om een diepte-interview te maken, wel om op speelse wijze foto’s van de stad, mijn impressie en de inbreng van de blogger zelf te combineren. Zijn wensen staan daarbij centraal, in het ene geval betekent dit dat hij je misschien wel paginagroot aanstaart of z’n diepste (bed)geheimen onthult, in het andere geval wordt er slechts een tipje van de blogsluier opgelicht…


Eerder verschenen in deze serie:

Beeld van een blogger (1) – Kuzz voor Guzz

Beeld van een blogger (2) – Gewoon gelul, Trektocht!
Beeld van een blogger (3) – Back to where I once belonged met Annelies!
Beeld van een blogger (4) – Op z’n Rotterdams met Marius!
Beeld van een blogger (5) – So what, man!
Beeld van een blogger (6) – He blew me away!
Beeld van een blogger (7) – Kiezels in m’n schoenen

Beeld van een blogger (8) – Tweestemmig met Geroma!


(9)
Als het de dag voor mijn afspraak met Henk
opeens in m’n schouder schiet, sta ik op het punt om af te bellen. Na een aantal uren slaap en een pijnstiller besluit ik toch de gok te wagen en naar Den Haag af te reizen. Vergeleken met de 2½ uur reistijd vorige keer naar Maastricht zijn 24 treinminuten een peulenschil. Op het perron kijkt een vriendelijke man met grijs haar en dito baardje me vragend aan, ik herken hem van de foto en glimlach bevestigend. In het druilerige weer lopen we even later langs bouwputten en zandhopen door naar Het Plein waar ik nog even gauw een paar foto’s maak voordat we De Haagsche Kluis binnenstappen. Het is er lekker warm en rustig, we hebben de zaak bijna voor ons alleen. Onderweg heeft hij me al iets verteld over z’n twee dochters van 38 en 35 die heel belangrijk voor hem zijn, hij praat vol liefde over ze.

Bij een espresso en een kop thee passeren de kleinkinderen de revue, hij laat me trots een aantal foto’s zien en vertelt over die zware periode in 2007 toen zijn eerste kleinkind te vroeg geboren werd, diezelfde nacht nog een hartstilstand kreeg en in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Hij praat zacht en snel, ik heb moeite hem bij te houden op papier, maar wil niet steeds het gesprek onderbreken met vragen. Het verhaal springt van werk – een jaar nadat hij zijn diploma Brandwacht tweede klas behaalde begon hij als machine-operator bij de ANWB – naar de liefde. Als op z’n negentiende een eind komt aan zijn relatie en hij verteerd wordt door liefdesverdriet besluit hij naar Canada te emigreren. Zijn toenmalige chef die hij als een soort van tweede vader beschouwde, zei bij z’n vertrek ‘ik verwacht je binnenkort weer terug, neem dan wel een fles Canadian Club voor me mee’. Die woorden werden al snel bewaarheid, eenmaal in Calgary greep hij er net naast qua werk, ‘het was een kwestie van verpauperen of teruggaan’.

 

Een maand later zette hij weer voet
op Nederlandse bodem. Gelukkig kon hij bij z’n oude werkgever terecht, van machine- en vervolgens computer-operator ging hij zich allengs meer op de gebruikerskant richten, hij redigeerde reisgidsen en gaf later ook lessen tekstverwerking. Na een reorganisatie volgden er een aantal grafische cursussen, hij noemt zichzelf ‘een techneut die altijd wil weten hoe dingen werken’. Ook na de tweede reorganisatie bleef hij werken bij de ANWB, in de avonduren studeerde hij rechten en kwam vervolgens op de beleidsafdeling terecht. De laatste jaren hield hij zich vooral bezig met verkeersonderzoek. Hij was inmiddels stafmedewerker en leerde met name in die periode snel kamerstukken door te lezen en teksten te screenen op hun essentie. Standaard ondertekende hij zijn artikelen met ‘MVA‘, niemand vroeg hem ooit wat dat betekende, pas op de laatste werkdag werd duidelijk waar het voor stond. Toen hij op z’n 61ste met de vut ging, werd hij redacteur bij de Nieuwe Loosduinse krant, met die werkzaamheden is hij vorig jaar april gestopt.



