Tagarchief: regen

Zwerfboeken

Een muisgrijze lucht en water dat met bakken uit de hemel valt, het is echt hondenweer. Vandaag moet ik in Amsterdam zijn. Weer of geen weer, zin of geen zin, ik moet er doorheen. Voordat ik de deur uit vlieg kijk ik nog even op Twitter. Ik zie de hashtag #zwerfboekendag voorbijkomen en besluit nog snel een boek uit de kast te halen en dat in de trein voor een willekeurige passant achter te laten.*

Wie weet kan ik iemand blij maken met het ‘Verzamelde werk’ van Willem Elsschot. Het ingebonden exemplaar heb ik ooit van een vriend gekregen en nooit uitgelezen. Ik hijs me in een te grote regenbroek en jack, trek een wollen muts over m’n oren en wikkel een sjaal om m’n hoofd, klaar om de natte wereld te betreden. Op m’n schoenen na, die zijn niet waterbestendig. Ik heb dan ook voor alle zekerheid een reservepaar plus extra sokken en handdoek bij me.



Op perron 4 van station
‘s-Hertogenbosch is het druk, een aantal verregende mensen staat op een kluitje. Alles is grijs en grauw, Nederland op z’n deprimerendst. Alleen het meisje van de kiosk is vrolijk en behulpzaam. Ze biedt aan om m’n croissant nog even in een warmhoudbak te leggen voordat de trein komt en samen houden we de klok in de gaten. Een lichtpuntje op een donkere dag. Dag lief kioskmeisje, de NS mag blij met je zijn.

Eenmaal in de trein leg ik het boek op een leeg tafeltje vlakbij, boven op een plastic zak zodat het makkelijk mee te nemen is en droog in een andere boekenkast belandt. Ik hou het tafeltje in de gaten en merk dan dat zo’n vreemd boek juist afschrikt. Als mensen het zien liggen lopen ze snel door. Op een bepaald moment wil een vrouw er gaan zitten en zegt de man naast haar dat die plaats bezet is. In m’n beste Engels probeer ik ze vervolgens duidelijk te maken dat het vandaag zwerfboekendag is.

‘Er zit niemand, je mag het boek gewoon meenemen, hoor’, zeg ik ook tegen de andere passagiers. Om me heen zie ik alleen maar vraagtekengezichten en ik krijg het er een beetje warm van. Aangezien niemand begrijpt wat de bedoeling is pak ik het boek weer terug en schrijf er een briefje bij, ondertekend met Veel leesplezier! Marjelle. Het zou toch jammer zijn als Willem Elsschot aan het eind van de dag onopgemerkt in een vuilniszak eindigt.
Marjelle

* Zwerfboekendag wordt de 13de dag van elk nieuw kwartaal gehouden (4x per jaar)

Foto Pixabay

Dóm schaap!

Met zon vertrek ik uit Rotterdam, naarmate de trein steeds dichter bij Ermelo komt pakken donkere wolken zich samen. Weeronline zat er deze keer helemaal naast. Ik heb niet alleen geen paraplu bij me, ook m’n kleren zijn nog in lentestemming. Mistroostig kijk ik naar m’n blote voeten in sandalen en ril in m’n dunne shirt. Bij aankomst op het station barst de bui echt los, ik vlieg op de eerste de beste auto af en zie gelukkig daarachter het enthousiaste gezicht van Arda opduiken. ‘Wat een weer!’ roepen we bijna in koor. ‘De schaapjes zijn inmiddels bijna verdronken’, voeg ik er grinnikend aan toe.

Het plan was om naar de Schaapskooi te gaan, bij mijn vorige bezoek in het kader van ‘Beeld van een blogger’ was dat er niet meer van gekomen. We hadden toen afgesproken in de lente een nieuwe poging te wagen, allebei dol op pluizig en fotograferen. Ook deze keer verloopt de communicatie moeiteloos, we herkennen een aantal dingen in elkaar en dat is fijn. Na een lunch in haar idyllisch gelegen huis piepen de eerste stralen voorzichtig door de wolken heen, we besluiten toch naar de hei te gaan. Wel met de auto in plaats van met de fiets, dat komt wellicht een andere zomerse keer. Helaas zijn we te laat voor kuddeplaatjes en worden weggeblaft door de schaapshonden die hun taak er voor vandaag op hebben zitten.

Na een kort intermezzo bij Boshuis Drie, waar we beide bepaald niet gecharmeerd zijn van de gastvrouw die de regels wel heel star toepast en het ene deel van het terras met volop zon voor gesloten verklaart, komen we terecht bij de Dorpskamer, een leuk, druk etablissement. Bij een paar glazen wijn en iets teveel wesp  praten we verder over ons leven, over hoogte- en dieptepunten. Als even later de zalmmoot en slibtongetjes arriveren gegarneerd met sla, friet en heerlijke gebakken aardappeltjes die naar Griekenland smaken, proosten we op elkaar. Het is een gezellige middag op een doordeweekse dag. Alleen jammer dat het zo’n tweeëneenhalf uur reistijd is van mijn deur tot haar deur.
Marjelle

All the King’s Men Wild Beasts (live-uitvoering)

Zal ik weggaan of zal ik blijven?

