Met het einde van het Volkskrant-blog in zicht denk ik terug aan de beginperiode toen ik, bloggroentje nog, in 2008 met ‘Door de doornen naar de sterren‘ m’n schreden op het blogplatform zette. Een van de eerste reacties die ik kreeg is me bijgebleven, ‘Welkom in de wondere wereld van de volkskrantblog-software die alleen maar doet wat je wilt als je hem zachtjes streelt met je muis 😉‘, maar ook andere mensen hebben me een welkom gevoel bezorgd. Dat niet alles louter rozengeur en maneschijn was in die wereld van het bloggen werd me al snel duidelijk.
Om me heen doemden rechts en links kampen op waarin heuse vetes werden uitgevochten en menig ad hominem je om de oren vloog. Een eindeloze herhaling van zetten waarbij niemand een duimbreed toegaf. Sowieso hou ik van duidelijkheid, liever Jip en Janneke-taal dan elkaar proberen af te troeven met tu quoque’s en dergelijke. Niet alleen Latijnse benamingen zorgden hier en daar soms voor brallerige onduidelijkheid, ook onderhuidse opmerkingen gevolgd door aanminnig kijkende emoticons brachten menigeen in verwarring.
Bepaalde commentaren herinner ik me nog bijna letterlijk, zoals ‘wat een azijnlucht hangt hier opeens‘. Ik weet de namen zelfs nog. Gek dat juist dít is blijven hangen terwijl er veel ergere dingen waren. Ondertussen blogde ik vrolijk verder, want er waren ook een boel positieve reacties. Bovendien kreeg het schrijven mij steeds meer te pakken, niet alleen was het heel leuk om te doen, ik kon er ook m’n ei in kwijt. In m’n infokolom verwoordde ik het toentertijd als volgt: ‘in dit blog heb ik het over de kleine dingen, alles wat in me opkomt en waar ik over wíl schrijven. Soms samen met Beer, soms alleen. De grote dingen – hoewel die grens niet altijd heel duidelijk is – komen misschien later nog aan bod, maar misschien ook niet’.
Een van de dieptepunten was die keer dat ik midden in de nacht een haatmail kreeg uit onverdachte hoek en letterlijk stond te trillen op m’n benen. Ook de overtreffende trap van kinderachtig heb ik hier meegemaakt, variërend van scheldkanonnades omdat ik niet op iemands blog had gereageerd tot het verkrachten van tekst. Ik was vooral verbaasd over de kleinzieligheid en benepenheid van een aantal bloggers, die dingen deden waar een kleuter zich zelfs kapot voor zou schamen. Maar nog steeds blogde ik onvermoeibaar door, ik kreeg genoeg aanmoediging en ontmoette af en toe een blogger in het wild.
Ook hiervoor gold dat er mooie en minder mooie ontmoetingen bij waren. Sommige mensen presenteren zich op virtueel papier nu eenmaal een stuk warmer en geïnteresseerder dan bij een kop thee heb ik ervaren. Toch heb ik ook daarvan geleerd, al laat m’n gewone intuïtie me zelden in de steek, dat geldt niet voor m’n virtuele intuïtie, na veel vallen en opstaan ben ik mijn blogmensbeeld dan ook steeds meer gaan bijstellen. Inmiddels schrik ik weliswaar minder hard van steken onder water en ronduite leugens, een olifantenhuid zal ik nooit krijgen.
De steun die ik van een aantal mensen in de verhuisperiode heb gekregen is belangrijk voor me geweest. Ik kon elke druppel support gebruiken aangezien ik in een bijzonder roerige fase zat. Toen een week na m’n verhuizing ook nog eens m’n liefste vriend-ooit van de ene dag op de andere uit m’n leven wandelde na ruim twintig jaar lief en leed was dat de druppel. Daar zat ik opeens in m’n eentje in een relatief vreemde grootstad tussen halfuitgepakte dozen vol herinneringen zonder internetverbinding of telefoon. Schrijven was een van de manieren om te overleven in die tijd.
In januari 2009 begon ik genoeg te krijgen van het hele aan- en afbevelingencircus en de vriendjespolitiek en heb ik na ampele overwegingen m’n blog verwijderd, met één druk op de knop losten m’n bijdragen zich in het niets op. Toch begon het blogvirus na een aantal maanden alweer op te spelen. Eind maart ben ik teruggekomen met de toepasselijke blogtitel ‘Het nieuwe komt achter de punt’ en het voornemen me minder druk te maken om azijnpissers en overig virtueel gekrakeel. Ik had er meteen weer plezier in en het was fijn om een aantal mensen terug te zien.
Het bloggen heeft me ook op een aantal andere gebieden gestimuleerd. Geïnspireerd door diverse fotoblogs ben ik anderhalf jaar geleden begonnen met fotograferen. Sindsdien gaan m’n Kodak-camera en ik regelmatig samen op pad. Door het fotograferen ben ik meer door de ogen van een toerist naar Rotterdam gaan kijken en heb ik ontdekt hoeveel moois mijn stad te bieden heeft. Het heeft m’n interesse voor de natuur doen opbloeien, voor het eerst slenterde ik door botanische tuinen en genoot van kinderboerderijdieren. Het gras is lang niet altijd groener aan de overkant wat ondermeer sprookjesachtig verbeeld wordt door de Muizenpolder, maar vlak ook Het Park en de schitterende Kralingse plas niet uit.
De combinatie van bloggen, fotograferen en muziek heeft uiteindelijk tot het ontstaan van een aantal series geleid. ‘Bloggers in beelden‘ was de eerste, vervolgens zagen ‘Dierenmix‘, ‘Filmblik‘ en ‘Live‘-bands het licht. De meest recente serie ‘Beeld van een blogger‘ heeft onlangs haar eigen webstek ‘Beelden van…‘ gekregen, daarin ben ik op zoek gegaan naar de mens achter de avatar en ontmoet(te) ik een blogger in zijn of haar stad. Op het moment dat ik bezig was met nieuwe ideeën voor deze reeks viel de brief van Remarque plots in m’n mailbox. Mijn blogtoekomst is nog onzeker, hopelijk heb ik binnenkort weer genoeg energie om me in het doolhof van mogelijkheden te gaan verdiepen.
Marjelle
Sleep Poets of the Fall
Foto ‘Beer’ Witold Riedel
Naar The pros and cons of hitchhiking Roger Waters