Tagarchief: The Bear

Beer wil meer!

‘Schaam je je soms voor mij?’ vraagt Beer enigszins gepikeerd. Ik kijk hem verbaasd aan, ‘hoe kom je daar nu toch bij!’ Hij trekt opeens een verdrietig snuitje en bromt iets in de trant van ‘ik was altijd welkom op het VK-blog, maar mag-niet meebloggen op WordPress.’ Opgelucht haal ik adem. ‘Dat is een misverstand, Beer, natuurlijk ben je hier hartstikke welkom, ik heb alleen zoveel aan m’n hoofd dat ik er niet meer aan gedacht heb om dat tegen je te zeggen. Gelukkig begin je er zelf over, ik heb er een hekel aan als mensen dingen voor me invullen zonder iets te vragen.’ Hij knikt instemmend, ‘daar hou ik ook niet van, het leven is al moeilijk genoeg zonder dat je je tegen de breinspinsels van anderen moet gaan verdedigen.’

Die opmerking doet me denken aan een recente ervaring met een blogger, zelden heb ik meegemaakt dat iemand vrijwel alles wat ik schreef zo volledig uit z’n verband rukte, humoristische opmerkingen steeds letterlijk nam en telkens om de kern heen draaide. Het heeft me iets voorzichtiger gemaakt in het initiële contact met mensen, dit soort personen zuigt alle energie uit je– Beer knijpt in m’n arm, ‘waar zit je met je hoofd?’ vraagt-ie. ‘Nou, niet bepaald in de wolken’, grinnik ik, ‘een aantal nare herinneringen kwam weer boven, maar laten we aan leuke dingen denken, waar heb jij zin in?’ Hij denkt geen seconde na en roept ‘in honing natuurlijk!’
Marjelle

As Jy Weer Skryf Chris Chameleon (tekst Ingrid Jonker)

Foto Witold Riedel

Meer Beer o.a. in:
‘Wát ga je doen?’
Ik heb zo’n zin in je!
Turkse buurtflarden

Bambi

Toen ik vanaf Taste langs het hertenkamp reed zag ik iets pluizigs tussen de spijlen door piepen. Snel zette ik m’n fiets neer en haalde de camera tevoorschijn. Op het moment suprême keek hij me met z’n fluwelen reeënogen aan, ik drukte op de knop… er gebeurde helemaal niets. Ik was vergeten de pas opgeladen batterij terug te stoppen in het apparaat. ‘Fuck’, zei ik niet al te hartgrondig om de hertjes niet voor het hoofd te stoten, ik sprong weer op m’n trouwe Gazelle en reed door naar de Kralingse plas.

Terwijl ik aan kwam rijden zag ik weer iets pluizigs, dit keer op het water. Mama en papa Gans vergezeld van hun donzige kroost gleden majestueus over de schitterende plas. Ik moest meteen aan een tweet van Wiltold Riedel denken.
I see the most amazing things when I do not have my camera with me.’
#Leica #M9 #NipponCameraClinic #photography #NYC #street #observation

Exact dat gevoel had ik nu ook.*
Marjelle

Fallin’ Michael Grimm

*Hertje van vorig jaar

Wanneer heb jij voor het laatst iets voor het eerst gedaan?

In plaats van te zingen ‘onder de douche’ zoals dat door menigeen vroeger in de rubriek van muziekkrant Oor werd gedaan, denk ik opeens aan vuriger taferelen als ik m’n lijf insmeer met Pure Care-doucheolie. De herinnering aan de vuurloop van een aantal jaar geleden komt naar boven. Niet alleen danste ik toen met blote voeten over gloeiende sintels, daarvoor hadden m’n partner en ik al een houten pijl gebroken. De pijlstukjes zijn aan de vooravond van m’n verhuizing naar Rotterdam in de prullenmand beland in het kader van less is more.

Welke andere dingen heb ik de afgelopen paar jaar voor het eerst gedaan, vraag ik me af onder de hete waterstraal. Midden in de nacht gaan dansen in een onbekende omgeving is er zeker een van, met angst en beven liep ik in het donker vanaf station Muiderpoort terwijl m’n toenmalige liefste vriend me moed insprak op m’n mobieltje. Van dansen springen m’n gedachten naar zingen. Vroeger heb ik weliswaar een tijdlang zangles gehad, maar de Afrikaanse zangworkshop in Leiden was nieuw voor me net als het dagje ‘Stembevrijding’ onder de bezielende leiding van Jan Kortie.

