Tagarchief: burenoverlast

Oog in oog met de ‘vijand’

De bel gaat. Ik verwacht niemand op dit tijdstip en zeg zachtjes ‘hallo’ in de intercom. ‘Met de bovenbuurman’, hoor ik vervolgens aan de andere kant. Op dat moment gaat er van alles door me heen, de burenoverlast door stampende kinderen, het gegil en slaan met deuren tot drumsalvo’s aan toe. ‘Dat ben ik niet van die Turkse muziek, hoor’, roept hij. ‘Momentje, ik kom naar beneden’, zeg ik en loop de trap af. Even later sta ik oog in oog met de man waarvan ik zoveel last heb het afgelopen jaar. Ik geef hem een hand en we glimlachen een beetje ongemakkelijk. Dan vertel ik hem wat er zoal dagelijks aan gespring en gestamp boven m’n hoofd plaatsvindt en dat er momenteel keiharde muziek door het plafond dreunt. ‘Kom maar mee, dan kun je het zelf ook horen.’ ‘Wat een gebonk’, zegt hij verbaasd als hij de kamer binnenloopt, ‘dat zijn de buren van een paar deuren verder.’ Hij begrijpt dat ik ervan uitging dat zij het waren omdat het geluid direct van boven lijkt te komen. ‘Ik dacht eerst dat het een cd was, maar het zijn echte drums, dat is toch bizar in dit soort gehorige flats!’ Gelukkig lijkt de man nu wel van goede wil en er evenzeer op gebrand als ik om erachter te komen wat waar vandaan komt.


Hij belt z’n kinderen
en spoort ze aan te gaan springen en rennen, en schrikt een beetje als hij hoort hoe hard dat in m’n woonkamer klinkt. Z’n dochters blijken een voorliefde te hebben om meermalen per dag op hun Wii-matje op het laminaat tekeer te gaan. Als ik hem vertel welk geluid een ware marteling is voor m’n zenuwstelsel en z’n kinderen dat even later op commando produceren schrikt hij weer. ‘Het klinkt hier veel harder’, zegt hij en vervolgt, ‘ik dacht dat je misschien een zeur was, maar dit is heel vervelend inderdaad.’ Waardoor is het nou het laatste jaar nóg erger geworden, vraag ik hem. ‘M’n jongste dochter is natuurlijk wel een paar jaar ouder inmiddels en ze is nogal ADHD’erig.’ Dat verklaart een aantal veranderingen niet, maar ik laat het zitten voor nu. Het gesprek verloopt best redelijk, hij wil me ook per se z’n autoverzekering-site laten zien en is benieuwd naar m’n blog. Later biedt hij aan om de plafondlamp te maken die kapotgetrild is onder de voeten van z’n kroost zodat ik niet meer hoef te koken bij schemerlicht. Toch moet ik nog maar zien of er werkelijk dingen structureel gaan veranderen*, al hoop ik zó van wel. Aan het eind spreken we af om elkaar volgende week weer te ontmoeten, maar dan met de woningbouwconsulente erbij.
Marjelle

* De volgende dag is het rustiger, maar tussen elf en twaalf uur ’s avonds wordt er weer als vanouds rondgeklost op het laminaat en met deuren gesmeten

Inmiddels met een geluidsisolatiebedrijf gebeld, er bestaat contact- en luchtgeluid, bij het eerste kun je je plafond isoleren tot je een ons weegt volgens de medewerker, maar dat helpt niet. ‘Je kunt dus nog beter een buurman hebben die trompet speelt’, zeg ik. ‘Ja, eigenlijk wel’, beaamt de man.

Une seule fois Kyteman ft. Reazun

Chillen in het klooster

Buurman laat z’n ongenoegen over de uitnodiging van de woningbouw duidelijk blijken, drumsolo’s gieren door het plafond. Ik pak de laatste spullen in, geef nog wat dorstige plantjes water en haal opgelucht adem als het tijd is om naar het station te gaan. Een paar dagen logeren in een voormalig klooster in een landelijke omgeving is precies waar ik nu behoefte aan heb. Het kost ook weinig want met m’n foto voor HotelSpecials heb ik een cadeaubon van 80,- euro gewonnen. Na een overstap op Utrecht en Eindhoven beland ik ten slotte in de trein naar Deurne, een plaats in Brabant waar ik niet eerder ben geweest. Als ik uitstap voel ik de lentezon op m’n gezicht, het ruikt hier ook anders, landelijk en puur. De man aan wie ik de weg vraag naar Willibrordhaeghe vertelt me dat hij er als voetbaltrainer met de internen heeft gewerkt toen het nog een klooster was.