Wat zal ik doen? M’n ex bellen naar aanleiding van z’n mail over puzzeldingen en andere dingen die voorbijgaan, een nummer van de Fleet Foxes opzetten, piekeren over de verkeerde dingen en mensen, nog meer toegeven aan m’n Tweetbui, van het kastje naar de muur lopen, kijken of er tussen wolk en zon nu wel een regenboog tevoorschijnkomt, niet aan H. denken en ook niet aan–, googlen op fitness-dvd’s, m’n mail checken, gro(o)t(s)e plannen maken, een duik nemen in de kast op zoek naar chocola, een druilerig zondagmiddagblogje schrijven, Ceylon-thee zetten, hopen dat het morgen niet regent in verband met m’n wandelafspraak, alvast een ei hardkoken voor in de sla, een wereld aan mogelijkheden strekt zich voor me uit, maar om met het begin te eindigen…
Zal ik weggaan of zal ik blijven?

Marjelle

Mykonos Fleet Foxes

Zal ik weggaan?
Zal ik verdrietig worden en weggaan?
Zal ik het leven eindelijk eens onbelangrijk vinden,
mijn schouders ophalen
en weggaan?
Zal ik de wereld neerzetten (of aan iemand anders geven), denken:
zo is het genoeg,
en weggaan?
Zal ik een deur zoeken,
en als er geen deur is: zal ik een deur maken,
hem voorzichtig opendoen
en weggaan- met kleine zachtmoedige passen?
Of zal ik blijven?

Zal ik blijven?
Toon Tellegen

Wet van Murphy?

Na een bezoek aan de huisarts fiets ik met een shot B12 in m’n lijf door druilerig Rotterdam. M’n bloeddruk was deze keer niet extreem hoog gelukkig, al blies de assistente de band zo hard op dat ik ‘m bijna voelde stijgen en de neiging moest bedwingen om het ding van m’n arm te rukken. Er zat iets klem bleek later. Vrijdag moet ik weer bloed prikken en daarna zien we verder. Misschien dat ik diezelfde dag m’n volgende blogger in beeld breng op de Goudse markt. Op korte termijn moet ik ook een goede huisarts op de kop zien te tikken, maar waar haal je zo snel een integere, niet aan kokervisie lijdende arts vandaan? Iemand die als reactie op mogelijke nadelen van schildklierhormonen slikken alleen lachend weet te zeggen, ‘het zijn maar kleine pilletjes, hoor’, kan en wil ik niet serieus nemen.

Het begint steeds harder te regenen. De Grote Markt is uitgestorven en ik rij de Hoogstraat in, waarbij ik uiterst voorzichtig om duiven en passanten heen cirkel. Opeens doemt er een agent voor me op, hij kijkt streng. Ik spring meteen van m’n Gazelle, glimlach vriendelijk en maak aanstalten om door te lopen. Maar daar komt plots politieman nummer twee op de proppen, ‘u krijgt een bekeuring’, zegt hij op een toon die geen tegenspraak duldt. ‘Huh!’ Stomverbaasd staar ik hem aan. ‘Omdat ik op de stoep fiets? Ik wist niet dat je daar een boete voor kreeg. Hoeveel gaat dat kosten dan?’, vraag ik enigszins uit het veld geslagen. ‘Veertig euro’, zegt de man resoluut. ‘Veertig euro?’, papegaai ik. ‘Wat veel!’

Nadat ik hem m’n legitimatiebewijs heb gegeven, vraagt hij of ik het ermee eens ben. Ik leg uit dat ik het een veel te hoog bedrag vind en dat ik altijd voorzichtig doe, ook op het trottoir. ‘Maar dat beweert iedereen natuurlijk, alleen bij mij is het echt zo’, zeg ik met een brede grijns. De man blijkt best aardig, hij doet ook maar gewoon z’n werk in de regen, bedenk ik. Het wordt toch nog een ontspannen gesprek, bonnen schrijven, effecten van boetes, niet-betalen en marechaussee, als hij mij laat gaan moet hij de volgende ook laten gaan, het komt allemaal aan bod. Vriendelijk nemen we ten slotte afscheid, ik veertig euro armer. Aangezien het toch al zo’n dure dag is en ik ook iets leuks wil, besluit ik een troostbroodje te gaan eten bij Floor.

Onderweg word ik overvallen door een stortbui en druipnat stap ik vervolgens over de drempel. Mensen kijken me meewarig aan, ik zie eruit als een verzopen kat met die natte slierten in m’n gezicht, uitgelopen mascara en broekspijpen die aan m’n benen kleven. Als dan even later de beloofde droge theedoek niet arriveert, het stokbroodje kennelijk geen puf had om op tijd uit de oven te komen en keihard is geworden, pak ik m’n pen en begin te schrijven waarbij ik per ongeluk vlekken in de tekst en op m’n mouw maak, het papier besmoezel zoals Poeh ook doet. Ik neem me voor om als ik eenmaal thuis ben voor de tweede keer onder de warme douchestraal te duiken, de rest van de dag binnen te blijven en zeker niet op een ladder te gaan staan.
Marjelle

Roses in June Wende Snijders

Foto Witold Riedel

Wet van Murphy of Wet van bedrog?