Ook met vreemde talen ben ik aan de slag gegaan, nu is taal sowieso een rode draad in m’n leven. Vorig jaar heb ik m’n Frans onder een dikke laag stof vandaan getoverd, vervolgens ben ik met Spaans begonnen. Elke keer als ik de zuidelijke keelklanken hoor, duiken beelden van Andalucía op. Ik versta het inmiddels redelijk, maar veel meer dan ‘hola’, ‘encantado’ en ‘adios’ komt er nog niet uit m’n mond helaas. Ook schrijven is al jaren niet meer uit m’n leven weg te denken, nieuw is wel dat ik bijna een jaar geleden begonnen ben met de serie ‘Beeld van een blogger’ waarbij ik bloggers ontmoet en op zoek ga naar de mens achter de avatar. In de toekomst wordt die reeks wellicht uitgebreid.

In 2009 heb ik het fotograferen ontdekt, door de verwonderde ogen van een kind naar m’n eigen stad kijken, een keer een water- of fietstaxi nemen in plaats van een tram. Met de camera in de hand ging er ook een groene wereld voor me open. Ik dartelde rond in botanische tuinen, doolde door parken en lunchte aan de Kralingse Plas. De Chinese tuin in Blijdorp werd een verlengstuk van m’n balkon eenhoog in Crooswijk, de kinderboerderijdieren een substituut voor een huisdierloos bestaan. Bij de workshop Visagie waren voor het eerst in lange tijd de rollen omgedraaid, nu werd ikzelf door het oog van de camera bekeken. Die foto is overigens zoekgeraakt.

Sinds kort ben ik aan het twitteren, slechts een veertigtal tweets hebben tot nu toe het levenslicht gezien, ondertussen begin ik dit speeltje waar je niets mee ‘hoeft’ wel enigszins te waarderen. Inmiddels volg ik onder anderen Louis Theroux, oorlogsverslaggever Arnold Karskens en Beer-man Witold Riedel.
Er zijn nog wel een paar dingen die ik voor het eerst heb gedaan de afgelopen periode, maar die wil ik of niet kwijt, waren te vervelend of zijn überhaupt het vermelden niet waard. Nu ben ik natuurlijk ook benieuwd naar jullie laatste voor het eerst-ervaringen.
Marjelle

Orca Wintersleep

‘Ga je mee naar VDGG?’

Opeens hoor ik m’n mobieltje in de verte piepen, vergeten uit te zetten, ik strek m’n pijnlijke spieren en draai me nog een keer voorzichtig om, de wereld moet even wachten tot ik weer beter ben. Later blijkt dat H. en F. gebeld hebben, de eerste om me nogmaals te feliciteren en te vertellen dat de lente is begonnen. ‘Het was zo zacht vandaag’, hoor ik haar stem op de VoiceMail, ze hoopt dat ik er ook een glimp van opgevangen heb vanuit de lappenmand. De tweede is m’n broer die een heel verhaal heeft ingesproken met als kernvraag of ik zin heb om mee te gaan naar het optreden van Van der Graaf Generator in Tivoli eind maart.

Verleidelijk idee, al moet ik er nu met m’n koortsige lijf niet aan denken, maar over twee weken is dat hopelijk heel anders. De laatste keer dat ik ze live heb gezien was in Amsterdam met J., m’n vorige ex. We waren toen net uit elkaar, maar wilden die afspraak toch door laten gaan. Al had de avond een beladen randje, toen de band eenmaal begon te spelen liet ik me meevoeren op de muziek. Even niet denken, alleen maar zijn. Ditmaal gaat m’n camera wel mee, alleen heb ik geen ervaring met fotograferen bij kunstlicht. De laatste keer in het WMDC waren dan ook alle foto’s jammerlijk mislukt.
Marjelle

When She Comes Van der Graaf Generator

Foto Witold Riedel

 

Persoonlijk record!