‘Daar heb ik m’n eerste meisje leren kennen’, voegt hij er lachend aan toe. ‘Is ze uiteindelijk ook je vrouw geworden?’ De vraag is eruit voordat ik er erg in heb. ‘Nee, dat niet, maar m’n vrouw heeft wel dezelfde achternaam al zijn ze geen familie.’ We nemen afscheid. Kort daarna zie ik een auto luid toeterend voorbijrijden en opeens stoppen. Ik loop door totdat dezelfde man heftig gebarend uit de auto springt en roept: ‘daar is het hotel!’ Wat zijn ze aardig hier, die positieve indruk wordt nog bevestigd als ik even later de brede oprijlaan oploop en bij de balie verwelkomd word door de vriendelijke receptioniste. Mooi gebouw en dito granieten trap, er hangt een serene sfeer. Ik bestel een tonic op het terras, leun lui achterover en denk even helemaal nergens aan.
Marjelle

Oh Susannah
Neil Young

Huis-, tuin- en keukendingen?

Gisteren voelde ik ondanks slaaptekort hernieuwde energie na de afspraak met M. Ik hoorde dingen over m’n vader† die ik niet eerder gehoord had, de manier waarop ze erover vertelde was zo echt, zo intens dat ik onmiddellijk wist dat het waar was. Hij is nu dichterbij dan eerst. Ook vandaag houdt dat gevoel aan. Vanaf Marconiplein loop ik naar de Da Costastraat, ik heb een afspraak bij de pedicure, m’n voetjes mochten wel een keer verwend worden vond ik. Aardige vrouw, we raken aan de praat over het leven, mannen, vreemdgaan en burenoverlast. Herkenning is er op een aantal fronten, haar buren lijken als twee druppels water op de mijne. De hoop op verandering heeft ze allang opgegeven, net als ik droomt ze af en toe van een rustige plek.


Op tintelende voeten wandel ik weer naar buiten, onderweg begint het te motregenen. Ik vraag aan een voorbijganger, man blauwe ogen, waar het dichtstbijzijnde metrostation is. ‘Dat is nog ruim 1 km lopen’, zegt hij vriendelijk. Als hij m’n teleurgestelde gezicht ziet biedt hij aan om me met de auto ernaartoe te brengen. Wat lief, denk ik, maar sla toch het aanbod af. Eenmaal aangekomen in het Wester Paviljoen zie ik dat ik een telefoontje heb gemist van de woningbouwconsulente die ik al wekenlang probeer te pakken te krijgen. Het VoiceMail-bericht meldt dat ze volgende week een afspraak heeft met mijn bovenburen. Eindelijk actie na een paar maanden mailen en bellen. Als ik thuiskom zie ik nog iets wat me blij maakt, wanneer daarna de buren keiharde muziek opzetten, de drums dreunen door het plafond heen, probeer ik dat positieve gevoel vast te houden hoe moeilijk dat ook is.
Marjelle

Foto gemaakt in Huis Sonneveld

Vuoi Vuoi Mu, Idjagiedas Mari Boine

Sporen in het zand…

In Scheveningen-haven vraag ik aan een paar passanten in m’n beste Duits, ‘kann Ich von hier nach dem Pier laufen, ist es offen?’ ‘Ja, es ist offen’, beamen ze ietwat verbaasd, ik loop door en zie dat er inmiddels een voetgangerspad is gemaakt waarnaast een aantal eettentjes herrezen zijn. Het is stil op het strand, half vier, hét ideale tijdstip net tussen lunch en hondenuitlaat in. M’n laarzen laten diepe sporen achter in het zand, de golven trekken schuimbekkend de aandacht, ze willen op de foto. De triggerpoint-therapeut gaf me daarstraks het gevraagde briefje voor de woningbouw waarop stond hoezeer de burenoverlast ook z’n weerslag heeft op m’n rugproblemen. ‘Ik hou dit niet lang meer vol’, zei ik tegen hem en voegde er enigszins cynisch aan toe, ‘misschien toch maar non worden of ze met een didgeridoo het huis uitblazen.’


