Tagarchief: geweld

‘Er is hier iemand neergeknald’

Dit weekend heb ik twee huizen bekeken, het ene bleek benauwd-klein met vanuit het keukenraam uitzicht op een muur, het tweede was best leuk, maar had een houten vloer en onder- en bovenburen. Een passerende buurman beantwoordde mijn vraag of het hier gehorig was met een volmondig ja. Elk spoortje twijfel verdween meteen als sneeuw voor de zon. Eensgezind liepen L. die architect is, wat erg handig is bij dit soort bezichtigingen, en ik terug door de regen waar we in het Douwe Egberts Café bij een kop hete thee en Espresso weer een beetje warm werden. Ik vertelde dat ik dinsdag nog een huis ging bekijken op de rand van Delfshaven en het Nieuwe Westen. Op papier zag het er goed uit, ruim, licht en heel belangrijk, geen bovenburen, maar wel vrij duur.

Foto Witold Riedel

Ook nu striemde de regen in m’n gezicht toen ik me door de Vierambachtsstraat haastte op weg naar het derde appartement. De makelaar stond al op me te wachten in het portiek. Een vreemd gezicht, dit ultramoderne pand pal naast een oude verwaarloosde woning. Bij binnenkomst werd ik verwelkomd door een brede hal met spiegels en een soort van nepmarmeren vloer. Tot m’n verbazing kwamen we na de eerste trap weer in de openlucht terecht met diverse woonblokken en galerijen aan beide kanten. Dat er zoveel woningen achter deze smalle voorgevel schuilgingen had ik nooit gedacht. Het appartement zelf was groot en gelamineerd, met een open keuken, alles zag er netjes uit.

‘Er is hier iemand neergeknald’, zei hij achteloos. ‘Hier!?’ vroeg ik. Het bleek in een ander appartement te zijn in hetzelfde blok. ‘Weet je wat vreemd is’, zei ik, ‘ik kijk wel vaker huizen de laatste tijd en dan denk ik nooit aan moord of doodslag, maar vanochtend voor ik hier naar toeging kwam het woord “schiet-partij” opeens in me op. Soms heb ik helderziende gaven.’ Hij vertelde ook over een afrekening die ooit had plaatsgevonden in een café vlakbij. Erg bevorderlijk zijn dit soort berichten niet, dacht ik ondertussen, terwijl ik met één oor luister-de naar zijn verhaal dat de meeste rotte appels nu wel weg waren. Aardige man van weinig nuance. De vloeren bleken van houtplaat, er grensde een galerij aan de slaapkamer terwijl over buren niets bekend was en aangezien langdurige geluidsoverlast de enige reden is om te verhuizen is dat nu juist essentieel.
Marjelle

Hij had een baksteen in z’n hand

De hitte valt als een warme deken op me als ik naar buiten loop. Zal ik linksaf of rechtsaf slaan, ik heb helemaal geen plannen vanmiddag, alles is blanco. Alleen m’n hoofd zit vol. Ik heb net gesprekken achter de rug met de gemeente, het Juridisch loket en wederom met de teammanager van Havensteder. Van de laatste word ik niet vrolijk, ze gaat niet in op de essentie van dwaling maar blijft benadrukken hoeveel kosten zij wel niet gemaakt hebben nu de verhuizing niet doorgaat. Ze denkt dat we volgende week gewoon om de tafel gaan zitten en dan wat kosten tegen elkaar wegstrepen. Een soort van koehandel. Maar zo werkt dat niet, het gaat hier om een verhuurmakelaar die mij al dan niet bewust essentiële informatie heeft onthouden voordat ik het huurcontract tekende en over de gevolgschade die dat met zich meebrengt. Ook van de gemeente bellen word ik niet blij, ik moet nu weer naar de stadswinkel toe met een geldig huurcontract, uitgerekend het enige document wat ik niet in m’n bezit heb op dit moment.