Wat is het benauwd, ik sla de deken van me af en kruip weg onder het dekbed. M’n voorhoofd gloeit, m’n rug doet pijn, maar ook m’n vingers stribbelen tegen als ik ze strek. Langzaam dringt tot me door dat ik koorts heb én vandaag jarig ben. Het doet me terugdenken aan afgelopen kerst en oud en nieuw, toen wist ik nog weinig van schildklieren en begreep niet waarom ik om de haverklap ziek was. Inmiddels blijkt het een met het ander samen te hangen, zoals zo vaak. Voorzichtig sla ik m’n benen over de rand en voel ze bijna onder me vandaan glijden. Een ding is meteen duidelijk, jarig is op dit moment van ondergeschikt belang, ik moet eerst proberen deze griepaanval weer te overleven en vervolgens m’n lichaam in een gezonder gareel zien te krijgen.


Nu begrijp ik waarom ik het gisteravond opeens niet meer koud had en me beter leek te voelen dan de dagen ervoor, het was een korte opleving. Even dacht ik dat er een stijgende lijn in zat en was al blij dat ik geen wattenhoofd en tintelingen had, wat ik ook tegen M. zei, een van de weinige mensen die werkelijk weet wat vriendschap inhoudt. Niet te vergelijken met vandaag, nu ben ik te ziek om iets te doen. Een paar woorden kwamen in me op daarstraks in bed: ‘rust, vitamines, aan leuke dingen denken’. Laat ik daar eens mee beginnen en in die volgorde. Wat zal ik kiezen om bij weg te dromen, prachtige zonovergoten stranden, heerlijke Griekse boontjes, mooie mannen of gewoon een combinatie van…
Marjelle

Andere namen Herman van Veen

Foto Witold Riedel

The pros and cons of blogging

Met het einde van het Volkskrant-blog in zicht denk ik terug aan de beginperiode toen ik, bloggroentje nog, in 2008 met ‘Door de doornen naar de sterren‘ m’n schreden op het blogplatform zette. Een van de eerste reacties die ik kreeg is me bijgebleven, ‘Welkom in de wondere wereld van de volkskrantblog-software die alleen maar doet wat je wilt als je hem zachtjes streelt met je muis 😉‘, maar ook andere mensen hebben me een welkom gevoel bezorgd. Dat niet alles louter rozengeur en maneschijn was in die wereld van het bloggen werd me al snel duidelijk.



Om me heen doemden rechts en links
kampen op waarin heuse vetes werden uitgevochten en menig ad hominem je om de oren vloog. Een eindeloze herhaling van zetten waarbij niemand een duimbreed toegaf. Sowieso hou ik van duidelijkheid, liever Jip en Janneke-taal dan elkaar proberen af te troeven met tu quoque’s en dergelijke. Niet alleen Latijnse benamingen zorgden hier en daar soms voor brallerige onduidelijkheid, ook onderhuidse opmerkingen gevolgd door aanminnig kijkende emoticons brachten menigeen in verwarring.

Bepaalde commentaren herinner ik me nog bijna letterlijk, zoals ‘wat een azijnlucht hangt hier opeens‘. Ik weet de namen zelfs nog. Gek dat juist dít is blijven hangen terwijl er veel ergere dingen waren. Ondertussen blogde ik vrolijk verder, want er waren ook een boel positieve reacties. Bovendien kreeg het schrijven mij steeds meer te pakken, niet alleen was het heel leuk om te doen, ik kon er ook m’n ei in kwijt. In m’n infokolom verwoordde ik het toentertijd als volgt: ‘in dit blog heb ik het over de kleine dingen, alles wat in me opkomt en waar ik over wíl schrijven. Soms samen met Beer, soms alleen. De grote dingen – hoewel die grens niet altijd heel duidelijk is – komen misschien later nog aan bod, maar misschien ook niet’.



Een van de dieptepunten was die keer
dat ik midden in de nacht een haatmail kreeg uit onverdachte hoek en letterlijk stond te trillen op m’n benen. Ook de overtreffende trap van kinderachtig heb ik hier meegemaakt, variërend van scheldkanonnades omdat ik niet op iemands blog had gereageerd tot het verkrachten van tekst. Ik was vooral verbaasd over de kleinzieligheid en benepenheid van een aantal bloggers, die dingen deden waar een kleuter zich zelfs kapot voor zou schamen. Maar nog steeds blogde ik onvermoeibaar door, ik kreeg genoeg aanmoediging en ontmoette af en toe een blogger in het wild.

