Tagarchief: ns

Rotterdam, ik mis je

Gisteren ben ik voor het eerst in een jaar teruggegaan naar Rotterdam, stad van mijn hart. ′s Middags had ik een afspraak met een uitgever waar ik lang geleden als freelancer voor gewerkt heb. Ik kan me dat monumentale pand in hartje Rotterdam nog goed herinneren. Aangezien de NS code rood had ge-sms′t – er werd een massale intocht van sneeuwvlokjes verwacht – was er een aangepaste dienstregeling. Ik besloot daarom een trein eerder te nemen en kwam uiteindelijk veel te vroeg op CS aan, onderweg was er geen ‘spatje sneeuw’ te bekennen. De trein gleed soepel en onverstoorbaar over de rails. Het nieuwe station, ook bekend als Station Kapsalon*, lag er nog mooier bij dan toen ik vorig jaar februari op de trein naar Tilburg stapte. Niet wetende dat het zo lang zou duren voordat ik mijn stad zou terugzien.

Klik op de foto voor een groter formaat

De uitgever begroette me vriendelijk, een innemende man met bijzondere verhalen. Hij stak een sigaret op en we haalden wat herinneringen op. Ik vertelde hem kort in welke situatie ik zat. Zonder franje. Ook hij is een man die houdt van duidelijkheid en die to the point is. ‘Zal ik je gelukkig maken?’ vroeg hij aan het eind. ‘Ja, graag!’ antwoordde ik. Hij toverde een tekst op zijn beeldscherm en las een paar zinnen voor. Het ging over een schip. De rest ben ik kwijt, want ik was te zeer afgeleid. ‘Als je eerst een proefcorrectie doet, dan kijken we daarna of de opdracht doorgaat.’ Ik knikte instemmend en probeerde tegelijk een opkomend gevoel van faalangst te onderdrukken. Het is lang geleden dat ik een boek heb gecorrigeerd.

Klik op de foto voor een groter formaat

Eenmaal buiten besloot ik me niks van het weer aan te trekken. Het was koud en er stond een harde wind. Had ik toch m’n muts niet voor niks meegenomen. Donkere wolken pakten zich samen boven de Maas, in de verte de contouren van de Willemsbrug en hotel New York, een passerende Waterbus deed me denken aan zomerse tochten naar Dordrecht. Ik wandelde langs Prachtig, pauzeerde onderweg in DikT, het café van de bieb met z’n opvallende felgele buizen, waar het aardige meisje met het ravezwarte haar me enthousiast begroette en vertelde dat ik net op tijd was teruggekomen. Het café sluit over twee dagen definitief z’n deuren. Toen ik even later naar de tramhalte liep, was op de plek waar eerst nog een maquette stond nu een complete Markthal verrezen. Mooi gebouw en dito concept, er is hard gewerkt in mijn afwezigheid. Rotterdam, ik mis je.
Marjelle

* Een ‘kapsalon’ is een combinatie van patat, shoarma, salade, sauzen en kaas, die enkele jaren geleden in Rotterdam-West ontstond, waar een kapper het gerecht vaak bestelde bij een shoarmazaak

Zwerfboeken

Een muisgrijze lucht en water dat met bakken uit de hemel valt, het is echt hondenweer. Vandaag moet ik in Amsterdam zijn. Weer of geen weer, zin of geen zin, ik moet er doorheen. Voordat ik de deur uit vlieg kijk ik nog even op Twitter. Ik zie de hashtag #zwerfboekendag voorbijkomen en besluit nog snel een boek uit de kast te halen en dat in de trein voor een willekeurige passant achter te laten.*

Wie weet kan ik iemand blij maken met het ‘Verzamelde werk’ van Willem Elsschot. Het ingebonden exemplaar heb ik ooit van een vriend gekregen en nooit uitgelezen. Ik hijs me in een te grote regenbroek en jack, trek een wollen muts over m’n oren en wikkel een sjaal om m’n hoofd, klaar om de natte wereld te betreden. Op m’n schoenen na, die zijn niet waterbestendig. Ik heb dan ook voor alle zekerheid een reservepaar plus extra sokken en handdoek bij me.



