Gisteren stond ik op het punt om een Tilburgs museumrondje te gaan doen toen de eigenaar langskwam om het dakterras op te knappen. Ooit had een vorige huurder in een vlaag van verstandsverbijstering diverse tegellagen met grote spijkers op elkaar geslagen. Het terras was daardoor zo instabiel geworden dat je héél voorzichtig moest lopen. Sowieso zijn bier en wijn taboe, omdat er nog geen hek omheen staat. De man ging aan de slag en ik besloot nog even van de zon te genieten voordat ik naar het TextielMuseum ging. Het was windstil op het dakterras en de overhangende bijna-groene wijnranken deden me aan Frankrijk denken. Na een broodnodige portie vitamine d nam ik afscheid van de eigenaar en liep naar de Goirkestraat. Nu vormen musea en ik een merkwaardige combinatie, ik ga er vooral naartoe om foto’s te maken, die snelle mix van kijken en fotograferen spreekt me aan. Het minutenlang naar objecten staren is niet aan mij besteed. Van plukje wol tot tapijt, alle varianten kwamen voorbij.
Museum De Pont stond vandaag op het programma, het ligt in het Wilhelminapark op een steenworp afstand van mijn huis. Het was er druk tijdens de laatste uren van het Museumweekend. In de meeste musea kun je dan gratis naar binnen en dat maakt de drempel een stuk lager. De Pont deed me in de verte aan Boijmans denken waardoor ik me er meteen meer thuisvoelde. In het café werd de rooibosthee geserveerd met een romigzachte toffee en toen ik even later ook de tuin ontdekte was ik bijna verkocht. Heerlijk om hier in de zomer af en toe met of zonder boek op een bankje te zitten. Inmiddels overweeg ik serieus om voor het eerst in m’n leven een Museumjaarkaart aan te schaffen, voor nog geen vijftig euro kun je het hele jaar door bij allerlei uiteenlopende musea binnenwippen. Ik ben ook benieuwd wat Den Bosch en Breda zoal te bieden hebben, beide slechts circa vijftien treinminuten hiervandaan.
Marjelle
Foto gemaakt in het TextielMuseum