Ook hiervoor gold dat er mooie en minder mooie ontmoetingen bij waren. Sommige mensen presenteren zich op virtueel papier nu eenmaal een stuk warmer en geïnteresseerder dan bij een kop thee heb ik ervaren. Toch heb ik ook daarvan geleerd, al laat m’n gewone intuïtie me zelden in de steek, dat geldt niet voor m’n virtuele intuïtie, na veel vallen en opstaan ben ik mijn blogmensbeeld dan ook steeds meer gaan bijstellen. Inmiddels schrik ik weliswaar minder hard van steken onder water en ronduite leugens, een olifantenhuid zal ik nooit krijgen.



De steun die ik van een aantal mensen in de verhuisperiode heb gekregen is belangrijk voor me geweest. Ik kon elke druppel support gebruiken aangezien ik in een bijzonder roerige fase zat. Toen een week na m’n verhuizing ook nog eens m’n liefste vriend-ooit van de ene dag op de andere uit m’n leven wandelde na ruim twintig jaar lief en leed was dat de druppel. Daar zat ik opeens in m’n eentje in een relatief vreemde grootstad tussen halfuitgepakte dozen vol herinneringen zonder internetverbinding of telefoon. Schrijven was een van de manieren om te overleven in die tijd.

In januari 2009 begon ik genoeg te krijgen van het hele aan- en afbevelingencircus en de vriendjespolitiek en heb ik na ampele overwegingen m’n blog verwijderd, met één druk op de knop losten m’n bijdragen zich in het niets op. Toch begon het blogvirus na een aantal maanden alweer op te spelen. Eind maart ben ik teruggekomen met de toepasselijke blogtitel ‘Het nieuwe komt achter de punt’ en het voornemen me minder druk te maken om azijnpissers en overig virtueel gekrakeel. Ik had er meteen weer plezier in en het was fijn om een aantal mensen terug te zien.

Het bloggen heeft me ook op een aantal andere gebieden gestimuleerd. Geïnspireerd door diverse fotoblogs ben ik anderhalf jaar geleden begonnen met fotograferen. Sindsdien gaan m’n Kodak-camera en ik regelmatig samen op pad. Door het fotograferen ben ik meer door de ogen van een toerist naar Rotterdam gaan kijken en heb ik ontdekt hoeveel moois mijn stad te bieden heeft. Het heeft m’n interesse voor de natuur doen opbloeien, voor het eerst slenterde ik door botanische tuinen en genoot van kinderboerderijdieren. Het gras is lang niet altijd groener aan de overkant wat ondermeer sprookjesachtig verbeeld wordt door de Muizenpolder, maar vlak ook Het Park en de schitterende Kralingse plas niet uit.

De combinatie van bloggen, fotograferen en muziek heeft uiteindelijk tot het ontstaan van een aantal series geleid. ‘Bloggers in beelden‘ was de eerste, vervolgens zagen ‘Dierenmix‘, ‘Filmblik‘ en ‘Live‘-bands het licht. De meest recente serie ‘Beeld van een blogger‘ heeft onlangs haar eigen webstek ‘Beelden van…‘ gekregen, daarin ben ik op zoek gegaan naar de mens achter de avatar en ontmoet(te) ik een blogger in zijn of haar stad. Op het moment dat ik bezig was met nieuwe ideeën voor deze reeks viel de brief van Remarque plots in m’n mailbox. Mijn blogtoekomst is nog onzeker, hopelijk heb ik binnenkort weer genoeg energie om me in het doolhof van mogelijkheden te gaan verdiepen.
Marjelle

Sleep Poets of the Fall


Foto ‘Beer’ Witold Riedel

Naar The pros and cons of hitchhiking Roger Waters

Wet van Murphy?