Hij lachte niet. Als geen ander weet hij wat chronisch slaaptekort en stress hebben aangericht de laatste maanden en dat ik het in m’n eentje op moet nemen tegen buren en woningbouwvereniging. ‘Het is toch te gek voor woorden dat ze op kaal laminaat gewoon doorgaan met je plafondlampen kapotspringen en dat ik door hun gestamp het afgelopen jaar er nu zelfs soms tegen opzie om naar huis te gaan.’ Tegelijkertijd besef ik dat ik ook hier weer de redelijke zal moeten zijn, de begripvolle, de empathische, alleen weet ik deze keer niet of ik daar nog toe in staat ben. Het moet nú afgelopen zijn denk ik, ‘ik wil rust, eindelijk weer doorslapen en een huis waar het fijn is om in thuis te komen’, zoals ik deze week aan m’n broer schreef.
Marjelle

P.S. Aan alle makelaars & woningbouwcorporaties die dit lezen: ‘leuke flat gevraagd in Rotterdam‘ 😉

At last I am free Robert Wyatt

Het ei van Columbus

Vorige week
Langzaam kom ik weer tot leven naast de open haard. Eerst beginnen m’n verkleumde vingers te tintelen, vervolgens ontdooit ook het tipje van m’n neus. Ik kan m’n ogen nauwelijks openhouden, niet zo verwonderlijk na vier uur slaap. Wat zou ik graag met een deken om me heen bij de vlammen in slaap vallen en uitgerust ontwaken. Laat dat wakker kussen door een prins maar zitten – ik geloof niet in sprookjes – al zou het wel heel wat prettiger zijn dan ruw uit je slaap gerukt te worden door een woedeaanval van de buurjongen zoals vanochtend weer het geval was. M’n tafeltje kijkt uit op golven en strand waarop hier en daar een paar winterharde wandelaars tegen de wind opboksen. Voor me ligt een ovenvers pistoletje met kaas en krulsla, het ziet er veelbelovend uit. Columbus is de ideale plek om bij te komen na een pijnlijke behandeling, warm, knus, aardige bediening.

‘Ik ben niet blij’, zei m’n therapeut vanmiddag toen hij de triggerpoints in m’n door rsi geplaagde schouder probeerde te deactiveren. ‘Same here’, reageerde ik. ‘Je bent goed bezig met sporten, maar die spier is overbelast door de muis en hoe zorgen we ervoor dat je ontspannen achter de computer zit?’ Ik wees naar de witte skippybal, ‘waarvoor is die?’ ‘Dat zou iets voor jou kunnen zijn in plaats van een bureaustoel’, antwoordde hij terwijl ik hevig balancerend in skippyzit probeerde te komen. ‘Zo kun je toch niet achter je pc werken’, riep ik. Hij grinnikte, ‘het is wel even oefenen inderdaad, misschien is een ponyseat geschikter voor jou.’ Met de belofte daarop te googlen nam ik afscheid. Inmiddels ben ik soms zo moe van de gebroken nachten, geluidsoverlast en protesten van mijn lijf dat ik alleen nog maar wil winterslapen, veilig opgerold op een vredig plekje zonder buren*, geschreeuw, gestamp en slaande deuren.
Marjelle

Wintersong Ingrid Michaelson & Sara Bareilles

*Sinds een week lijkt het wat rustiger nadat de woningbouw contact heeft opgenomen met een aantal mensen (wordt vervolgd)

‘Yes ma’am!’

Soms spreek je iemand en is het meteen aversie op het eerste gezicht, de manier van presenteren en reageren staat diametraal tegenover je eigen benadering. Normaliter ga je dan snel een blokje om, maar soms kan dat niet, dan ben je veroordeeld tot elkaar omdat je die persoon nodig hebt om een probleem op te lossen. Recent had ik een gesprek met zo iemand, haar formeel ingesproken VoiceMail-bericht en de enigszins verbeten toon deden al een alarmbelletje of twee rinkelen, maar ik had me voorgenomen om me niet van de wijs te laten brengen en vriendelijk te blijven tot het bittere einde. Nu ben ik op zich een vredelievend persoon, aardig, vriendelijk, noem maar op, maar aan meepraten en vleien heb ik een hekel. Bovendien ben ik kritisch, ik ga niet deemoedig jaknikken als ik nee bedoel of vind dat iemand appels met peren vergelijkt.


De communicatie liep dan ook moeizaam toen ze meteen met een verontwaardigd ‘ja, maar dat is veel te vaag!’ begon in plaats van te informeren wat precies het probleem was, ook sleepte ze er steeds protocol ‘zus en zo’ met de haren bij terwijl het daar niet om ging. Daarbij bleek ze m’n mail maar met een half oog gelezen te hebben en vroeg naar een aantal dingen waarop ik al een antwoord had getypt. Toen ze me vervolgens iets in de mond probeerde te leggen wat kant noch wal raakte, slikte ik een adremme opmerking in. Het is een beproefde techniek van mensen om als ze er zelf niet uitkomen de boel om te draaien en het bij de ander neer te leggen. Even diep ademhalen, dacht ik, een glimlach in m’n stem leggen en kalm blijven, ‘wat een vreselijk mens!’ knarsetandde het ondertussen in m’n hoofd. Soms moet je jezelf geweld aandoen omdat je anders zeker aan het kortste eind trekt als je last hebt van je bovenburen.
Marjelle

White of the world Tangerine

‘Wat de fok!’