Op perron 4 van station
‘s-Hertogenbosch is het druk, een aantal verregende mensen staat op een kluitje. Alles is grijs en grauw, Nederland op z’n deprimerendst. Alleen het meisje van de kiosk is vrolijk en behulpzaam. Ze biedt aan om m’n croissant nog even in een warmhoudbak te leggen voordat de trein komt en samen houden we de klok in de gaten. Een lichtpuntje op een donkere dag. Dag lief kioskmeisje, de NS mag blij met je zijn.

Eenmaal in de trein leg ik het boek op een leeg tafeltje vlakbij, boven op een plastic zak zodat het makkelijk mee te nemen is en droog in een andere boekenkast belandt. Ik hou het tafeltje in de gaten en merk dan dat zo’n vreemd boek juist afschrikt. Als mensen het zien liggen lopen ze snel door. Op een bepaald moment wil een vrouw er gaan zitten en zegt de man naast haar dat die plaats bezet is. In m’n beste Engels probeer ik ze vervolgens duidelijk te maken dat het vandaag zwerfboekendag is.

‘Er zit niemand, je mag het boek gewoon meenemen, hoor’, zeg ik ook tegen de andere passagiers. Om me heen zie ik alleen maar vraagtekengezichten en ik krijg het er een beetje warm van. Aangezien niemand begrijpt wat de bedoeling is pak ik het boek weer terug en schrijf er een briefje bij, ondertekend met Veel leesplezier! Marjelle. Het zou toch jammer zijn als Willem Elsschot aan het eind van de dag onopgemerkt in een vuilniszak eindigt.
Marjelle

* Zwerfboekendag wordt de 13de dag van elk nieuw kwartaal gehouden (4x per jaar)

Foto Pixabay

‘Zoals het klokje bij de NS tikt, tikt het nergens’


Somebody I used to know Walk off the Earth

Voor het zingen de kerk uit!

Kleumend sta ik te wachten op lijn 7, m’n Gazellemaatje is onlangs gestolen in hartje Rotterdam en ik moet weer wennen aan het openbaar vervoer. Expres heb ik een trein eerder gepland, om 19.25 uur gaat de deur onverbiddelijk dicht las ik op de site en ik wil beslist niet te laat komen. Op het station blijkt er uitgerekend tussen Rotterdam en Den Haag een wisselstoring te zijn, op het bord voor me komen er telkens extra vertragingsminuten bij. Wanneer uiteindelijk de trein op z’n gemak het station binnenrolt vraag ik me af of het me nog wel zal lukken om op tijd te zijn voor het Lied van de Ziel. De 17,50 € is al overgemaakt, m’n diner bestaande uit een boterham met ei zit in m’n tas, ook nachtegaalwater heb ik bij me, kortom met alles is rekening gehouden behalve met de wisselvalligheden van het treinverkeer. Tergend traag glijdt de Sprinter die ze beter de Slak hadden kunnen noemen langs stationnetjes als Delft-Zuid en staat af en toe zelfs domweg stil.


Tegenover mij zitten twee vrouwen
druk te babbelen over New York. ‘Heerlijk al die Gucci daar’, zegt de blonde. ‘Met wie ga je?’, vraagt de donkere. ‘Met Ná-thalie’, antwoordt nummer  één. ‘O, díe!’, zegt de ander met nauwelijks verholen afkeer. ‘Ja, we zijn heel anders’, ginnegapt de eerste, ‘zij houdt van geschiedenis, musea en ander intellectueel geblaat.’ Ze trekt een vies gezicht. ‘Nou, dat zal wat worden!’, zegt dame twee vol leedvermaak. Ik probeer niet te staren en besef weer terdege waarom ik meestal beter met mannen kan opschieten. Om 19.05 uur kom ik ten slotte aan op Den Haag HS, ik bel naar het nummer wat op de site staat om te vragen of het nog zin heeft om nu lijn 1 te nemen naar de Vredeskapel maar ze nemen niet op. Even later krijg ik een gratis beker thee en een ‘sorry voor het ongemak’ van een besnorde conducteur. Daar sta ik dan, koud, moe, geen noot gezongen en anderhalf uur gereisd. Ik verman me en kijk op de dienstregeling wanneer de volgende trein weer teruggaat naar Rotterdam.
Marjelle

