Warmetruiendag, het klinkt wel gezellig, lekker wegkruipen in zo’n dikke donzige wintertrui. Ook het idee erachter spreekt me aan. ‘Zet de verwarming een paar graden lager, trek een warme trui aan en bespaar 6% energie per graad en dus 6% CO2’. Toch kijk ik er dit jaar met heel andere ogen naar. Sinds ik door omstandigheden in een ongeïsoleerd oud huis met enkele ramen ben beland, met alleen in de zit-/werkkamer een soort van bijverwarming, is het voor mij elke dag warmetruiendag. Sterker nog, een warme trui is niet genoeg, tel daar ook een vest bij op, een extra paar sokken en een deken om de kou die van de vloer optrekt tegen te gaan. Op zo’n ijskoude dag als vandaag verwelkomt de thermometer me ’s ochtends breed grijnzend met 10,5 ºC als ik rillend van m’n diepvrieszolderkamer naar beneden kom.
Foto Witold Riedel
De afgelopen maand had ik de thermostaat op 15 °C staan, maar inmiddels weet ik dat dat energie vreet in dit huis, ik zie dan ook de eindafrekening deze maand met angst en beven tegemoet en heb de thermostaat uitgezet.
Vervolgens duurt het uren om de temperatuur van 10,5 °C omhoog te krijgen naar een redelijke 19 °C. Zelfs dan is die deken de rest van de dag onontbeerlijk, al is een echt berenpak misschien nog wel een beter idee denk ik soms in mijn wanhoop. Misschien moet ik mij vermommen als Disney-beer zodat iedereen mij komt knuffelen en warme dekens brengen. Kortom, de slogan ‘kan het een graadje minder?’ is dit jaar totaal niet aan mij besteed. Ik heb een heel andere vraag: mag het een paar graden meer, in een normaal huis met grotemensenverwarming? Dan beloof ik met de hand op m’n hart dat ik in dat nieuwe huis 6 februari een echte warmetruiendag hou en de verwarming een paar graden lager zet.
Marjelle