Na een bezoek aan de huisarts fiets ik met een shot B12 in m’n lijf door druilerig Rotterdam. M’n bloeddruk was deze keer niet extreem hoog gelukkig, al blies de assistente de band zo hard op dat ik ‘m bijna voelde stijgen en de neiging moest bedwingen om het ding van m’n arm te rukken. Er zat iets klem bleek later. Vrijdag moet ik weer bloed prikken en daarna zien we verder. Misschien dat ik diezelfde dag m’n volgende blogger in beeld breng op de Goudse markt. Op korte termijn moet ik ook een goede huisarts op de kop zien te tikken, maar waar haal je zo snel een integere, niet aan kokervisie lijdende arts vandaan? Iemand die als reactie op mogelijke nadelen van schildklierhormonen slikken alleen lachend weet te zeggen, ‘het zijn maar kleine pilletjes, hoor’, kan en wil ik niet serieus nemen.

Het begint steeds harder te regenen. De Grote Markt is uitgestorven en ik rij de Hoogstraat in, waarbij ik uiterst voorzichtig om duiven en passanten heen cirkel. Opeens doemt er een agent voor me op, hij kijkt streng. Ik spring meteen van m’n Gazelle, glimlach vriendelijk en maak aanstalten om door te lopen. Maar daar komt plots politieman nummer twee op de proppen, ‘u krijgt een bekeuring’, zegt hij op een toon die geen tegenspraak duldt. ‘Huh!’ Stomverbaasd staar ik hem aan. ‘Omdat ik op de stoep fiets? Ik wist niet dat je daar een boete voor kreeg. Hoeveel gaat dat kosten dan?’, vraag ik enigszins uit het veld geslagen. ‘Veertig euro’, zegt de man resoluut. ‘Veertig euro?’, papegaai ik. ‘Wat veel!’

Nadat ik hem m’n legitimatiebewijs heb gegeven, vraagt hij of ik het ermee eens ben. Ik leg uit dat ik het een veel te hoog bedrag vind en dat ik altijd voorzichtig doe, ook op het trottoir. ‘Maar dat beweert iedereen natuurlijk, alleen bij mij is het echt zo’, zeg ik met een brede grijns. De man blijkt best aardig, hij doet ook maar gewoon z’n werk in de regen, bedenk ik. Het wordt toch nog een ontspannen gesprek, bonnen schrijven, effecten van boetes, niet-betalen en marechaussee, als hij mij laat gaan moet hij de volgende ook laten gaan, het komt allemaal aan bod. Vriendelijk nemen we ten slotte afscheid, ik veertig euro armer. Aangezien het toch al zo’n dure dag is en ik ook iets leuks wil, besluit ik een troostbroodje te gaan eten bij Floor.

Onderweg word ik overvallen door een stortbui en druipnat stap ik vervolgens over de drempel. Mensen kijken me meewarig aan, ik zie eruit als een verzopen kat met die natte slierten in m’n gezicht, uitgelopen mascara en broekspijpen die aan m’n benen kleven. Als dan even later de beloofde droge theedoek niet arriveert, het stokbroodje kennelijk geen puf had om op tijd uit de oven te komen en keihard is geworden, pak ik m’n pen en begin te schrijven waarbij ik per ongeluk vlekken in de tekst en op m’n mouw maak, het papier besmoezel zoals Poeh ook doet. Ik neem me voor om als ik eenmaal thuis ben voor de tweede keer onder de warme douchestraal te duiken, de rest van de dag binnen te blijven en zeker niet op een ladder te gaan staan.
Marjelle

Roses in June Wende Snijders

Foto Witold Riedel

Wet van Murphy of Wet van bedrog?

Ik heb zo’n zin in je!

Vannacht moest ik weer om mezelf lachen, ik heb in m’n leven al meer vreemde dingen uitgehaald, sommige vertel ik misschien nog wel een keer, andere niet. Ik stond op het punt naar bed te gaan, deed eerst nog een rondje langs de gordijnen, zette m’n mobieltje uit en gewone telefoon op speechless, wierp nog een laatste blik op m’n pc voordat ik ook die afsloot en klikte vervolgens alle lichten uit. Ik keek op de klok, het was hoogste bedtijd, Beer lag allang op één oor.