Zing jezelf

We’ve got a thing going on CT Heida & Jan Kortie-koor

Foto Witold Riedel

Hoek van Hol Str

Als ik nu de deur uitsprint, kan ik het misschien nog net halen. Ik heb exact negentien minuten om op spoor 1 te komen, onderweg m’n fiets te stallen en een kaartje te pinnen. Ik besluit het erop te wagen, mocht het niet lukken dan kan ik altijd nog naar m’n tweedekeusbestemming Gouda of Delft. Hijgend loop ik om 1 minuut voor vertrek het perron op, plotseling galmt een stem door de ruimte ‘er heeft zich een computerstoring voorgedaan in ons technisch besturingssysteem, de vertraging zal ongeveer een half uur duren. Onze excu-‘ Ik kijk naar het kaartje met Hoek van Hol Str erop dat ik in m’n hand geklemd hou.

Het is al kwart voor drie en ik heb geen enkele animo om hier een half uur rond te hangen. Op naar de buren dan maar, een van de ongezelligste La Place‘s die ik ken. Met een croissant-voor-onderweg en een minipotje thee loop ik naar het dichtstbijzijnde tafeltje. Het is er erg benauwd, straks lekker uitwaaien aan het strand, een zomerse temperatuur bedenk ik er dan wel zelf bij. Naast me hoor ik zangerig Frans, ik krijg bijna de neiging om te vragen ‘tu habites aussi à Rotterdam, je voudrais bien parler Français avec quelqu’un’, maar onderdruk dat meteen.

Met Maggie Bell in m’n oor rolt de trein het volgende station binnen. Opeens zie ik een bord met ‘Hoek van Holland Strand’ voorbijschieten, ik gris m’n spullen bij elkaar en spring eruit. In geen velden of wegen een strand te bekennen. Een voorbijganger vertelt me dat ik in Vlaardingen West ben uitgestapt en de volgende moet nemen. Weer een half uur wachten, waarom zetten ze dat soort verwarrende borden dan ook neer voor mensen die met hun gedachten ergens anders zijn. Op zoek naar drank beland ik deze keer op Danny’s snackterras, gelukkig kruipt de zon even achter een wolk vandaan terwijl ik een slok thee neem, maar van m’n oorspronkelijke animo is weinig meer over.

Bij Hoek van Holland Haven stroomt de trein leeg, het lijkt wel of ik de enige ben die vandaag het briljante plan heeft opgevat om naar het strand te gaan. Als ik op het eindstation aankom, is het er uitgestorven, een eindeloze weg met betonnen huizen en zelfmoordflats strekt zich voor me uit. Ik moet me bedwingen om niet meteen rechtsomkeer te maken, verman me en begin aan de winderige tocht. Eerst kom ik door een hondenlosloopgebied, ik ga een stuk sneller meteen, een eenzame fietser steekt onderweg nog even goedkeurend z’n duim omhoog en vraagt of ik amateur-fotograaf ben, later loop ik langs verlaten terrassen met opgebonden parasols.

Het begint steeds harder te waaien en ik probeer m’n camera tegen het opstuivend zand te beschermen. Ik had beter een dikke trui mee kunnen nemen in plaats van een handdoek besef ik met enige zelfspot. Daar sta ik dan op een vrijwel leeg strand om half vijf ’s middags, m’n camera wordt haast uit m’n handen geblazen, de golven komen briesend op me af en ik heb het koud zo in m’n eentje tussen miljoenen zandkorrels. Toch ben ik trots op mij dat ik het doorgezet heb. Honden mogen hier gelukkig niet, net op dat moment zie ik een paard enthousiast op me afkomen, in een flits bedenk ik dat ik altijd nog in zee kan springen als hij te dichtbij komt.

