Tagarchief: wortelontsteking

Geen zin in!

De lucht kleurt diepblauw, maar in plaats van uitwaaien op het strand of een andere kant van Rotterdam bekijken vanaf de boot stap ik al om 17 minuten over 11 in de trein naar Amsterdam Centraal. Slaperig kijk ik voor me uit, na een korte nacht van vier uur werd ik wakker door pijnstoten en had ik weer een klamkoortsig gevoel zoals steeds vaker het geval is. Voor het eerst in m’n leven is m’n temperatuur de hele week ruim één graad onder normaal. Aangezien ik niet in een koude gracht gevallen ben en ook niet onderkoeld, word ik van Google verder niet wijzer. Het liefste zou ik nu in een hoekje wegdoezelen, maar ik dwing m’n ogen op kijkstand.

Klik op de foto voor groter formaat

Over een paar uur begint de workshop ‘Zin in schrijven’. Een flesje bubbelwater, Amnesty-schrijfblok en drie pennen zijn de belangrijkste ingrediënten in m’n tas naast natuurlijk m’n mp3-speler, mobieltje, portemonnee, sleutels en nog wat onduidelijke varia. De inhoud van tassen en directories gaat bij mij altijd een eigen leven leiden, soms weet ik bij god niet meer wáár ik iets gelaten heb. Amsterdam, stad waar ik zelden kom, en elke keer als ik er ben weet ik weer waarom. Het is me te druk, te veel, te trendy, te gejaagd, te toeristisch, te ‘doe maar gek dan doe je al normaal genoeg’. Ik voel me er niet thuis.

In plaats van een pijl staat er een vriendelijke jongen voor de deur van het grachtenpand die me de weg naar boven wijst. Even later loop ik het bijna volle zaaltje in met een beker thee in m’n hand. Tijdens de lange inleiding van de jonge workshopdocente merk ik dat m’n gedachten afdwalen, wat jammer dat er geen tafels zijn en ik me straks in een spagaat moet wringen met m’n kladblok op m’n knieën. Van een zinderend verhaal zoals op de schrijfsite werd betoogd is geen sprake, het roept bij mij vooral verveling op. De nadruk op ‘leer bij het schrijven vertrouwen op je eerste gedachten in plaats van op je tweede, derde of vierde en schakel de innerlijke criticus uit’, klinkt mij niet echt nieuw in de oren.

Daarnaast leidt het af als een docente het met lidwoorden niet zo nauw neemt en het over ‘die essay’ heeft of termen als ‘eigenlijk’ en andere stopwoorden net iets te vaak gebruikt. Door het commentaar en de vragen van een aantal mensen om me heen krijg ik het gevoel dat ik de enige ben die deze workshop totaal niet boeiend vind. Als ik daarna bij een schrijfoefening de zin ‘Ik herinner me’ afmaak – tien minuten lang racet m’n pen non-stop over het papier en schrijf ik alles op wat in me opkomt – moet ik meteen denken aan The Artist’s Way, al stonden daar leukere en uitdagendere opdrachten in. Ik neem me voor om dat boek weer eens op te zoeken in de overvolle kast in de living.
Marjelle

Crisis, what crisis?

Gistermiddag had ik met M. afgesproken in Bussum, ze was zo lief om een dag van tevoren nog haar schema om te gooien zodat ik in plaats van woensdag dinsdag bij haar terecht kon. Ik heb namelijk dringend advies nodig in verband met de wortelontsteking waar ik al een aantal weken mee kamp. De tandarts in Delft stuurde me vorige week weer weg met alleen een verwijsbrief in m’n zak. Inmiddels heb ik drie afspraken met drie verschillende kaakchirurgen, mijn gevoel zegt dat R. de beste keus is, maar ik ben vooral benieuwd naar haar mening. De laatste keer dat ik een apexresectie onderging was niet alleen traumatisch met erg veel napijn, het geklungel van de kaakchirurg heeft me toen uiteindelijk een kies gekost. Deze keer zit de ontsteking onder een element van m’n driedelige brug, als ook deze behandeling misgaat moet de brug afgezaagd worden met alle gevolgen vandien.

Klik op de foto voor groter formaat

Zoals altijd wordt de deur stralend opengedaan, zij is een van de weinige vrouwen waar ik echt goed mee kan opschieten, die me aanvoelt en begrijpt. Ik ben meer een mannenvrouw. We praten over alles wat er nu speelt, van de verhuizing out of hell die uiteindelijk niet doorging en alle energie die dat gekost heeft, de stress eromheen waardoor ik ging kaakklemmen wat resulteerde in de wortelontsteking, m’n beste vriendin die dat niet meer is sinds een maand, de dagen die in het teken staan van pijn, de man die een bijzonder plekje in m’n hart heeft, over vechten en doorgaan, niet terugtrekken maar blijven staan. ‘Je bent heel autonoom’, zegt ze op een gegeven moment, ‘mensen vinden je soms ongrijpbaar.’ Als ik na een paar uur naar buiten loop is het nog steeds prachtig weer. Ik slenter langs tevreden grazende koeien en besluit in een opwelling door te lopen naar Naarden Vesting. Jaren geleden dat ik daar geweest ben.