De Turkse muziek zwelt aan, voeten stampen in de maat, geschreeuw, gelach, een drumsolo die door merg en plafond gaat… ik zit thuis achter de pc en probeer me kalm te houden, ‘think zen‘, door het lawaai heen te denken, een gouden strand te visualiseren, en vooral de moed niet op te geven. Afgelopen jaar staat onder andere in het teken van geluidsoverlast, zes mensen onder, vier boven, en ik daar als een saucijsje tussenin geklemd in een flat die qua gehorigheid beslist in de top-10 van Rotterdam thuishoort. Gefeliciteerd met deze bouwprestatie en dat voor ‘slechts’ 484 euro excl.


Als ik dit geweten had – de woningruilheer die geen heer bleek te zijn benadrukte dat het hier heel rustig was – dan had ik op een beter aanbod gewacht. Niet alleen peertjes en plafondlampen sneuvelden dit jaar – dacht ik eerst nog dat het aan AH lag, inmiddels weet ik dat als je maar lang en hard genoeg doordendert je alles kapot krijgt – ook m’n slaapritme liep schade op. Werd ik vroeger een paar keer per nacht wakker om vervolgens weer lekker door te slapen, gaandeweg werd dit vaker en kon ik nadat Buur 1 hoestend om 06:00 uur was opgestaan, Buur 2 met deuren begon te smijten om 07:00 uur en Buur 3 z’n stampende kroost losliet om 08:05 uur de slaap vaak niet meer vatten.

Met m’n ene oor tegen m’n kussen
aangedrukt en m’n andere oor diep onder het dekbed weggestopt probeer ik ’s ochtends de boze wereld buiten te sluiten. Nog nooit heb ik zo vaak gedagdroomd van een overwintervakantie op Lanzarote of La Palma als de afgelopen maanden. Even dat vliegfobietje overwinnen lijkt op zulke momenten een steeds haalbaardere optie, dat ik dan ook meteen m’n fladderangst het hoofd moet bieden zien we even door de vingers. Hopelijk is er ergens in Rotterdam nog een rustige flat/etage die een lief baasje nodig heeft of staat er een pand tijdelijk leeg door vertrek naar het buitenland, planten & kat geen bezwaar. Huismail is welkom.
Marjelle

Free Fallin’ John Mayer

Foto Beer Witold Riedel

Aan gort!

Als ik naar beneden loop om m’n fiets uit z’n hok te halen voor een ritje naar de Kralingse Plas zie ik opeens dat de vloer bezaaid ligt met glasscherven. Het draadglas in de gemeenschappelijke voordeur is met bot geweld naar binnen geslagen. Ik loop naar buiten om te kijken wat er aan de hand is en sta vervolgens oog in oog met de politie. Aan een van de agenten vraag ik wat er is gebeurd, terwijl een aantal omstanders me aangaapt. Ze antwoordt dat het ‘incident’ net heeft plaatsgevonden en niemand wat gezien of gehoord heeft. Ik vertel haar dat ik ook niets gemerkt heb, maar dat er hier wel vaker lawaai is en het al de tweede keer in korte tijd is dat die glasplaat aan diggelen gaat. Ik beloof dat ik het meteen aan de woningbouwvereniging zal doorgeven. In plaats van naar de plas loop ik weer naar binnen en bel het reparatienummer. ‘We zorgen ervoor dat er over twee uur iemand ter plekke is’, zegt een medewerkster.


Beneden vraag ik aan de buurkinderen een bezem zodat niet alle fietsbanden lek geprikt worden door glassplinters, daarna bel ik bij de minst stressbestendige buurvrouw aan om haar te waarschuwen. Ten slotte haal ik m’n fiets nu echt uit z’n hok, al is de animo inmiddels iets minder, ook van de voorspelde zon is niets te zien. Onderweg krijg ik het zo koud in m’n dunne trui dat ik besluit rechtsomkeert te maken. Op de terugweg kom ik langs het bord ‘Ooms open huis zaterdag 9 oktober 2010 van 11.00 tot 14.00 uur‘. Verhuizen, het idee zit al langer in m’n hoofd, maar dat soort huurprijzen kan ik niet betalen, bovendien wordt het zonder baan als onderpand erg moeilijk om een andere, rustigere flat te vinden. Opeens moet ik weer aan Marx’ onderlaag denken, aan de tweedeling in de maatschappij, aan hoe raar het soms kan lopen in een mensenleven, en dat ik me er niet bij neerleg. Nóg niet.
Marjelle

Chleb i Krew Ankh