Op de terugweg glimlacht een knappe rugzakdame naar me, even een moment van herkenning, wat doen wij hier allebei in the middle of bloody nowhere. Als ik een in het rood uitgedoste wielrenner langs zie scheren, denk ik weer aan Hans. Even later zet ik het blotevoetenstelletje voor me op de foto. Onderweg strijk ik neer op het leukste terras van vandaag waar een aardige neger zegt dat ik best een foto van hem mag maken, ik reageer verrast dat de meeste mensen dat juist niet willen. Hij laat z’n stralendwitte tanden zien en antwoordt ‘ik heb er geen probleem mee, ik word niet gezocht’.
Hoek van Holland, misschien kom ik ooit terug als je zon heter is en je wind minder stormachtig, maar je haven wil ik zeker een keer zien.

Marjelle


Somewhere over the rainbow Ingrid Michaelson

Op z’n Delfts!

Om half drie besluit ik naar Delft te gaan met in m’n hoofd de kinderboerderij en de botanische tuin van de TU. Het is voor het eerst in de tien maanden dat ik hier woon, terwijl het toch zo vlakbij is. In de trein bedenk ik dat ik beter een fiets kan huren, ik ben nu eenmaal veel meer een fietser dan een loper. Heerlijk is het om even later op een onbekende NS-fiets over vreemde paden te vliegen, wat een verschil met mijn oude, afgetrapte fiets die nog steeds wel m’n trouwe maatje is.

Steeds dieper dring ik door in het groene hart tot er opeens uit het niets links van mij Th eeschenkerij Het Rieten Dak opdoemt, een idyllisch plekje in de Delftse Hout. Ik parkeer m’n fiets in de schaduw van een boom en worstel met het nieuwe slot. ‘Damn’, het lukt me niet, er zit niks anders op dan het terras op te lopen en het iemand te vragen. Hulpeloos kijk ik rond, dat gaat vanzelf in zo’n situatie, gelukkig springt er een man op. Hij rommelt wat met het slot en voordat ik het weet staat m’n fiets nu op veilig.



Mooi is het uitzicht
op de met rietkragen omzoomde plas, de tijd staat hier werkelijk stil. Ik voel de zon door m’n rode tuniek heen branden, terwijl de wespen vrij spel hebben boven de tafels ondanks de bakjes gevuld met citroen en kruidnagel. Het is al vier uur zie ik op de display van m’n mobieltje, ik ben veel te laat vertrokken. Dieren kijken kan maar tot half vijf en planten zo natuurgetrouw mogelijk op de foto zetten tot vijf uur. Ik besef dat het ditmaal bij anderhalve kinderboerderijgeit zal blijven en dat ik de tuin tegoed hou voor een volgende keer.

Via de korte weg rij ik terug naar het centrum en beland op een groot plein vol fleurige terrassen en een imposant bronzen beeld. Ik ben niet bepaald de enige met camera, het wemelt van de toeristen, hier en daar vang ik flarden Frans op, daarnet zag ik vlak bij Het glimmende Blauwe Hart een Spaanse touringcar staan, ik waan me een beetje in het buitenland. Bij Bagels & Beans drink ik een glas jus d’orange, sla de zoveelste wesp van me af en besluit terug te gaan naar Rotterdam. Even een momentje van paniek, waar had ik ook alweer m’n leenfiets neergezet?
Delft, bijzondere oude stad, met je studenten, mooie grachten, leuke steegjes, je doet me aan Haarlem denken. Toch mis ik iets, maar wat het precies is, misschien lag het wel aan mij of aan de waan van de dag, je kwam niet echt tot leven.
Marjelle

Sky Ingrid Michaelson