In 1965 ontmoette hij zijn eerste vrouw, M., tijdens dansles. ‘Kun je goed dansen?’ vraag ik. Hij glimlacht, ‘ach, af en toe struikel je de goede kant op’. Toen ze vijftien jaar getrouwd waren brak er een moeilijke periode aan die jarenlang zou duren, na een initiële ontkenningsfase bleek zijn vrouw uiteindelijk toch meer van vrouwen te houden. Ruim dertig jaar nadat ze elkaar het jawoord hadden gegeven, koos zij definitief voor een vrouw en een jaar later werd de scheiding uitgesproken. Hij heeft er het volgende adagium aan overgehouden, ‘mensen kunnen niet kiezen voor hun geaardheid, wel hoe ze ermee omgaan en hoe ze met anderen omgaan’. Naast verdriet over het mislukken van zijn huwelijk is er ook een nieuw verworven gevoel van vrijheid, hij gaat voor het eerst weer daten en merkt dat hij best nog wel in trek is bij de vrouwen.

een paar jaar later komt hij c. tegen. de vrouw  van z’n beste vriend had een soort van blind date geregeld, eigenlijk niets voor hem, maar hij besluit er toch in mee te gaan. als die bewuste avond de deur opengaat en hij in haar helderblauwe ogen kijkt, weet hij één ding zeker, ‘die wil ik hebben!’ inmiddels zijn ze al tien jaar gelukkig met elkaar. ook barney, een van de huwelijkscadeaus, hoort er helemaal bij. ‘ik ben de gelukkigste man van de wereld’, zegt hij, en ik geloof hem. van de liefde gaat het gesprek over op prozaïscher onderwerpen als films, boeken en tv-programma’s. enthousiast begint hij te vertellen over de tv-serie colditz, naar aanleiding daarvan heeft hij zo’n beetje alles gelezen over de tweede wereldoorlog waaronder de complete memoires van winston churchill. andere favoriete boeken zijn ‘in europa’ van geert mak en ‘millennium trilogie’ van stieg larsson.

het meest geraakt werd hij door ‘tranen van de krokodil’ van piet vroon. ‘het was het eerste boek dat ik niet in een keer uitgelezen heb’, zegt hij. net als ik houdt hij van de engelse detectiveserie ‘inspector morse’, verder kijkt hij graag naar ‘dalziel and pascoe’. een paar van zijn lievelingsfilms zijn ‘some like it hot’ en ‘seven years in tibet’.  hij heeft niet alleen een brede muzieksmaak, van de beatles, lynyrd skynyrd, alison krauss en de dixie chicks tot jackson browne, hij houdt ook van muziek máken. vroeger speelde hij in de band delicia, de laatste tijd is hij het gitaarspelen weer aan het oppakken. daarnaast is hij dol op motorrijden en lid van theatergroep mimicri, iets waar hij samen met z’n vrouw veel plezier aan beleeft, de mensen van de toneelvereniging  zijn zelfs in korte tijd echte vrienden geworden. op de vraag wie hij als eerste zou kiezen als hij deze serie zou doen, antwoordt hij meteen ‘gus bolden’. inmiddels is het buiten donker, we lopen de kou in en ik neem afscheid met de belofte dat ik bij mooier weer graag op zijn uitnodiging inga om samen met z’n vrouw in kijkduin te gaan eten.
marjelle


Henk van Loon draait:

Leonard Cohen


Foto Barney: Henk


Beelden aan zee

Een Pavlov-reactie kreeg ik niet bepaald bij het restaurant, maar misschien gaan I. en ik er een andere keer naartoe als de huisband op vakantie is. Ze waren best goed, alleen hou ik niet van jazz, zeker niet als de klanken zo hard je oor in geslingerd worden dat elk gesprek onmogelijk is. Terwijl ze er lustig op los speelden aten we een ovenheerlijke ciabatta en gebaarden af en toe naar elkaar dat het lekker was. Ons volgende adres werd Het Wapen van Den Haag, een leuk, sfeervol stadscafé waar we al eens eerder geweest waren. Heerlijk zo’n jazzlezz omgeving, in plaats daarvan werd er onder andere Coldplay gedraaid. Door het enthousiasme van I. word ik nu iets nieuwsgieriger naar mijn geboortestad, waar ik me overigens weinig van kan herinneren omdat ik al als peuter van twee moest verkassen naar Brussel.

waarschijnlijk zal ik in de toekomst vaker naar den haag gaan, ik ben ook benieuwd naar de flora & fauna en verlang naar de zee op een tramworp afstand. ondertussen vertelt i. me over plannen om hier te gaan wonen. goed nieuws, denk ik, dat is een stuk dichterbij dan nu. ‘ik zou ook wel willen verhuizen’, hoor ik mezelf opeens zeggen. het is voor het eerst dat ik het uit durf te spreken na die verhuizing out of hell, gevolgd door anderhalf jaar waarin m’n woongenot steeds meer ingeperkt werd door de olifanten boven en de driftbuien van de benedenkinderen. maar hoe vind je een ander huis als je geen werk hebt en relatief kort staat ingeschreven in rotterdam, dat wordt erg lastig. samenwonen is ook al geen optie, aangezien de man op het witte paard met bijbehorend kasteel voornamelijk in sprookjes voorkomt.
marjelle


i let love in nick cave