Hoe het kwam weet ik niet, maar opeens voelde ik de drang om de ijskast open te doen en stond ik oog-in-oog met een macaronischotel. Resoluut deed ik de deur weer dicht en liep naar m’n slaapkamer. Onderweg hield ik stil de pasta lonkte al waren het maar een paar happen, ik moest en zou ze proeven. Toen ik mezelf daar zo zag staan, half vier ’s nachts met één been al bijna in bed smachtend naar macaroni, moest ik lachen. Ik herinnerde me weer die keer in dat verlaten huis ergens op het uitgestorven Franse platteland terwijl het bliksemde en donderde, de telefoon afgesloten was en de enge kettinghond buiten zich schor gromde, maar dat is een heel ander verhaal en niet echt om te lachen.

Opeens zag ik mezelf teruglopen, het bakje uit de ijskast pakken, de magnetrondeur opendoen, het bakje erin leggen, na het vijfminutenpiepje er weer uithalen en de dampende macaroni op een wit ontbijtbordje scheppen. Ik nam een hap, en nog één en dacht: mmm… Op dat moment stak een slaperige Beer z’n gapende snuitje om de hoek. Hij kwam kijken wat ik allemaal aan het uitspoken was midden in de nacht. Toen hij mij met een mondvol macaroni zag, werden z’n kraaloogjes drie keer zo groot. Hij keek me aan en riep: ‘Voel jij je wel helemaal lekker!?’ Ik glimlachte en zei: ‘Ik had er gewoon zo’n zin in!’
Marjelle

Foto Beer: Witold Riedel

Meer Beer o.a. in:
‘Wát ga je doen?’
Beer wil meer!
Turkse buurtflarden

‘Wát ga je doen?’

Beer en ik zitten op de bank, ik op de iets doorgezakte helft, hij aan de andere kant. Ik denk aan het voorstel van m’n docente Frans om deze week ook een woensdagles te volgen, omdat ze m’n niveau te hoog vindt voor de dinsdaggroep. Twee lesavonden achter elkaar vind ik wel erg veel en om nu weer midden in een ons-kent-ons-groep te vallen, is niet echt m’n favoriete bezigheid al loopt het als een rode draad door m’n leven. Die studie bijvoorbeeld waar ik toentertijd midden in het jaar mee begon, de colleges voor diverse vakken waren allang voorbij waardoor ik een programma-op-maat had met overwegend mondelinge tentamens. De eerste medestudenten zag ik pas na een maand of acht, wat niet in alle gevallen een nadeel bleek.

Allerlei gedachten schieten door m’n hoofd. ‘Beer, ik volg die extra Franse les volgende week wel, want ik moet ook nog naar-‘, en ik mompel iets onverstaanbaars.‘Ik wist niet dat je dan weg was’, reageert hij verbaasd.
‘Ja, ik ga speedd…’, zeg ik binnensmonds.
‘Wát ga je doen?’ roept hij verschrikt en laat bijna z’n theebeker uit z’n pootjes vallen.
‘Speeddaten’, antwoord ik met een inmiddels rood hoofd.


Beer begint te lachen
.
‘Ik wil méé’, zegt hij, ‘ik wil weleens zien hoe je dat aanpakt!’ ‘Je houdt toch helemaal niet van prietpraat’, vervolgt hij, ‘wat denk je dat je in drie minuten kunt zeggen of horen wat interessant is?’
‘Het was meer een opwelling nadat iemand erover verteld had’, leg ik hem uit, ‘soms moet je dingen doen die je eng vindt, over drempels heen en het leek me ook leuk als een soort van psychologisch experiment. Even wat anders dan in de kroeg hangen, al doe ik dat bijna nooit. De plannenmaakfase vind ik vaak veel leuker dan de doefase’, ga ik door, ‘deze keer vraag ik me ook af waar ik in godsnaam aan begin, ik vind het doodeng.’

Hij knikt instemmend en zegt peinzend
‘een van de eerste vragen gaat waarschijnlijk over werk, heb je erover nagedacht hoe jij in een halve minuut kunt vertellen dat je geen baan hebt zonder dat die ander gelijk wegsprint? En dan heb je nog precies één minuut om te vertellen wat er dan zo leuk aan je is’, zegt hij met een grote grijns op z’n snuitje.

