Tagarchief: eend

‘Gardening, gardening… death!’

Een tijdje geleden verscheen er een tweet van weownrotterdam in m’n box met een link naar Dylan Moran. De naam zei me niets en slaperig klikte ik erop. Al snel was ik klaarwakker, ik verstond dan wel niet alles wat hij zei, maar het was voor het eerst in tijden dat ik weer eens echt om iemand moest lachen. Normaal hou ik niet zo van cabaretiers, omdat er vaak iets geforceerds ‘leuk willen doen’ omheen hangt, om van clowns al helemaal te zwijgen, van jongsaf aan heb ik daar een hekel aan.

Deze man, die me qua energie en intensiteit aan John Cleese deed denken, toverde de ene lach na de andere op m’n gezicht. Iets soortgelijks had ik toentertijd ook met ‘Fawlty Towers‘ waarin Cleese schitterde, een serie die ik altijd samen met ex-liefste vriend keek en jaren later in de herhaling alleen. Ik hou van dat soort gedreven mannen, snel, intelligent, humoristisch, al krijg ik steeds meer de indruk dat je die voornamelijk op tv tegenkomt, bij AH of in de kroeg zie ik ze in ieder geval zelden.
Marjelle

‘Gardening’ Dylan Moran

Krach
Almost cut my beard
Do the wave now

De zwaan die geen zwaan was

De lucht is zomers blauw en steekt af tegen m’n rode shirt. Als ik nog lang in de zon blijf zitten wordt m’n gezicht dezelfde kleur. Ik leg even m’n pen neer en kijk over het groengrijze water naar de oude zeilschepen en strakke lijnen van de Willemsbrug. Dit is een uniek plekje Rotterdam.
Echt rustig is het hier niet, er wordt gewerkt en niet zo’n beetje. Het geluid van heien klinkt in m’n oor. Het contrast tussen het idyllische plaatje en het gestamp van heipalen is groot, toch is dat ook of júíst Rotterdam.


Ik denk aan allerlei dingen zonder kop of staart. Aan m’n ex-liefste vriend, Franse Willy, de les van vanavond, vorige week toen ik weer met griep in bed lag, een vriendin ver weg die ik gisteren voor het eerst in tijden gesproken heb, de beladen vraag die ik nog aan E. moet stellen, m’n broer die al maanden van de aardbodem verdwenen is, het glas witte wijn dat ik straks ga drinken, de toekomst die het verleden is volgens een bepaalde indianenstam*, de foto’s die ik nog ga maken, een zielsverwant die ik zo godsgruwelijk mis, m’n leven nu, de mensen die in m’n hart zitten en die ik heb verloren onderweg en vraag me af wanneer ik ooit weer iemand tegenkom die mij woordenloos begrijpt.
Ik voel de zon op m’n gezicht en neem nog een slok witte wijn waarin het ijs allang gesmolten is.
Marjelle
 
*’De mensen van dat volk zien het verleden voor zich liggen en voelen de toekomst in hun rug. Hun gezichten zijn naar de geschiedenis gekeerd, wat nog komen zal komt als een onvoorziene overval.’
Uit: Contrapunt Anna Enquist