Klik op de foto voor groter formaat

Mooi die groen omzoomde heuvels, het spiegelende watervlak, de strakblauwe lucht. Ook mooi de oude straatkeien en huizen met uitbundige bloembakken voor de ramen, een fontein in de verte, alles ademt welvaart. Wat een contrast met het grauwe Crooswijk waar ik woon, mensen boven op elkaar gestapeld in betonblokkige onderkomens, de geur van troosteloosheid. Ik wandel verder, kom langs Het Arsenaal van Jan des Bouvrie, strijk neer op een terrasje waar ik een broodje kaas bestel. ‘O, jij bent zo’n Hollandse vrouw die alleen maar kaas wil’, zegt de man die overdreven aanrakerig is in eerste instantie en wat nors wordt als ik het fakespelletje niet meespeel. Ik voel me hier niet thuis, in gezelschap van een aantal goedgemarineerde Naardense vrouwen die de laatste nieuwtjes uitwisselen. Wat Crooswijk te weinig heeft, heeft Naarden teveel. Geld, luxe, een ogenschijnlijk rimpelloos bestaan. Crisis, welke crisis?
Marjelle

Just a normal day Supertramp

‘Ik kan niks voor je doen’, zegt hij

Het zweet staat op m’n voorhoofd terwijl ik met de ene hand m’n mobieltje tegen m’n oor hou en met de andere m’n kaart in de gleuf van de pinautomaat probeer te steken. Ik kom net uit een ovenwarme taxi gerold en heb geen cash bij me. Soms gaat alles wat verkeerd kan gaan ook verkeerd, vandaag is zo’n dag. De ochtend breng ik nog zo zen mogelijk door, ‘mind over matter’ mantra ik terwijl m’n kies gloeiende pijnstootjes produceert. Al anderhalve week loop ik nu met een wortelontsteking rond. ’s Nachts word ik vaak wakker van de pijn en ’s ochtends houden de buren me regelmatig uit m’n slaap. Ik ben het zo zat allemaal. Vandaag zou ik naar een onbekende tandarts in Delft gaan die mij zou verlossen van de pijn, maar het liep anders.

Op station Blaak houdt de trein z’n deuren potdicht, niemand kan er meer in of uit. ‘Er zijn problemen met een reiziger’, zegt een NS-man. Uiteindelijk arriveren we daardoor veel te laat in Delft. Op het perron heerst chaos, het is volstrekt onduidelijk hoe je bij de hoofduitgang moet komen. Rotterdam CS is bijna overzichtelijk vergeleken met deze puinzooi. Een aantal voorbijgangers en extra zweetdruppels later beland ik bij een taxistandplaats. Het plan om te gaan lopen heb ik inmiddels door tijdsdruk opgegeven. Gehaast spring ik in de voorste taxi die vervolgens door Delft racet op zoek naar een pinautomaat. Ondertussen probeer ik de assistente aan de lijn te krijgen om door te geven dat ik later kom, maar ik hoor alleen een irritant muziekje.

Als ik na het pinnen de hevig piepende autogordel weer omgesp laat ik m’n mobieltje op de grond vallen. Hij rolt onder de stoel. ‘Bestemming bereikt’, zegt de TomTom, verhit stap ik de wachtkamer binnen. De kennismaking met de nieuwe tandarts verloopt niet optimaal, het gaat erg onpersoonlijk en snel. Nadat er een overzichtsfoto is gemaakt – ‘oorbellen moeten uit’, ‘weet u zeker dat u niet zwanger bent’ – krijg ik de uitslag te horen. Hij kan helemaal niks voor me doen, ik moet naar de kaakchirurg. Precies het worst case scenario waar ik bang voor was. Omdat er een pinopbouw in het ontstoken kanaal van het brugelement zit kan hij niet bij de wortel komen. De laatste keer dat ik zo’n apexresectie heb gehad herinner ik me als de dag van gister.

Het was een traumatische ervaring, mijn gezicht verborgen onder een wit laken met gapend gat, een vreselijke man die geïrriteerd over me heen gebogen stond en tegen mijn uitdrukkelijke wens in toch de behandeling uitvoerde in plaats van de kies te trekken. De napijn de weken erna was oorverdovend, zelden heb ik zoveel pijn gehad. Een paar dagen na kerst werd het opeens stil, m’n zenuw had het loodje gelegd, twee weken later moest de kies alsnog getrokken worden. Alles voor niks, tegen mijn wil. Maar dat was tóen. Ik hoop en bid – al ben ik niet gelovig, je zou het er bijna van worden – dat het deze keer wel goed afloopt, want anders stort deze brug als een kaartenhuis in elkaar. Over de terugweg heb ik vervolgens tweeëneenhalf uur gedaan, normaal zit je 17 minuten in de trein van Delft naar Blaak, deze keer reden er een hele tijd geen treinen meer en moest ik uiteindelijk via Den Haag en Gouda reizen. Er was iemand voor de trein gesprongen. Hoe wanhopig moet je dan zijn.
Marjelle

Foto Witold Riedel

Je te laisserai des mots Patrick Watson