‘Die paar minuten zijn natuurlijk veel te kort om dat soort dingen aan een wildvreemde uit te leggen die geen context kent’, antwoord ik, ‘bovendien ben ik soms onhandig eerlijk als het mezelf betreft.’
‘Wat is jóuw eerste vraag?’ informeert hij nieuwsgierig.
‘”Wat bezielt je?” ligt op het puntje van m’n tong, maar dat zég ik natuurlijk niet’, stel ik hem meteen gerust.
Misschien neem ik een watertaxi ernaartoe, ik zie me alweer full speed door de haven schuimen. Dat deeltje van de avond is in ieder geval leuk.’
Marjelle

Coldplay

Foto Beer: Witold Riedel

Meer Beer o.a. in:
Beer wil meer!
Ik heb zo’n zin in je!
Turkse buurtflarden

Turkse buurtflarden

Binnen
Ik kijk naar de strakblauwe lucht. Het liefste zou ik nu samen naar een van de vele terrasjes gaan die Rotterdam rijk is, maar een paar vriendinnen hebben andere dingen te doen. De laatste jaren heb ik door veranderde omstandigheden
zoveel ook praktische dingen alleen moeten doen, vaak met bloed, zweet en tranen; te veel weet ik. In sommige situaties is de drempel die je ook letterlijk in je eentje over moet erg hoog hoezeer je ook probeert je onzekerheid te verbergen achter je meest stoere blik. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld als in deze periode, soms kom je niet op de bodem terecht, maar ga je er dwars doorheen.
~
~~
Met de fiets
Snel trap ik langs de overvolle terrasjes aan de Oude Haven. Flink m’n frustraties en onrust afreageren door zo hard mogelijk te gaan en iedereen voorbij te vliegen. Beer moet er altijd om lachen als ik dat doe, voor hem is een slakkengangetje al uptempo. Ik besef dat uitgerekend op paasmaandag een terrasje geen goed idee is, als je al niet in een dip zit zou je er acuut een krijgen.
‘Soms moet je over grenzen heen’, zegt Beer naderhand, ‘en soms moet je ze juist bewaken.’ Een beetje belerend is-ie wel af en toe.
Ik glimlach.
~~~
Op het balkon

Als ik de telefoon neerleg, vang ik Turkse buurtflarden op. Marokkaanse Leila had ik aan de lijn, niet alleen heeft ze een sprookjesachtige naam, ze klinkt ook aardig. Ze vertelde onder andere dat ze iemand miste om Frans mee te praten. Ik riep verbaasd dat ik over een week met een cursus van Alliance Française ga beginnen. Leuk om eindelijk wat nieuws te leren besef ik weer, dat wil ik op meer gebieden. Nieuwe impulsen, uitdagingen, tegenwicht, verbondenheid, ik mis het zó, maar nog meer mis ik liefde, aanraking en tederheid. We zijn allebei blij dat we iemand hebben gevonden om onze kennis van Frans op uit te leven. Zonder te zoeken. Zo gaat dat soms, of het nu om een taal gaat, inspiratie of een man.
‘Wie zoekt komt alleen zichzelf tegen’, bromt Beer vanuit de deuropening, hij is écht op dreef vandaag.
Ik glimlach weer.
~~~
Beer en ik

We zitten nu voor het eerst sámen op het balkon. Ik probeer angstvallig de laatste lentestraaltjes op te vangen, Beer boeit dat allemaal niet, die is al bruin genoeg van zichzelf en kruipt nog wat dichter tegen me aan. Míjn boom heeft haast ongemerkt prilgroene blaadjes gekregen en ik probeer er met m’n nieuwe telefoonspeeltje een foto van te maken. Terwijl ik daarmee bezig ben, kijk ik opeens recht in het norse gezicht van een man die net onder m’n balkon doorloopt.
Beer steekt z’n tong tegen hem uit en denkt dat ik het niet zie. Zag ik dat soort zaken maar niet, overpeins ik, of mensen nu hun broek ophijsen, aan hun kont krabben, dat zijn juist altijd de eerste dingen waar m’n oog op valt.
Marjelle

Who wants to live forever Queen

Meer Beer o.a. in:
‘Wát ga je doen?’
Ik heb zo’n zin in je!
Beer wil meer!