Wat kan één geval van dwaling grote gevolgen hebben, ik ben nog lang niet uitgeregeld. En al die moeite waarvoor? Om weer terug te komen bij af in m’n door burenoverlast geteisterde huis in Crooswijk waar ik gisteren nog een aanvaring had met m’n Kroatische benedenburen. Ik schrok van hun vijandige reactie toen ik opmerkte dat ik het jammer vond dat ze de cd die ik vijf maanden geleden had uitgeleend niet uit zichzelf teruggebracht hadden. De man en dochter kwamen er ook bij staan, een soort van cordon, en hij riep boos ‘ik vraag je nóóit meer wat!’ Even later zat ik met bonzend hart achter de pc bij te komen. Ik wil hier weg, o god, liever vandaag nog dan morgen. Ik mis de steun van een paar vrienden, waarvan ik anders had verwacht. Zo loop ik doelloos rond, twijfel bij station Blaak even of ik in de trein naar nergens zal springen, maar besluit door te wandelen naar de Boompjes.

Met trage lome passen langs de Maas, de wind in m’n haren, beland ik uiteindelijk bij Loos maar het knagende gevoel blijft. Vandaag heb ik nergens zin in, ik voel me leeg en opgebruikt. Vandaag baal ik nog meer van bepaalde mensen, bedrog en oppervlakkigheid. Vandaag mis ik een echte vriend, de steun en toeverlaat die H. ooit was. Terwijl de mussen van het dak afvallen, mis ik warmte. Als ik terugloop naar huis zie ik opeens een man voor me schuin de straat over rennen en een andere man tegen de muur slaan. Ze beginnen te vechten, dan worstelt de een zich los en rent pal langs me. Ik zit er precies tussenin, weet niet welke kant ik op moet en blijf op de stoep staan, de man komt terug met een baksteen in z’n hand en staat voor me. Ik loop door met m’n handen gestrekt vooruit, de handpalmen naar boven in een instinctief gebaar, gelukkig keert zijn woede zich niet tegen mij.
Marjelle

Foto’s Witold Riedel

Aan gort!

Als ik naar beneden loop om m’n fiets uit z’n hok te halen voor een ritje naar de Kralingse Plas zie ik opeens dat de vloer bezaaid ligt met glasscherven. Het draadglas in de gemeenschappelijke voordeur is met bot geweld naar binnen geslagen. Ik loop naar buiten om te kijken wat er aan de hand is en sta vervolgens oog in oog met de politie. Aan een van de agenten vraag ik wat er is gebeurd, terwijl een aantal omstanders me aangaapt. Ze antwoordt dat het ‘incident’ net heeft plaatsgevonden en niemand wat gezien of gehoord heeft. Ik vertel haar dat ik ook niets gemerkt heb, maar dat er hier wel vaker lawaai is en het al de tweede keer in korte tijd is dat die glasplaat aan diggelen gaat. Ik beloof dat ik het meteen aan de woningbouwvereniging zal doorgeven. In plaats van naar de plas loop ik weer naar binnen en bel het reparatienummer. ‘We zorgen ervoor dat er over twee uur iemand ter plekke is’, zegt een medewerkster.


Beneden vraag ik aan de buurkinderen een bezem zodat niet alle fietsbanden lek geprikt worden door glassplinters, daarna bel ik bij de minst stressbestendige buurvrouw aan om haar te waarschuwen. Ten slotte haal ik m’n fiets nu echt uit z’n hok, al is de animo inmiddels iets minder, ook van de voorspelde zon is niets te zien. Onderweg krijg ik het zo koud in m’n dunne trui dat ik besluit rechtsomkeert te maken. Op de terugweg kom ik langs het bord ‘Ooms open huis zaterdag 9 oktober 2010 van 11.00 tot 14.00 uur‘. Verhuizen, het idee zit al langer in m’n hoofd, maar dat soort huurprijzen kan ik niet betalen, bovendien wordt het zonder baan als onderpand erg moeilijk om een andere, rustigere flat te vinden. Opeens moet ik weer aan Marx’ onderlaag denken, aan de tweedeling in de maatschappij, aan hoe raar het soms kan lopen in een mensenleven, en dat ik me er niet bij neerleg. Nóg niet.
Marjelle

Chleb i Krew Ankh